Kuyper in beeld
Abraham Kuyper is een man die telkens weer herdacht wordt. De eerste gedenkboeken verschenen al bij zijn leven. En al zijn er magere jaren geweest, de stroom is toch nooit helemaal opgedroogd. Valt de tijd tussen twee herdenkingsjaren te lang, dan verzinnen we er iets op.
In 1987 is er een regulier jubileum gevierd, de honderdvijftigste geboortedag van Abraham Kuyper (1837-1920). Daar hebben we een paar mooie boeken aan te danken, maar daarna zouden we dan geduld moeten oefenen tot de honderdste sterfdag, in 2020. Dat was kennelijk te veel gevraagd. Dus is er iets nieuws gevonden. In Kuypers geboorteplaats Maassluis is een standbeeld voor hem opgericht. Bij de onthulling van dat beeld moet je dan allicht uitleggen waarom je hem dit grote eerbetoon waardig acht - en zo wordt weer een nieuw gedenkboek geboren. De auteur is ditmaal Jan de Bruijn, en de titel luidt: ”Abraham Kuyper. Een beeldbiografie”.Dr. Jan de Bruijn is hoogleraar politieke geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en is verbonden aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, waar het archief van Kuyper wordt bewaard.
Natuurlijk is het niet zonder reden dat we telkens op Kuyper terugkomen. Daar bestaan zelfs twee heel goede redenen voor. De ene ligt in Kuypers altijd weer verbijsterende veelzijdigheid. Wie was Kuyper? Je kunt antwoorden: hij was theoloog, en niet zomaar eentje. Maar hij is ook in de politiek gegaan. Met redelijk succes, want hij bracht het tot minister-president. Verder gaf hij nog leiding aan een krant, De Standaard. Daar heeft hij algemeen respect mee afgedwongen, want de Nederlandse Journalistenkring heeft hem tot zijn erevoorzitter benoemd.
En om niet meer op te sommen: hij stichtte een universiteit. Kuypers toewijding aan die instelling maakte zo veel indruk op zijn studenten, dat ze de Vrije Universiteit „het middelpunt van zijn levensarbeid” noemden - en dat voor een man met zo’n staat van dienst.
Zeeman
Het is meer dan genoeg voor één mens, en met Kuyper heb je dan bovendien nog het gevoel dat allerlei andere mogelijkheden onbenut zijn gebleven. Per slot van rekening wilde hij oorspronkelijk zeeman worden, en in zijn latere leven is hem een eredoctoraat verleend in de rechten. Dat alles maakt wel duidelijk waarom het zo lastig is voor een biograaf dit leven volledig in de greep te krijgen. Hij kan niet van evenveel markten thuis zijn als Kuyper. Maar hij moet wel op al die markten rondgekeken hebben, en aan één voorwaarde dient hij beslist te voldoen: hij moet een capabel theoloog zijn. Die wetenschap staat bij Kuyper zo centraal, dat een biograaf zonder grondige kennis van de theologie geen reële kans van slagen heeft.
Er is nog een tweede reden waarom we voortdurend de behoefte hebben op Kuyper terug te komen. Iedere nieuwe generatie lijkt wel weer anders over hem te denken dan de vorige. De gereformeerde kerken zijn in 1944 gescheurd om Kuypers theologie. De kerkgemeenschap die toen voor Kuyper koos heeft hem volkomen losgelaten, terwijl Kuyper dunkt mij nergens meer zo gewaardeerd wordt als juist in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
Een aardig voorbeeld van die constante verschuiving levert ook de beeldbiografie van Jan de Bruijn. In 1987 heeft hij al een soortgelijk, maar beknopter boek in het licht gezonden.Wie de twee met elkaar vergelijkt, zal verschil opmerken, verklaart de auteur in zijn inleiding, „omdat de visie van een historicus met het verstrijken van de tijd onvermijdelijk aan verandering onderhevig is.”
Karikaturen
Het is inderdaad een ander boek geworden. Het eerste was een heel plezierige, beknopte inleiding in Kuypers persoon en werk, met veel platen en weinig tekst, zodat je het vlot kon doornemen, en het was levendig en onderhoudend genoeg om het niet weg te leggen voordat je het uit had. De tweede, uitgebreide editie laat zich eveneens gemakkelijk lezen, maar het is wel meer echt lezen, want het tekstgedeelte is naar verhouding het meest in omvang toegenomen. Zoals het boek er nu uitziet, lijkt het iets meer op een echte biografie.
Dat is het natuurlijk niet, en zo is het ook niet bedoeld. Een volbloed biograaf zou in ieder geval Kuypers belangrijkste boeken stuk voor stuk moeten samenvatten en analyseren, om zo de lezer in te leiden in Kuypers theologie, en de ontwikkeling van zijn ideeën door de tijd heen te schetsen. Een beeldbiografie kan dat niet, die moet zich naar haar aard vooral tot de uitwendige zijde van iemands leven beperken.
Dat wil niet zeggen dat ze oppervlakkig is. Zowel de tekst als de illustraties kunnen kansen bieden om de diepte in te gaan. Zo is er met name plaats ingeruimd voor een groot aantal karikaturen. Volkomen terecht, want die hebben het altijd goed gedaan in de historische platenatlassen van onze jeugd, en in de schoolboeken van alle tijden. Een karikatuur brengt leven in de brouwerij en prikkelt de nieuwsgierigheid. Ze roept daarmee vragen op, en de kans dat je antwoord vindt in de tekst is groter dan bij de eerste editie, want zoals gezegd, er wordt nu meer leesstof aangeboden.
Hooghartigheid
Wel geven de vele karikaturen haast als vanzelf een sterker accent aan het politieke dan aan het kerkelijke. Dat komt ongetwijfeld de actualiteit ten goede. Sinds Kuypers tijd zijn de krachtsverhoudingen nogal ingrijpend gewijzigd. Toen waren de christenen nogal eens in de meerderheid, nu zijn ze permanent in de minderheid. De onderlinge verstandhouding verschilde niet zo veel van de tegenwoordige. Bij de liberalen en overige paarse tegenstanders van Kuypers tijd nemen we al dezelfde hooghartigheid waar, dezelfde onwil de ander serieus te nemen. Christelijke politici op alle niveaus zullen in dit boek veel vinden dat hun vertrouwd aandoet.
Over kleine punten moeten we ons niet druk maken. Eén vraag kan ik toch niet inhouden. De Bruijn schrijft dat de enige filmopnamen van Kuyper in Den Haag zijn vervaardigd, bij de perstentoonstelling van 1918 in Pulchri Studio. Ik dacht zelf een film gezien te hebben van 1916, niet in Pulchri opgenomen, maar in een Amsterdams kerkgebouw, waar je aan het eind van de plechtigheid een kleine man druk pratend de bank ziet uitkomen. Dat was Kuyper. Zo direct komt hij in een boek niet op ons af. Maar de rijke voorraad illustraties in deze beeldbiografie kan het gemis van bewegend materiaal denk ik royaal vergoeden.
N.a.v. ”Abraham Kuyper. Een beeldbiografie”, door Jan de Bruijn; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 351 3362 4; 399 blz.; € 39,95.