„Janken heeft niet zo veel zin, of wel?”
„Bezorgd in plaats van boos” is hij, zegt de 22-jarige ict’er die sinds drie maanden een vaste baan heeft bij Corus. „Ik werk op contractbasis, dus ik vlieg er als eerste uit”, weet de 38-jarige onderhoudsman. „Veel minder orders, een lage staalprijs en dure grondstof: een erg lastige combinatie”, legt de Coruswoordvoerster uit.
Qua weer kan de dag niet mooier eindigen: een zonsondergang zoals alleen een heldere januariavond die biedt. Zo wordt zelfs ruwe staalindustrie sprookjesachtig. De kleumende fietsers die door de Poort Wenckebach van het staalconcern naar buiten komen, hebben er geen oog voor. Stuk voor stuk zijn ze vriendelijk, maar tegelijk gereserveerd. „Onder geen voorwaarde m’n naam erbij”, klinkt het telkens.Het camerameisje van het tv-programma ”Goedemorgen Nederland” dat –„ah, toe, ik heb maar veertig seconden nodig”– haar menselijke beelden wil schieten voor de vroege dinsdagochtend, vangt overal bot. „Never nooit met m’n kop in beeld. Vind je trouwens dat ik een tv-hoofd heb? Dacht het niet.”
De aangekondigde banenreductie –3500 wereldwijd, waarvan 800 in Nederland– was binnen het gesprek van de dag, beaamt ict’er Kees van 22. Nee, da’s niet z’n echte naam, „maar ik wil geen problemen.” De schrik zit er in. Hij en z’n honderden ict-collega’s zijn wel positief over Corus, zegt hij. „Daarom zijn we ook bezorgd, niet boos.” Het bedrijf houdt hen goed op de hoogte, vindt hij. Dat zullen de vakbonden hem niet nazeggen.
Bij Corus Nederland werken 9500 mensen. In het Dudokgebouw op het enorme hoogoventerrein legt woordvoerster Marion Smorenburg uit waarom de pijnlijke maatregel genomen móést worden. „En, voor de goede orde, het gaat om banenvermindering, we denken gedwongen ontslagen echt te vermijden.” Productie en staf zullen evenredig worden afgeslankt.
Een van de twee hoogovens staat al sinds december uit, dat betekent een productieafname van 35, 40 procent. „Auto-industrie en bouw, de twee grootste afnemers, presteren ver onder hun capaciteit. De staalindustrie zit vóór in de crisis.” De verpakkingenpoot –bier- en frisdrankblik, spuitbussen– merkt nog weinig, de consument winkelt nog gewoon in de supermarkt. „Maar de aanschaf van een auto wordt massaal uitgesteld.”
Ingehuurde diensten zijn al voor een groot deel geschrapt, zegt Smorenburg, en via een besparingsprogramma is er vanaf het vierde kwartaal 2008 „enorm op de kleintjes gelet.” Sinds 5 januari is werktijdverkorting van kracht: voor 1200 voltijdbanen, verdeeld over 6400 mensen die een of meer dagdelen minder werken. „Die zitten niet thuis op de bank: de vrije tijd wordt benut in ons Corus Training Centrum. Als we mensen nu bijspijkeren, hoeft dat later niet meer.”
Al die maatregelen konden het schrappen van de honderden banen echter niet voorkomen. „Er zijn verschillende scenario’s voor het verloop van de crisis, maar dat zij niet in een paar maanden voorbij is, is helder. Wat ons aangaat: de vraag is laag, de voorraden in de keten zijn hoog en de grondstoffen zijn duur. Tegelijkertijd weten we dat we de crisis door moeten komen zonder te verzwakken: zodra de markt weer aantrekt, dient de productie op het oude peil te zijn.”
Onderhoudsman André (38), net buiten de poort, ziet het voor zichzelf somber in. „Ik werk op contractbasis, dus ik hoef niet te vragen of mijn baan bij die 800 zit. Maar, weet je: ik ga nu niet lopen kermen tegen jou. Ik ga d’r eerst eens lekker over nadenken thuis. Janken heeft toch niet zo veel zin, of wel dan?”