Niets te verbergen, maar toch angst om privacy
Burgers accepteren dat hun persoonsgegevens worden bewaard en gebruikt, maar niet omdat ze zo veel vertrouwen hebben in de zorgvuldigheid van de gebruikers ervan.
Uit onderzoek in opdracht van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) dat vandaag uitkwam, blijkt dat mensen hun kop in het zand steken omdat ze denken dat het onvermijdelijk is dat hun gegevens worden verwerkt.Het onderzoek is uitgevoerd door Regioplan ter ere van de jaarlijkse Europese dag voor de dataprotectie. Burgers die aan de enquête meededen, zeiden veelal van tevoren dat ze niets te verbergen hadden, maar schrokken toen ze hoorden wat er allemaal met hun namen, adressen, telefoonnummers, kentekens en andere gegevens wordt gedaan.
Als er zorgvuldig wordt omgegaan met hun persoonlijke informatie, vinden Nederlanders het gebruik door instanties acceptabel, vooral als ze er goed over worden geïnformeerd. Ook is het belangrijk dat mensen zelf schade kunnen voorkomen of herstellen.
Dit verlangt van de overheid en van bedrijven dat ze helderheid verschaffen over welke informatie ze gebruiken en waarom ze dat doen, zegt voorzitter Jacob Kohnstamm van het CBP. „Alleen dan kunnen burgers hun rechten op dit gebied uitoefenen.”
Hoe meer transparantie er wordt betracht, hoe beter dat ook is voor overheid en bedrijfsleven zelf, vindt Kohnstamm. „Die kan zorgen voor een groeiend vertrouwen van burgers in instellingen en grootschalige gegevensverwerkingen. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”
Door bij nieuwe wetten en regels genoeg beveiliging en bescherming in te bouwen kan de overheid het vertrouwen van de burger winnen, blijkt uit het onderzoek. Bedrijven kunnen zich onderscheiden door een helder privacybeleid en klachtenprocedures die makkelijk toegankelijk zijn. Overigens blijkt de overheid meer vertrouwen te genieten dan bedrijven.