„De ouderen van nu gaan anders op vakantie dan die van tien jaar geleden. De 55-plusser van tegenwoordig heeft ook veel meer vakantie-ervaring en gaat dan ook gemakkelijker, vaker en verder weg”, aldus manager onderzoek en productontwikkeling F. Jansen van de overkoepelende organisatie Toerisme Recreatie Nederland (TRN) maandag.

TRN verwacht dat 55-plussers in 2005 goed zijn voor minstens eenderde van de ruim 20 miljoen vakanties in eigen land. Dat komt neer op 6,7 miljoen oudere vakantiegangers. In 1995 waren de ouderen goed voor 29 procent, ofwel 4,9 miljoen, van de 17 miljoen vakanties binnen de grenzen. Het aantal trips naar het buitenland stijgt onder senioren volgens TRN van 1,5 miljoen in 1995 naar 1,8 miljoen in 2005.

„Over de hele linie is de vergrijzing al merkbaar, maar de sterkste groei moet nog komen”, waarschuwde hij. De voornaamste groei verwacht TRN uit de generatie babyboomers, geboren net na de Tweede Wereldoorlog, en die daarvoor.

Om de boot straks niet te missen, moeten reisorganisaties en VVV’s volgens TRN „nu al maatwerk leveren.” Zo wijst Jansen erop dat ouderen zich goed bewust zijn van het belang van hun gezondheid. „Zij willen dan ook tijdens hun vakantie vaker een stevige wandeling of fietstocht maken. Ook nemen ze meer de tijd voor dingen als een bezoek aan een museum.” Daarnaast zijn golf en bridge populair tijdverdrijf van ouderen tijdens de vakantie.

Volgens TRN zijn ouderen in hun reiswensen op te delen in drie doelgroepen: 55 tot 65 jaar, 65 tot 75 jaar en 75-plus. De laatste groep behoort nog tot de generatie die minder gewend is te reizen en het vaker dicht bij huis zoekt. „Deze mensen zoeken sowieso bij hun vakantie meer veiligheid en zekerheid wegens hun lichamelijke situatie”, aldus Jansen.

Bij 75-plussers geldt Duitsland bijvoorbeeld nog als de favoriete reisbestemming, zoals dat volgens Jansen circa veertig jaar geleden voor alle Nederlanders gold. Tegenwoordig is bij de gemiddelde Nederlander Frankrijk veruit vakantieland nummer één.

De groep 55-65 jaar werkt voor een deel nog, maar kent inmiddels wel minder verplichtingen. Jansen: „Nu de kinderen op zichzelf staan, komen ze toe aan zaken waar ze eerder geen tijd voor hadden. Zij maken dan ook eerder verre reizen naar het Verre Oosten en Latijns-Amerika, bestemmingen waar je niet zo snel met je gezin naartoe gaat.”