Van de ene naar de andere top
De Franse president Nicolas Sarkozy zette vorig najaar de trend. Hij organiseerde als tijdelijk voorzitter van de EU het ene na het andere crisisberaad. De Tsjechen, die op 1 januari het estafettestokje hebben overgenomen, willen blijkbaar niet achterblijven en dus besloten zij recent eveneens enkele extra bijeenkomsten op het hoogste niveau te beleggen. Op deze manier raakt het fenomeen top aan inflatie onderhevig.
De Europese regerings-aanvoerders zijn uitgenodigd ook dit halfjaar weer regelmatig op appel te verschijnen. Voor 1 maart heeft premier Mirek Topolanek een informele top in Brussel uitgeschreven om te praten over de economische malaise. In mei ontvangt hij zijn collega’s in Praag voor een soortgelijke vergadering, over specifiek het probleem van de oplopende werkloosheid. Verder zijn er op 19 en 20 maart en op 18 en 19 juni de reguliere driemaandelijkse ontmoetingen van de leiders. Zo’n zware agenda schept verwachtingen. Je bent geneigd te denken dat er heel wat plannen op stapel staan om de recessie het hoofd te bieden. Als dat maar niet tegenvalt.Sarkozy timmerde als roulerend voorzitter van de Unie, in de tweede helft van 2008, flink aan de weg. Superactief als altijd, kweet hij zich van zijn taak. De omstandigheden waren hem daarbij gunstig gezind; genoeg werk aan de winkel om zijn daadkracht te tonen. Eerst werd hij geconfronteerd met de oorlog in Georgië, daarna dreigde het financiële stelsel in te storten.
Diverse malen liet hij de politieke chefs van de 27 EU-landen opdraven voor spoedoverleg. Hij genoot er zichtbaar van en het lukte hem telkens er een geslaagde show van te maken, al was het alleen maar door zijn sprankelende optreden tijdens de gebruikelijke persconferentie na afloop. Veel lof kreeg hij toegezwaaid.
Maar, graag of niet, hij heeft inmiddels de regie moeten overdragen. Dat Topolanek het na hem niet gemakkelijk zou krijgen, stond van tevoren vast. Die kon het immers alleen maar slechter doen. De Tsjech voelt ongetwijfeld de druk in dit verband. Bovendien hoefde hij er natuurlijk niet op te rekenen dat Sarkozy zich na gedane arbeid zou terugtrekken in de luwte.
De spanning tussen beide heren is de laatste weken merkbaar in uitlatingen over en weer. Die getuigen niet echt van een goede verstandhouding. De Franse president heeft al eens fijntjes aangegeven dat zijn opvolger naar zijn oordeel te passief handelt in de strijd tegen de economische neergang.
Omgekeerd klinkt er forse kritiek in de richting van het Elysée naar aanleiding van het Franse steunpakket voor de nationale auto-industrie. Dat is opvallend, uit de mond van een voorzitter, die geacht wordt consensus te zoeken en niet meningsverschillen aan te scherpen. Parijs bepaalde bij de toekenning van de overheidshulp dat de betrokken fabrikanten geen banen mogen verplaatsen naar het buitenland. Puur protectionisme, luidt het verwijt vanuit Praag, en het weet zich bij die opvatting verzekerd van de steun van andere lidstaten.
Het lijkt erop dat de extra top op 1 maart meer bedoeld is om de politieke spanningen binnen de Unie te verminderen dan om stevige stappen aan te kondigen in antwoord op de crisis. Concrete maatregelen zullen er waarschijnlijk niet uit de bus rollen, met daardoor het risico dat het conclaaf door de buitenwacht als mislukt wordt bestempeld.
Misschien toch maar beter om over te schakelen op een permanente voorzitter, zoals voorzien in het nog niet door alle lidstaten goedgekeurde Verdrag van Lissabon. Overigens zal die persoon ook steeds de bemoeizucht van Sarkozy ervaren, want die is er nu eenmaal de man niet naar om zich bescheiden op de achtergrond op te stellen.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.