Methodiek
De kaarten uit ”Atlas van de dagelijkse wereld” kwamen niet zomaar tot stand. De samenstellers hebben eerst talloze rapporten verzameld en doorgenomen.
Het gaat vooral om stukken van de Wereldbank, de Verenigde Naties, de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, de wereldgezondheidsorganisatie WHO, en van diverse VN-deelorganisaties zoals Unicef. Uit al die verslagen zijn de benodigde cijfers gehaald voor de ongeveer 200 landen die de wereld telt.Die getallen zijn zo bewerkt dat ze met elkaar konden worden vergeleken. Een land als Canada is qua oppervlak het tweede land ter wereld, maar telt slechts 30 miljoen inwoners, net twee keer zo veel als Nederland. Dat vraagt om een zorgvuldige en eerlijk sleutel.
Van sommige landen konden de onderzoekers maar een deel van de cijfers te pakken krijgen. In zulke gevallen berekenden zij het ontbrekende cijfer op basis van de situatie in omliggende of vergelijkbare landen. Deze methode bleek vrijwel altijd betrouwbaar te zijn.
Tabellen zijn echter nog geen landkaarten of beter gezegd cartogrammen - grafieken in de vorm van een landkaart. De auteurs hebben een door de natuurkundigen Michael Gastner en Mark Newman ontwikkelde methode gebruikt die gebaseerd is op de manier waarop inkt zich in water verspreidt, een proces dat in een wiskundige model gebaseerd op differentiaalvergelijkingen is te vangen. De onderzoekers hebben aangetoond dat zo kaarten ontstaan die recht doen aan het oppervlak van het land in werkelijkheid, aan het aantal inwoners en aan het thema waarvan op dat moment de gegevens zijn ingevoerd. Landen die op dat thema hoog scoren worden groot en andere staten vallen zo goed als weg.
Lees ook het hoofdartikel