Avebe wil in tapioca marktleider worden
Het aardappelzetmeelconcern Avebe heeft flinke groeiplannen. De Groningse onderneming is al ’s werelds grootste producent van aardappelzetmeel, maar wil dat nu ook worden voor tapioca.
Avebe staat op een keerpunt, zo bleek dinsdag bij de presentatie van het jaarverslag over 2001/2002. Op het gebied van aardappelzetmeel zijn er namelijk nauwelijks groeimogelijkheden. Door de plannen van de Europese Commissie om de subsidies voor de productie van aardappelzetmeel te verlagen, zal de industrie in de Europese Unie zelfs moeten inkrimpen.
Om zijn positie te versterken, gaat Avebe zich daarom richten op de productie van zetmeel uit tapioca. Binnen vijf à tien jaar wil de agrarische coöperatie de nummer één in de wereld zijn. „Op dit moment bestaat de markt voor tapiocazetmeel nog uit honderden spelers, waarbij er niet één groot is. Wij hebben dus duidelijk een kans om te groeien. Vooral in het Verre Oosten en Zuid-Amerika zijn wij actief”, aldus directievoorzitter drs. P. Krijne.
Avebe heeft voor tapiocazetmeel gekozen, omdat dit dezelfde structuur heeft als aardappelzetmeel, waardoor deze producten bij de verwerking uitwisselbaar zijn. Met zetmeel uit bijvoorbeeld maïs en tarwe is dat niet het geval. Het concern produceert jaarlijks nu al circa 100.000 ton tapiocazetmeel. In 2005 moet dat drie keer zoveel zijn.
De onderneming heeft voor zetmeel allerlei innovatieve toepassingen ontwikkeld. „De buitenwereld denkt bij Avebe aan een soort aardappelbedrijf als Aviko, maar dat zijn wij absoluut niet”, stelde Krijne. „Aardappelzetmeel is een nichemarkt, dat vele toepassingen heeft. Zo bestaat Nibbit-chips voor 60 procent uit aardappelzetmeel. Maar onze producten worden ook gebruikt bij bijvoorbeeld het boren naar olie, het maken van papier of in de bouw. Zo hebben wij een bepaald soort zetmeel ontwikkeld dat ervoor zorgt dat net gestort cement mooi egaal wordt, zodat het niet meer met een lat glad behoeft te worden gestreken.”
De keuze voor tapioca is een speerpunt in de toekomstplannen van Avebe. Besloten is ook om kleine activiteiten zoals farmacie en Scholten Lijmen, waarin het bedrijf geen sterke positie heeft, af te stoten. Verder moeten de financiële prestaties van het wat kwakkelende concern sterk worden verbeterd. In het boekjaar 2004/2005 moet het rendement op het geïnvesteerd vermogen 15 procent zijn. Nu is dat nog 5 procent.
Voor het realiseren van de plannen is volgens Krijne wel een cultuuraanpassing nodig. „De tijd van denken is voorbij. Het gaat nu om doen. Avebe was altijd meer gericht op plannen maken, maar de uitvoering was de vraag. De onderneming moet zakelijker gaan denken. Zo hadden klanten bij ons grote kredieten. Dat werd gedaan om hen te vriend te houden, maar Avebe is geen bank. We willen de klanten graag helpen, maar ze moeten wel op tijd betalen. Voor de verkoopafdeling vereist dat een belangrijke mentaliteitsverandering.”
In het eind juli afgesloten boekjaar 2001/2002 daalde de nettowinst flink van 20,1 naar 10,3 miljoen euro. Als oorzaak wees voorzitter E. Haselhoff van het bestuur van de coöperatie vooral op de verslechterde economische omstandigheden. Het papiersegment en de industriële specialiteiten van het concern leden daar onder. De voedingsmiddelenmarkt had last van verhevigde prijsconcurrentie. Ook de recessie in Zuid-Amerika, waar Avebe een marktpositie aan het opbouwen is, had een lagere vraag naar de producten van het concern tot gevolg. De omzet daalde met 2 procent tot 755 miljoen euro, mede door lagere EU-subsidies en verkoopprijzen.