Luchtvaartcluster pleit voor snel besluit JSF
Het kabinet moet nog voor de jaarwisseling de Amerikaanse JSF aanwijzen als opvolger van de F-16. Als Nederland te lang twijfelt, loopt de vaderlandse vliegtuigindustrie grote kansen en opdrachten mis.
Het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR), een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan, pleitte maandag in Delft voor een snelle keus in Den Haag. Uitstel van besluitvorming heeft dramatische gevolgen, aldus NIVR-directeur A. Driedonks.
Het NIVR is bang de boot te missen op het moment dat JSF-fabrikant Lockheed grote pakketten orders voor onderaannemers gaat verdelen. „Er is beperkte tijd om te oogsten”, waarschuwde Driedonks maandag. Zo’n achttien Nederlandse bedrijven zijn voor 51 projecten in de race voor levering van nieuwe technologie en onderdelen voor het miljarden kostende JSF-programma.
Na het kabinet zal ook de Tweede Kamer zich over de JSF willen uitspreken. Met vertraging bij het kabinetsbesluit dreigt door de aanstaande verkiezingen al snel uitstel in de Kamer, aldus de NIVR. De besluitvorming in het kabinet wordt overigens begin januari verwacht.
De Nederlandse overheid en het bedrijfsleven hebben inmiddels samen 300 miljoen gulden gestoken in de ontwikkelingsfase van het nieuwe Amerikaanse gevechtstoestel. Het NIVR vreest dat deze investering verloren gaat door traagheid van Den Haag. Nederland kan eventueel deelnemen aan de eerste productiefase van het nieuwe Lockheed-toestel, maar moet daar wel even 800 miljoen dollar (bijna 2 miljard gulden) voor opbrengen.
Volgens NIVR-voorzitter Droste is dit zonder meer de moeite waard. De Nederlandse luchtvaartsector is volgens hem alleen zo goed door participatie in technologische ontwikkelingen.
Civiel
NIVR-directeur Driedonks pleitte maandag verder voor een andere verdeling van een subsidiepotje van 320 miljoen gulden voor nieuwe ontwikkelingen in de civiele luchtvaart. Tot nu toe stelt minister Jorritsma dit geld alleen beschikbaar voor Airbus-projecten. Jorritsma moet haast maken de doelstelling te verbreden, omdat Nederland een belangrijke bijdrage kan leveren aan andere luchtvaartontwikkelingen.
Volgens Driedonks heeft het Nederlandse luchtvaartcluster bijvoorbeeld goede mogelijkheden om vluchtsimulatoren voor zakenjets te ontwikkelen. Bovendien zou met het overheidsgeld de Nederlandse technologie kunnen worden verbreed. „Wij zijn nog afwezig in de cockpit. Dat moet veranderen”, aldus Driedonks. Van de 320 miljoen gulden is momenteel nog zo’n 80 miljoen over.