Herdenken, maar niet als hype
We herdenken met elkaar wat af; je zou er moe van worden. Volgende week is het 200 jaar geleden dat Charles Darwin werd geboren. Dus: 2009 is Darwinjaar, waarbij we najaar 2008 vast beginnen met ‘vieren’.
Op 10 juli is het een half millennium geleden dat in Noyon Jean Cauvin geboren werd. Dus: 2009 is Calvijnjaar, dat we voor het gemak vast eind oktober 2008 een aanvang laten nemen.Als de Duits-Joodse componist Felix Mendelssohn nog had geleefd, zou hij vandaag 200 jaar zijn geworden. Dus: 2009 is Mendelssohnjaar, waaraan we aandacht besteden in kranten en tijdschriften, en met concerten en opnames.
Het is dit jaar ook Händeljaar. Immers, Georg Friedrich is op 14 april 1759 in Londen overleden. En 250 jaar, dat moet je ‘vieren’. Het is tevens Haydnjaar in 2009, omdat Franz Joseph Haydn op 31 mei 1809 in Wenen de laatste adem uitblies. En twee eeuwen, dat is memorabel.
We herdenken met elkaar wat af; je zou er moe van worden. Ook minder grote figuren dan Darwin en Calvijn komen in aanmerking om in herinnering gehouden te worden. We schrijven een eeuw na haar geboorte een artikel over de dichteres Vasalis (1909-1998). We richten in Maassluis een standbeeld op voor Abraham de Geweldige. We houden een Louis Braillejaar ter gelegenheid van de 200e geboortedag van de uitvinder van het brailleschrift.
Ook in kerkelijke kring rijgen de herdenkingen zich aan elkaar. Kerkverbanden bestaan een eeuw, plaatselijke gemeenten vieren hun 75e verjaardag, kerkgebouwen blijken 200 jaar geleden te zijn neergezet, predikanten jubileren.
En bij bijna al die gelegenheden publiceren we een boek. Onder welluidende titels als ”Uw gangen zo vol roem en eer”, ”Gelijk een eikenboom”, ”Als een vogel uit een boom geschoten” en ”Aan armen uit genâ” herdenken we predikanten, oefenaars, ouderlingen en vrome vrouwen.
We herdenken met elkaar wat af; je zou er moe van worden. We staan na 55 jaar stil bij de watersnoodramp van 1953. We memoreren 64 jaar na dato de bevrijding van vernietigingskamp Auschwitz. We vieren dat het baptisme 400 jaar geleden voet aan de grond kreeg in Nederland.
Is daar iets mis mee dan? Natuurlijk niet. Sterker nog: ge- en herdenken is een plicht. Opdat wij niet vergeten… In een aantal gevallen is het zelfs een Bijbelse opdracht: „Gedenkt uwer voorgangeren…” (Hebr. 13:7). En als het om de daden des Heeren gaat, is het zaak dat we Asaf (Ps. 77:12) navolgen: „Ik zal de daden des Heeren gedenken…” Let wel: dan gaat het over wat God in het verleden wrocht, en niet zozeer om wat nietige mensjes presteerden.
Herdenken kan namelijk een hype worden. En herdenken kan ook ten prooi vallen aan de commercie. Boekuitgevers, platenmaatschappijen, media en concertorganisatoren: sommigen zullen elke gelegenheid aangrijpen om ter nagedachtenis aan iets of iemand telkens weer met iets te komen. Geboorte- én sterfdatum, 12,5 jaar, 25 jaar, halve eeuw, 75 jaar, eeuw: alles kan dienen als aangrijpingspunt.
Dan hebben we het nog niets eens over de nabestaanden van een overledene. Hebben die ook een stem? Of mag iedereen ‘aan de haal gaan’ met de gedachtenis van de overledene? Tekenend is in dit opzicht de discussie die direct na het overlijden van musicus Klaas Jan Mulder ontstond…
Misschien moeten we met elkaar een afspraak maken. Bijvoorbeeld: als we Calvijn in 2009 herdenken, moeten we dat in 2014 (450 jaar na zijn overlijden) niet weer doen. Gewoon om maat te houden. Om te voorkomen dat mensen herdenkingsmoe worden.
Jaco van der Knijff Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.