Eén balk kan geen huis dragen
Het Chinese bewind zou geheime gesprekken hebben gevoerd met huiskerkleiders. Christenen in China zeiden deze week tegen het dagblad The Times: „De tijd van invallen, arrestaties en boetes is voorbij.” Wie zijn precies de mensen die dat nieuws doorgeven? Spreken zij de waarheid? Die vragen zijn bij informatie over landen waar christenen onder druk leven van groot gewicht. Het is nodig om nieuws over landen waar christenen lijden onder vervolging of discriminatie te toetsen.
Zo ontkende de met het communisme heulende bisschop Papp in 1983 tegenover een Nederlandse journalist dat Roemenië christenen vervolgde. Maar hij loog. De vroegere ambassadeur van Jordanië bij de VN zei vorig jaar tegen deze krant: „Jordanië zet geen mensen het land uit wegens religie. Alleen als zij de wet breken.” Hij sprak de waarheid. Zijn woorden bleken echter voorzien van een dubbele bodem. De wet beperkt christenen juist in het praktiseren van geloof.Ook mensen uit West-Europa zeggen dat het goed gaat in China. Iemand van naam, met enig gezag in Nederlandse kerken, bezocht ooit een keer dat land. Toen hij terug was, circuleerde verrassend nieuws. Zijn positie bezorgde hem ingang bij de media. De ‘gezaghebbende’ hoogleraar zei dat het goed zit met de vrijheid van godsdienst in China. ”Waarom willen ondergrondse christenen nog risico’s lopen?” Zijn kennis van de realiteit was echter beperkt. Het blijkt nodig nieuws te toetsen.
Telkens circuleren geruchten dat christenen in China minder lijden. Dat gebeurde in 1989 tijdens de Wereldzendingsconferentie in de Verenigde Staten. Maar tot ieders teleurstelling bleek ineens de Chinese delegatie verdwenen. Ook toen de Olympische Spelen vorig jaar in aantocht waren, scheen de situatie van de kerk te verbeteren. Toen het spektakel echter dichterbij kwam, nam het aantal arrestaties toe. Niet-geregistreerde christenen in China kregen het slechter.
Berichten over toenadering tussen de overheid en ‘ondergrondse’ huisgemeenten blijken vaak –hoewel niet altijd zo bedoeld– slechts propaganda. Er is stellig sprake van verbetering in China. Toen Mao met harde hand regeerde, was het zo goed als onmogelijk aan een Bijbel te komen. Nu verkoopt in grote steden de door de overheid gecontroleerde Drie-Zelfkerk literatuur. Maar talloze christenen vormen nog altijd het doel van intimidatie of zelfs vervolging.
Het Chinese bewind is bereid christenen speelruimte te bieden. Op één belangrijke voorwaarde. De eis is dat zij zich volledig onderwerpen aan wetten die de kerk beperken. Voor zulke mensen geldt mogelijk dat de tijd van arrestaties en boetes voorbij is. Maar de huiskerkleiders willen dat niet. Want hier en daar is nog steeds sprake van intimidatie. Oudere christenen, die de revolutie en het bewind van Mao meemaakten, vertrouwen de overheid niet. Mogelijk spraken mensen van het bewind inderdaad met huiskerkleiders. Maar een paar voorgangers zijn niet per definitie representatief voor alle christenen in de vele duizenden particulier bijeenkomende gemeenten. Van een kerkverband is doorgaans geen sprake bij die vrije groepen. Het gaat pas meetbaar beter in China als de wet verandert. Als drukkers zonder staatsinmenging, vrij, Bijbelse boeken bovengronds kunnen drukken. Op dit ogenblik levert dat nog arrestatie op.
Tegenover zo’n enkele melding in The Times dat „de slechte tijd voorbij is”, staan talloze minder positieve berichten. Nederlanders zeggen: Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Chinezen zeggen: Eén balk kan geen huis dragen.
Overigens lost vrijheid voor christenen in China –hoe begeerlijk ook– niet alles op. Binnen de huiskerken is sprake van een grote verscheidenheid aan opvattingen. Toerusting in de Bijbelse geloofsleer blijft nodig.