Cultuur & boeken

Calvijn zoals Steven Lawson hem graag ziet

Steven Lawsons vertaalde werk over Calvijn als prediker leest vlot weg, maar laat inhoudelijk veel te wensen over. Lawson schrijft Calvijn naar zijn eigen ideaal van prediking toe, waarschijnlijk omdat hij te weinig Calvijn zélf heeft gelezen.

Ds. A. Huijgen
28 January 2009 15:41Gewijzigd op 14 November 2020 07:11

In het Calvijnjaar 2009 verschijnt een stroom van boeken over de reformator van Genève. Het is verheugend dat Calvijns prediking daarbij ook de aandacht krijgt, want lange tijd stond dit aspect van Calvijns werk nogal in de schaduw. Wie Calvijn wil kennen, moet naast zijn hoofdwerk, de Institutie, ook de commentaren en preken bestuderen.Het boek van Steven Lawson, predikant in Alabama, over Calvijn als prediker ziet er aantrekkelijk uit. Calvijns prediking beschrijven in ruim 150 bladzijden is een hele kunst. Lawson schrijft eenvoudig, zo dat iemand die op hoofdlijnen zich wil oriënteren op Calvijns prediking, gemakkelijk naar dit boek zal grijpen.

In het eerste hoofdstuk geeft Lawson een schets van Calvijns leven en erfenis, en in de zeven volgende hoofdstukken behandelt hij niet minder dan 32 kenmerken van Calvijns prediking. Dat Calvijn de Bijbel als basis van de prediking beschouwde, exegetisch precies wilde werken, letterlijke interpretatie én logische afleidingen voorstond, zijn enkele van deze kenmerken.

Vrij veel van de kenmerken die Lawson noemt, zijn zó algemeen dat ze bij bijna elke prediking passen. Dat „de prediking centraal” Calvijns prediking kenmerkt, lijkt me een open deur. Dat Calvijn „eenvoudige herformuleringen” van de tekst biedt, lijkt me evenmin specifiek voor Calvijn - het komt in vrijwel elke prediking voor.

Andere kenmerken reflecteren waarschijnlijk vooral hoe Lawson de prediking graag zou zien. Calvijn zou volgens Lawson gepreekt hebben met een „overtuigend appel”, maar dat vinden we toch bij Calvijn zeker niet altijd. Dat Calvijn blijkt gaf van „diepe concentratie” die de hoorders meesleept, moeten we maar op gezag van Lawson aannemen, maar bronnen voert hij niet aan.

Lawson gebruikt Calvijn nogal vaak voor zijn eigen punt, meer dan dat hij nauwkeurig weergeeft hoe het bij Calvijn zelf ligt. Ik krijg de indruk dat Lawson slechts een smalle selectie van Calvijns preken gelezen heeft, waarschijnlijk niet in het oorspronkelijke Frans. Verder leunt hij vooral op relatief oudere werken over Calvijns prediking. Nieuwer Franstalig onderzoek is sowieso niet verwerkt.

Lawsons werkwijze maakt niet alleen dat bepaalde kenmerken aan Calvijns prediking worden opgedrongen of worden overbelicht, maar ook dat bepaalde wezenskenmerken van Calvijns prediking verrassend genoeg vrijwel afwezig zijn. De centrale plaats van de leer van Gods voorzienigheid blijft ongenoemd, hoewel deze een veel centralere plaats krijgt in de preken dan in de Institutie of de commentaren. Ook Calvijns kennelijke voorkeur voor bepaalde beelden, zoals het beeld van de familie, blijft ongenoemd.

Merkwaardig genoeg lijkt Lawson zichzelf soms ook tegen te spreken. Waar hij op blz. 114 schrijft dat Calvijn niet inging op afdwalingen van andere theologen, beschrijft Lawson acht bladzijden verder dat Calvijn zeer scherp preekte tegen de leer van de rooms-katholieke kerk en de paus.

Lawsons welhaast grenzeloze bewondering voor Calvijn werkt storend. Zeker was Calvijn door Gods genade een groot reformator. Maar het gaat veel te ver als Lawson „naast de Bijbelschrijvers zelf” ziet als „de meest invloedrijke dienaar van het Woord die de wereld ooit heeft gekend.” Geen reformator of kerkvader kan ooit op hetzelfde niveau als Bijbelschrijvers gesteld worden. Ook de stelling dat hij „de kerk en de westerse cultuur meer dan enig ander theoloog of predikant heeft gevormd” lijkt me ten minste tekortdoen aan Augustinus, om niet meer te noemen. In dit licht verwondert het niet dat Lawson voor biografische gegevens over Calvijn vrijwel uitsluitend leunt op Beza’s biografie, die toen reeds bedoeld was als een apologie voor Calvijn.

Al met al biedt dit boek een eenzijdige belichting van Calvijn als prediker. Wat mij betreft verdient Calvijn een voetstuk, maar dan wél op basis van grondige lezing van zijn werken.

N.a.v. ”Calvijn als prediker”, door Steven Lawson; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2008; ISBN 978 90 8865 009 3; 156 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer