Kerk & religie

Exclusief blank in een bont palet

Na aanvankelijke isolatie raakt de Afrikaanse Protestantse Kerk (APK) in Zuid-Afrika langzaam uit haar isolement. „Ons moet mekaar se hande vat.”

S. C. Bax
10 December 2002 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 00:00
Prof. dr. Hendrik Carl Gerhardus Robbertzé. - Foto RD
Prof. dr. Hendrik Carl Gerhardus Robbertzé. - Foto RD

Aanleiding tot de stichting van de Afrikaanse Protestantse Kerk (APK) was een synodebesluit van de Nederduitse Gereformeerde Kerk (NG-Kerk) in 1986. Met dit besluit herriep deze kerk de theologische onderbouwing van de apartheid. De APK, aanvankelijk vooral een afsplitsing van de NG-Kerk, is tegenwoordig een kerkgenootschap met zo’n 60.000 behoudende protestanten. De kerk raakt steeds meer uit haar isolement. Er hebben gesprekken plaats met de NG-Kerk, de Gereformeerde Kerke (Doppers), de Hervormde Kerk van Zuid-Afrika en de Evangelisch Gereformeerden. Van de Doppers kreeg de APK zelfs een officiële uitnodiging om op hun komende synode als waarnemer aanwezig te zijn.

Prof. dr. Hendrik Carl Gerhardus Robbertzé is typisch een vertegenwoordiger van deze jonge Afrikaanse kerk. Hij is predikant en hoogleraar Oude Testament en vanaf het begin lid van de APK. De titel van Robbertzés dissertatie luidt: ”Situasie en herinterpretasie, ’n Kontekstuele besinning oor Koragitiese Sionsteologie”.

Tot 1987 diende Robbertzé vier NG-gemeenten en was hij universitair hoofddocent Oude Testament aan de universiteit van Zoeloeland. Als hoogleraar van de aan de APK verbonden Afrikaanse Protestantse Akademie (APA) is hij steeds in deeltijd aan gemeenten verbonden geweest. Nu dient hij Hartbeesfontein en woont hij in een -voor Zuid-Afrikaanse begrippen- historisch huis met de veelzeggende naam ”Lieve woning”.

Dat de naam APK voor velen synoniem is met racisme, werpt de hoogleraar met enig gemak naast zich neer. „Ach, ik ben tussen de Zoeloes groot geworden en durf met stelligheid te zeggen dat veel christenzoeloes mijn broeders in Christus zijn. Voor ons besef was de beslissing uit 1986 om kerken open te stellen voor alle Zuid-Afrikanen veel meer een politieke dan een theologische beslissing. Het besluit liep bovendien parallel met ontwikkelingen binnen de NG-Kerk, waarbij liberale gedachten werden getolereerd en charismatische tendensen ontstonden.”

De hoogleraar heeft er geen behoefte aan te weerspreken dat de APK zich theologisch daar bevindt waar de NG-Kerk rond de jaren tachtig was. Dat wil zeggen: ze houdt vast aan de veelal voorwerpelijk gereformeerde waarheden van toen en kent de vrouw in het ambt niet.

Bij NG-theologen die moeite hadden met kerk en samenleving leefde sterk de overtuiging dat -zoals in de Reformatie de kerken van de Reformatie landsgewijs werden ingedeeld- een sterke parallel kan worden getrokken naar volks-, ras- en taalverwantschap. Kortom, de beleving van taal, cultuur en geaardheid laat zich in de kerk het gemakkelijkst vertalen naar volk- en kleurgescheiden kerken. Daar heeft elke christen recht op, stelt de oudtestamenticus.

Dat dit soms tot vreemde gevolgen leidt -bijvoorbeeld in het geval dat een Afrikaanssprekende niet-blanke een dienst van de APK zou willen bijwonen- erkent hij direct. Maar het doet niets af van het uitgangspunt, dat volgens hem reformatorisch is. „Persoonlijk heb ik dan ook helemaal geen moeite om in een convent van een breed palet van gereformeerde kerken met Zoeloes, Venda’s of wie dan ook samen te werken. Maar de eigenheid van ons blanke Afrikanervolk wil ik graag benadrukken.”

Fiolen van toorn werden over de nieuw ontstane kerk uitgegoten. Vrijwel van de ene op de andere dag werd professor Robbertzé uit de pastorie gezet toen hij in een nieuwe APK-gemeente preekte. De APK kende nog andere groeistuipen. In de beginperiode zochten predikanten die óf bij de Gereformeerde Kerke (Doppers) óf de NG-Kerk onder de tucht dreigden te komen er hun toevlucht.

De vanuit het Nederlandse Elspeet naar Zuid-Afrika geëmigreerde schaapherderszoon Evert Gerrit Mouw is een goed voorbeeld van iemand die moeite had een vast kerkelijk onderdak te vinden. Nadat hij met zijn mulo-diploma op zak zich in Zuid-Afrika in de theologie bekwaamde, vond hij eerst onderdak bij de Doppers in Uitenhage. Het APK-jaarboek laat zien dat hij de Vrye Christelike Gereformeerde Kerk van Frankfort diende, en sinds 1990 de APK versterkte. Op 31 januari 1993 ging hij met emeritaat.

Ondertussen zijn de wildste haren van de jonge kerk verdwenen. De eigen theologische opleiding floreert. Rond de 42 studenten bereiden zich voor op het ambt. Voorlopig zal er nog een predikantentekort zijn. Ongeveer 115 predikanten dienen rond de 245 gemeenten. Overigens kunnen sommigen gemeenten zich geen voorganger permitteren. De zeven gemeenten in Namibië tellen 720 leden. De bijna veertig emeriti blijven zo veel mogelijk actief met preken en in het pastoraat.

Prof. Robbertzé erkent dat de APK nog steeds worstelt met haar eigen identiteit. „Wij hebben bewust gekozen voor grote nadruk op de eigenheid van de plaatselijke gemeente. De synode is nauwelijks meer dan een overkoepelend orgaan en wordt steeds na de zitting ontbonden.” Dat de APK theologisch behoudend is, blijkt uit de visie op het Zuid-Afrikaanse Nieuwe Liedboek. De synode sprak weliswaar uit dat dit in principe gebruikt kan worden, maar niet zonder toetsing. Er wordt weinig gebruik van gemaakt.

Theologisch is lang niet alles helder binnen de APK. „Er zijn ook aanhangers van de zogenaamde tien-verloren-stammenvisie. Het blanke Afrikanervolk zou dan exclusief uitverkoren zijn.”

Prof. Robbertzé: „Wij worstelen nog met oude visies zoals ”ras, volk en natie”, die in de NG-Kerk werd vervangen door ”kerk en samenleving”. We willen graag eigen scholen, omdat 90 procent van onze kinderen op staatsscholen zit. Zending is nog niet van de grond gekomen in de nu vijftien jaar oude kerk. Dat moet wel, want een levende kerk is ook zendingskerk.”

Onder de oude Boeren waren er die Brakel en Van der Kemp lazen. Is dat nog zo? „Ook bij ons vinden we hier en daar zo’n bevindelijke onderstroom. Maar sterk leeft die niet”, aldus de hoogleraar.

Er wordt wel gezegd dat, nu in politiek opzicht de blanken alle vastheid hebben verloren, een exclusief blanke kerk het laatste bolwerk is waar men elkaar kan vasthouden. Is dat de hoofdmotivatie voor het bestaan van de APK?
„Persoonlijke bekering en christelijke roeping in ons land zijn wezenlijk. Voor mij is ook de APK een noodoplossing. We kunnen niet allemaal emigreren. We zullen binnen de mogelijkheden van de grondwet ook op onze rechten als blanken moeten gaan staan. Maar boven alles geldt voor mij het devies: „Ons moet mekaar se hande vat. Ook die van de niet-blanke christen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer