Leren en oefenen moeten in onderwijs kernwoorden zijn
Er komt volgend jaar een nieuwe rekenmethode voor het basisonderwijs. Een van de grote uitgeverijen in dit land heeft daartoe het initiatief genomen.
Kennelijk is deze nieuwe methode zo uniek dat het ANP er een bericht over maakte. Het is een methode met „een nieuwe aanpak.” In het bericht stond onder meer: „Kenmerk van deze nieuwe aanpak is dat leerlingen rekenproblemen oplossen met één strategie, waaronder staartdelingen en tafels. Door veel te oefenen leren ze de strategieën onder de knie te krijgen.”Achter deze ‘nieuwe’ methode zit de Stichting Goed Rekenonderwijs. In het comité van aanbeveling zit onder anderen Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft. De bedoeling is dat door deze methode het rekenonderwijs op de basisschool wordt verbeterd.
Helaas is het rekenonderwijs de laatste jaren danig in het slop geraakt. Daarom is het goed dat er nieuwe methoden komen om de zaken weer wat op orde te krijgen. Overigens zijn methoden niet het belangrijkste in het onderwijs. De man of vrouw voor de klas is nog steeds de spil waar alles om draait. De commissie-Dijsselbloem, die de kwalen van het huidige onderwijs onderzocht, heeft daar duidelijk op gewezen.
Er valt bij deze rekenmethode wel iets op. Is die eigenlijk wel nieuw? Staartdelingen en tafels waren ‘vroeger’ een heel gewoon onderdeel van het dagelijkse schoolleven. Dan gaat het niet alleen over mijn lagereschooltijd van ongeveer veertig jaar geleden: tot tien, vijftien jaar geleden waren staartdelingen een bekend fenomeen. Erg nieuw komt de ‘vernieuwing’ dus niet over. Wel is de nieuwe methode heel herkenbaar en betrouwbaar. Oude beproefde methoden blijken nog steeds van belang.
Dat is helaas de achterliggende jaren wel eens anders geweest. De laatste vijftien jaar is er veel veranderd in het onderwijs. Kinderen kregen soms op een hele merkwaardige manier rekenonderwijs. Mijn kinderen kwamen ooit thuis met zogenoemde ”abacussommen”. Hoe dat rekenen precies werkte, is mij tot op de dag van vandaag nog steeds niet duidelijk, maar het zou een manier zijn om heel goed te leren rekenen. Helaas bleek dat niet het geval.
Later kwamen de kinderen thuis met de opmerking dat staartdelingen niet meer nodig waren. Als je maar ongeveer wist hoe je iets moest uitrekenen, was dat genoeg. Ik heb dat altijd een bedenkelijke vorm van rekenonderwijs gevonden. Stel u voor dat een timmerman de planken maar ongeveer op maat zaagt. Het zou de grootste problemen geven.
Gelukkig komt men van dergelijke ongeveer benaderingen kennelijk terug. Het werkt niet in de praktijk.
Die nieuwe rekenmethode is natuurlijk helemaal niet nieuw. Het is gewoon een terugkeer naar het oude. Een revolutie dus in de eigenlijke zin van het woord. Hoe moeten we dit zien? Teruggaan naar oude beproefde concepten voor onderwijs lijkt mij een gezonde ontwikkeling. Het zou mooi zijn als binnenkort dergelijke geluiden ook te horen zijn over een taalmethode met aandacht voor zinnen ontleden, een geschiedenismethode met het accent op jaartallen en een methode voor aardrijkskunde met veel topografie. Dergelijke beproefde methoden zijn belangrijk, want die gaan –ik streep die woorden in het bericht nog eens aan– over „leren” en „oefenen.”
Het is nodig dat leren en oefenen weer belangrijk worden op school. Het valt de laatste jaren niet mee om kinderen op de catechisatie het belang van uit het hoofd leren bij te brengen. De kinderen hebben het op school niet meer zo geleerd en dat is op catechisatie merkbaar.
Toch blijven leren en oefenen belangrijk. Want feitelijke onkunde is de wortel van veel kwaad. Als ouder van zeven kinderen en als catecheet voor jonge mensen vind ik het gewoon belangrijk dat kinderen zich voor dingen inspannen en belangrijke dingen leren. Helaas worden de scholen tegenwoordig overladen met zaken, denk aan de naschoolse opvang, maatschappelijke stage et cetera, die niet veel met de primaire taak te maken hebben. Kinderen gaan naar school om te leren en te oefenen. Rekenonderwijs laat zien dat de werkelijkheid orde kent – en geen toevallige chaos is, zoals de evolutietheorie wil doen geloven.
Voor rekenen is er iets ‘nieuws’ in de maak. Wellicht volgen nieuwe methoden voor andere onderwijsgebieden. De schade die het onderwijs in de achterliggende periode heeft opgelopen, is ondertussen niet gering. Hopelijk is deze ene zwaluw een aankondiging van een zomer vol verbetering van het onderwijs. Het is eveneens te hopen dat de nieuwe rekenmethode een warme ontvangst krijgt in het onderwijs.
En wellicht gaan ouders door dit soort dingen weer iets herkennen van het onderwijs dat ze zelf ooit hebben genoten. Graag wens ik alle leerkrachten voor de klas veel vreugde toe in het overdragen van belangrijke dingen aan onze kinderen. De oude beproefde methoden kunnen daarbij behulpzaam zijn! Leren en oefenen zijn nog altijd het hart van goed onderwijs. Dat heeft de Stichting Goed Rekenonderwijs goed bekeken.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.