Buitenland

„Predikanten verzorgen de gewonden en begraven de doden”

Er woedt een hevige burgeroorlog in het noorden van Sri Lanka, waar honderdduizenden onschuldige burgers door de strijdende partijen als wild worden opgejaagd. Ook de christenen in het gebied zijn er in grote nood. Maar er is een keerzijde, aldus een plaatselijke predikant. En dat is de hulpverlening. „Dit is de tijd dat de Heere wil dat we Zijn liefde tonen aan mensen.”

11 February 2009 10:40Gewijzigd op 14 November 2020 07:17
Gewonden bij een ziekenhuis in Anuradhapura, 225 kilometer ten noorden van Colombo. Foto EPA
Gewonden bij een ziekenhuis in Anuradhapura, 225 kilometer ten noorden van Colombo. Foto EPA

Twee strijdende partijen die elkaar dag en nacht bestoken met granaten, bommen en machinegeweervuur, en daartussen gezinnen, vaders, moeders, kinderen en bejaarden, die geen kant op kunnen.Ziehier de afschuwelijke toestand in het noorden van Sri Lanka, in de zogenaamde Vanni, waar het Sri Lankaanse regeringsleger de rebellen van de Tamil Tijgers (LTTE) op de hielen zit. In een gebied van minder dan enkele honderden kilometers zitten de laatste Tamilstrijders opgesloten, en die verdedigen zich uit alle macht.

Het aantal burgers dat daartussen als wild wordt opgejaagd, allemaal etnische Tamils, bedraagt geen tientallen, maar enkele honderdduizenden. Wat het ergst is, is dat ze geen kant op kunnen, omdat de strijdende partijen hen willens en wetens gebruiken bij hun strijd. De Tijgers weigeren hen te laten gaan omdat ze een welkome buffer vormen tussen hen en het regeringsleger. Dat leger belet hun de doorgang, omdat het dan de gevechten tijdelijk moeten staken en omdat het deze Tamils ervan verdenkt op de hand van de vijand te zijn. Sommige burgers zijn ook de afgelopen jaren op wat voor manier ook verbonden geweest met de LTTE, bijvoorbeeld doordat een broer, een van hun kinderen of hun ouders meevochten.

Deze mensen zijn doodsbang om het gebied te verlaten en in handen van het Sri Lankaanse leger te vallen, omdat ze dan wraakacties kunnen verwachten. Ongegrond is die vrees zeker niet. Even buiten het oorlogsgebied houdt het leger gevluchte Tamils in kampen vast, waar ze worden gescreend op politieke of militaire betrokkenheid. Daar komt bij dat de regering het gebied hermetisch heeft afgesloten voor hulporganisaties. Om die reden moet ook ZOA-Vluchtelingenzorg machteloos toekijken. De christelijke hulporganisatie uit Nederland werkt al vele tientallen jaren onder de slachtoffers in het oorlogsgebied.

De Sri Lankaanse regering is bereid hulpverleners toe te laten tot de kampen, maar die weigeren daarop in te gaan zolang de Tamils daar niet vrij zijn om te komen en –vooral– te gaan. Ook ZOA zegt onder meer onder deze voorwaarde te willen helpen in de opvangkampen, die als een soort politieke quarantainecentra fungeren, waar vermeende Tijgers worden gezocht.

Deze week deed de Nederlandse organisatie Ceylon Christian Care, die namens christenen uit reformatorische hoek hulp verleent in Sri Lanka, een oproep tot aandacht voor de onmenselijke toestand in het noorden van Sri Lanka.

Een Sri Lankaanse predikant die namens deze Nederlandse organisatie in Sri Lanka optreedt, informeerde gisteren over de toestand in de Vanni. „Dit is de tijd dat de Heere wil dat we Zijn liefde aan mensen tonen”, schreef hij eerder in een e-mail. En tot zijn vreugde ziet hij dat ook daadwerkelijk gebeuren. „De predikanten van onze kerken helpen er de mensen, evacueren de gewonden en begraven de doden”, meldt hij in een e-mail. „Ze willen niet weg omdat ze zich geroepen voelen te helpen. Ik ben er trots op dat ze zo toegewijd zijn.”

Toch lijkt de hulpverlening onbegonnen werk. Zo meldt de predikant dat op het terrein van de Suthanthirapurmkerk zo’n 20.000 mensen op een kluitje zitten, omdat ze hopen daar veilig te zijn. Ook hindoetempels worden daarvoor gebruikt.

Toch zijn ze ook daar niet veilig. Om de haverklap moeten de mensen op de vlucht, omdat de granaten en kogels hen om de oren vliegen. „Zes van onze kerken zijn verwoest, een aantal weeshuizen ligt compleet in puin; de kinderen zijn verjaagd. Een van onze boerderijen is weggevaagd, en wegen, huizen en tal van faciliteiten zijn compleet weggebombardeerd.”

Via de telefoon liet de predikant gisteren vanuit de stad Batticaloa weten dat als gevolg van de beschietingen en bombardementen de afgelopen weken zo’n duizend mensen zouden zijn omgekomen.

Hij meldt verder dat er de laatste weken geen voedsel meer is aangekomen, en dat er een groot gebrek aan medicijnen is. „Mijn oproep aan u in Nederland is: Doe iets, en laat de hele internationale gemeenschap de regering onder druk zetten om de oorlog te stoppen, zodat voedsel en medicijnen binnengelaten kunnen worden en gewonden weggehaald.”

Of de regering zich onder druk zal laten zetten en een bestand zal afkondigen, juist nu ze de overwinning ruikt? Ook de predikant twijfelt daaraan en is ervan overtuigd dat de oorlog zal doorgaan. „De LTTE zal verder vechten als een guerrillabeweging en achter de linies opduiken om in heel het land zelfmoordacties organiseren. De regering vergist zich als ze denkt nu snel als winaar uit de bus te zullen komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer