Heimwee naar gulden neemt toe
Steeds meer Nederlanders willen hun oude, vertrouwde gulden terug. Een halfjaar geleden wilde ongeveer 40 procent van de mensen weer guldens. Eind november was dat percentage gegroeid naar 46. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek van het bureau GfK onder 4400 huishoudens.
De heimwee is onder zowel jong als oud gelijk. Opvallend is dat een jaar na de introductie van de munt slechts 28 procent van de ondervraagden de euro wil houden. „Mensen komen krap te zitten door de nieuwe munt”, aldus J. Holla van GfK donderdag. „Dat vinden ze niet prettig en daarom hebben ze een negatieve houding. Ik denk dat het ook te maken heeft met de verslechterende economie. Het wordt allemaal wat minder.”
Consumenten hebben grote moeite om te wennen aan de nieuwe munt. Een kwart van de huishoudens denkt nog minstens een jaar nodig te hebben om aan de euro te wennen. Vier van de tien huishoudens zeggen al gewend te zijn aan de munt. Ongeveer hetzelfde aantal is dat nog niet. In de supermarkt rekent 83 procent van de klanten nog wel eens terug naar guldens. Bij grote aankopen doet bijna iedereen dat.
In het gebruik van de euro zit een soort valkuil. Ongeveer 71 procent van de huishoudens zegt dat producten goedkoper lijken. Tegelijkertijd vindt 93 procent dat de prijzen zijn gestegen door de invoering van de munt. Doordat alles goedkoper lijkt, geven huishoudens wellicht ook meer geld uit. Bijna 40 procent van de ondervraagden is het eens met de stelling dat ze door de euro te veel geld uitgeven.
De munt zelf zit dus in elke portemonnee, maar hoelang gaat de euro mee? Bankbiljetten hebben een verwachte levensduur van ongeveer anderhalf jaar. De Nederlandsche Bank ziet dat op eurobiljetten iets meer vuil zit dan op de guldenbiljetten. „Dat komt doordat op de guldenbiljetten een speciaal vernislaagje was aangebracht dat de eurobiljetten niet hebben”, zegt een woordvoerder van De Nederlandsche Bank.
In de guldenbiljetten kwamen volgens de woordvoerder echter weer sneller gaatjes en scheurtjes. „Het papier van de eurobiljetten is iets dikker. Dit is slechts een indicatie. Over enkele maanden kunnen we beter in kaart brengen hoe het geld zich houdt.”
Over de munten valt niet zo veel te zeggen. Bij de Nederlandsche Munt zien ze dat sommige muntjes verkleuren. „Maar dat is een natuurlijk proces”, aldus een woordvoerster. „Het heeft te maken met de grondstof waar de munt van is gemaakt. Alle munten moeten ongeveer dertig jaar meekunnen. De euro is te kort op de markt om er al iets over te kunnen zeggen. We weten nog niet eens hoe het zit met de zogeheten sterfte, het aantal muntjes dat verdwijnt in putjes en verzamelingen.”