Achterstevoren: In de voetstappen van Abraham
Wie herinnert zich uit zijn of haar vroege jaren niet de illustraties in de kinderbijbel, of die nu van Vreugdenhil, Evert Kuijt of Anne de Vries was? Zelf kan ik me decennia na dato nog levendig een keur aan tekeningen voor de geest halen.
Kaïn met zijn ruige baard en valse blik, Abraham die op het punt staat zijn zoon Izaak dood te steken, de farao die met strijdwagen en al door de Rode Zee wordt verzwolgen - het zijn beelden die je zo weer kunt oproepen. Ze dateerden van onheuglijke tijden en kwamen uit een land dat onmetelijk ver weg was. Ze hadden ook afkomstig kunnen zijn van een andere planeet, zo onbereikbaar waren die plaatjes.Je kunt je dan ook bijna niet voorstellen dat deze verre, vreemde cultuur een eeuw geleden nog bestond en dat er zelfs mensen uit ons eigen land kennis mee hebben gemaakt. Ze ontdekten tot hun verbazing dat het land Kanaän eeuwenlang vrijwel onveranderd bleek te zijn gebleven. Ook het uiterlijk van de inwoners was niet of nauwelijks gewijzigd. Het Joodse volk was weliswaar rond het haar 135 na Christus door de Romeinen uit het beloofde land verjaagd, maar dat was aan de aanblik niet af te lezen. Bovendien had een klein deel van het Jodendom kans gezien er te overleven en waren er sinds 1870 tienduizenden Joden bijgekomen.
Een van de Nederlanders die het Heilige Land nog in vrijwel onveranderde toestand aantrof, was ene Arie Speelman uit Zeist. Hoewel hij niet tot de vaste kerkgangers behoorde, was hij wel gelovig. Het kan moeilijk anders of ook hij was met de bekende illustraties van de boosaardige Kaïn en aartsvader Abraham-met-dolk opgegroeid. In ieder geval had hij een fascinatie voor het „Heilige Land” die er uiteindelijk in resulteerde dat hij in 1926 de stoute schoenen aantrok en afreisde naar het Midden-Oosten. Hij was in dat jaar gestopt als graanhandelaar en had voldoende geld aan zijn zakelijke activiteiten overgehouden om deze onderneming te kunnen betalen. Met zijn vrouw, een gids en een huurauto trok hij door het hele Bijbelse land, dus door het huidige Israël, Jordanië, Libanon en Syrië. Daar stond hij oog in oog met de wereld van de kinderbijbel. Dat moet een adembenemende ervaring zijn geweest.
In Jeruzalem kwam Speelman in contact met Eric Matson, een Zweedse immigrant. Hij werkte in een fotostudio die inspeelde op het opkomende toerisme. Matson en zijn Amerikaanse echtgenote waren nogal inventief en experimenteerden met nieuwe fototechnieken. Als specialiteit ontwikkelden zij het handmatig inkleuren van zwart-witfoto’s. Kleurenfotografie moest nog worden uitgevonden en met die kleurenplaatjes maakte het echtpaar grote indruk. Behalve vergrotingen produceerden ze ook gekleurde lantaarnplaatjes, die konden worden vertoond met behulp van een zogeheten toverlantaarn. Dat klinkt nogal primitief, maar in werkelijkheid was het een voorloper van de diaprojector die een weergave leverde van behoorlijke kwaliteit.
Het bewerken van de foto’s en de glazen lantaarnplaatjes was monnikenwerk. De details moesten met een kwastje bestaande uit soms één enkele mensenhaar worden ingekleurd. Speelman was helemaal verrukt van het resultaat en bestelde maar meteen 1200 van die lantaarnplaatjes. Het was voor de Matsons de moeder van alle opdrachten.
Speelman liet ze naar Nederland verschepen en trok met zijn unieke collectie door Nederland. Hij verzorgde volgens de overlevering evangelisatieavonden. Wat we ons daarbij precies moeten voorstellen, is niet helemaal duidelijk. Zijn kleindochter Helen zegt dat haar opa die bijeenkomsten zelf ”Palestina-avonden” noemde. Op zo’n avond werden de ’dia’s’ bekeken en besproken. Vervolgens werden nog enkele psalmen gezongen. Waar hij die avonden hield, weet Helen niet precies. Ze denkt bij mensen thuis. Zeker is wel dat hij er, zoals Helen zegt, zijn „grote liefde voor Gods land en volk” uitdroeg. Ook aan zijn kinderen gaf hij die liefde door. Dat had op Helen zo veel impact dat ze niets liever wilde dan naar Israël emigreren. In 1973 vertrok ze en nu woont ze er nog steeds.
De zoon van Speelman doneerde de complete verzameling lantaarnplaatjes in 1991 aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Dat liet ze lang op de plank liggen totdat iemand op het idee kwam er een tentoonstelling aan te wijden. Die loopt momenteel. Ik ben er vorige week geweest en ik heb genoten. Het is inderdaad de wereld van de kinderbijbel die aan de bezoeker voorbijtrekt. Van de 1200 dia’s zijn er een stuk of 50 te zien. Leprozen, waterdragers met heuse geitenlederen zakken, olijfpersers, het oude Jeruzalem zonder bestrating, veel kamelen en op vrijwel elke foto die kenmerkende dracht: de lange mantel en de keffiyeh, tulband en aanverwante hoofddoeken. Alleen de sandalen ontbreken soms.
De expositie loopt nog tot 22 februari. Ik zou zeggen: Gaan!
De Amerikaanse uitgeverij The Overlook Press (Penguin Books) heeft met toestemming van Helen Speelman een fotoboek aan de collectie gewijd, dat in het Joods Historisch Museum is te verkrijgen (€ 34,95). ”In the footsteps of Abraham” heet het. Inderdaad, in de voetstappen van Abraham. Een betere titel had het niet mee kunnen krijgen.
Website van de tentoonstelling: www.jhm.nl/gekleurdebeelden