Meavita kan het nog even uitzingen
De 100.000 klanten van het noodlijdende zorgconcern Meavita kunnen in ieder geval de komende twee weken rekenen op zorg. Dat heeft staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) donderdag gezegd in de Tweede Kamer. Wel noemde ze de situatie van de zorginstelling nijpend.
De Kamer had de bewindsvrouw opgetrommeld nadat ze had gemeld dat door geldgebrek bij Meavita voortzetting van de zorg en de huishoudelijke hulp binnenkort in gevaar komt. De Kamer wilde van Bussemaker de garantie dat het zover niet zou komen.De staatssecretaris wees erop dat voor voortzetting van de huishoudelijke hulp nu eerst de 65 gemeenten aan zet zijn die zaken doen met Meavita. Voor AWBZ-hulp als verpleging en verzorging moeten de zorgkantoren samen met de instelling naar een oplossing zoeken.
Van de zorgkantoren heeft Bussemaker gehoord dat de komende twee weken de zorg overeind blijft, van de gemeenten heeft ze geen signalen gehad dat de huishoudelijke hulp van Meavita snel ophoudt. De staatssecretaris erkende dat ze wel eindverantwoordelijk is voor het overeind houden van de zorg, maar niet voor de instelling Meavita.
De Tweede Kamer viel er ook over dat Bussemaker wel alarm sloeg over Meavita, maar niet vertelde hoe het nu verder moest. De door Meavita aangekondigde opsplitsing van de instelling is ook volgens de staatssecretaris noodzakelijk om uit de problemen te komen. Maar dat is nog niet genoeg, voegde ze eraan toe.
Alle betrokken partijen praten komende week verder over de redding van Meavita. Volgende week krijgt de Kamer meer te horen over de toekomst van het zorgconcern.