Opstand in ‘Borgerokko’
In de straten van de Antwerpse wijk Borgerhout is de rust ogenschijnlijk weergekeerd. Na de moord op een Marokkaan braken daar ernstige ongeregeldheden uit. Marokkaanse jongeren raakten slaags met de politie en vernielden winkels en auto’s. Hoewel de rellen voorbij zijn, gaat de strijd verbaal onverdroten voort.
Op de plek in de Schapenstraat waar Achrak het leven liet, heerst nu een serene stilte. Bloemen op de grond markeren de plek waar het drama zich afspeelde. Hier werd op 26 november de 27-jarige Mohammed Achrak doodgeschoten door zijn buurman van 66. „Mohammed is de enige profeet/ hiermee eindigde hij zijn werelds bestaan/ in de armen van zijn dierbare broer”, luiden de laatste regels van een gedicht ter nagedachtenis aan „onze moslimbroeder, die wij niet hebben kunnen redden” en „die de wereld verliet zonder reden.” „Dit is het lot van Allah, die heeft bepaald dat onze broeder heen is gegaan in de heilige maand ramadan!” staat er op een andere afscheidsgroet te lezen.
„Dat is de moeder van Mohammed”, vertellen een paar meisjes, wijzend op een vrouw in een lang wit gewaad die net het huis inloopt. De tieners staan wat onwezenlijk bij de bos bloemen te kijken en zijn snel weer vertrokken. Even later komen er een paar neven en nichten van de vermoorde Mohammed naar buiten. „We hebben Mohammed persoonlijk niet gekend. Of de moord een racistische achtergrond heeft? Daarover hebben we geen mening. We kennen de situatie in Antwerpen niet zo goed. Wij komen uit Brussel en daar spelen deze problemen veel minder.”
Racisme
Hebben familieleden nog enige twijfel omtrent het motief van de moord, voor de meeste Marokkanen in Borgerokko -zoals de wijk wel spottend wordt genoemd- is het een uitgemaakte zaak: De moord op Mohammed Achrak was een daad van racisme. Dat de moordenaar een psychiatrisch patiënt is, lijkt voor hen weinig aanleiding om hun standpunt te nuanceren. Reden waarom ze na de moord massaal de straat opgingen om hun ongenoegen te uiten.
Daar werden ze toegesproken door Dyab Abou Jahjah, leider van de Arabisch-Europese Liga (AEL), een ’belangenorganisatie’ van Europese Arabieren. Het ex-lid van het Libanese guerrillaleger Hezbollah was er volgens de politie van Antwerpen voor verantwoordelijk dat de bijeenkomst uitliep op rellen. De dag na de moord op Achrak werd hij dan ook door de politie aangehouden op verdenking van het uitlokken van rassenrellen. Afgelopen dinsdag liet justitie in Antwerpen hem weer vrij, op voorwaarde dat hij zich de komende drie maanden onthoudt van deelname aan publieke manifestaties.
Naar aanleiding van de rellen kwam de Antwerpse gemeenteraad afgelopen maandag in een extra raadszitting bijeen. Daar eiste de woordvoerder van het Vlaams Blok, Filip Dewinter, het vertrek van burgemeester Leona Detiège en de wethouder van Integrale Veiligheidszorg, Dirk Grootjans. „De besluiteloosheid van uw bestuur, het getreuzel en geaarzel, het onvoldoende kordaat optreden van deze meerderheid zijn grotendeels verantwoordelijk voor de oorlogssituatie waar Borgerhout sinds vorige week dinsdagavond is in terechtgekomen”, zo sprak Dewinter de burgemeester toe. Verder verweet hij Grootjans „bestuurlijke incompetentie.”
Maatregelen
In het stadhuis van Antwerpen wijst Grootjans de kritiek van de hand. „We hebben natuurlijk te maken met de grondwettelijk gewaarborgde vrijheden als vrijheid van meningsuiting en vergadering. Die kan de gemeente niet zomaar naast zich neerleggen. Daar moeten gegronde redenen voor zijn.”
Het bestuur meende die te hebben gevonden na een demonstratie begin april van de AEL tegen het Israëlische optreden in de Palestijnse gebieden. Die betoging ontaardde eveneens in rellen en vernielingen. Twee nieuwe verzoeken van de AEL om te mogen demonstreren, werden volgens Grootjans om die reden geweigerd. „Bovendien wil de AEL het Joods-Palestijnse conflict introduceren in de straten van Antwerpen en dat vinden wij absoluut ongepast”.
De AEL stapte daarop naar de rechter, vervolgt de wethouder, die lid is van de Vlaamse Liberale Democraten (VLD). „Die kwam tot de conclusie dat de juridische motivatie om de betoging te verbieden, onvoldoende was, zodat we een nieuwe betoging moesten toelaten. De kritiek dat wij niet voldoende zijn opgetreden tegen de AEL, vind ik dus ongegrond.”
Ook na de rellen van afgelopen dinsdag heeft de gemeente voldoende stevige maatregelen genomen, is de mening van de bestuurder. „We hebben in een crisisberaad besloten niets meer te dulden. De politie heeft nu de mogelijkheid om mensen preventief aan te houden. En dat is de op de tweede dag van de rellen ook daadwerkelijk gebeurd. Toen zijn 140 mensen preventief opgepakt.” Die zijn inmiddels wel weer vrijgelaten, „maar hun identiteit is genoteerd.”
De mensen die de AEL aansturen, zijn gevaarlijk, vindt de Antwerpse wethouder. „Ze verzetten zich tegen integratie. Ze roepen openlijk op om de eigen cultuur niet te verloochenen, zoals ze dat noemen. Alsof je cultuur wordt beïnvloed door het land waar je oorspronkelijk vandaan komt en niet door de plaats waar je geboren bent. We hebben het hier immers over de tweede en derde generatie immigranten, mensen die hier geboren zijn. De theorie van de AEL is dezelfde als die van nazi- Duitsland, waar men vond dat alle Germanen zich moesten verenigen. We hebben gezien waartoe dat heeft geleid.”
Over de vraag of de AEL moet worden verboden, zal de rechtbank zich moeten buigen, vindt Grootjans. „Als de AEL doorgaat op de huidige weg, vind ik persoonlijk van wel. Maar langs de geëigende kanalen. Justitie moet daarover in alle objectiviteit oordelen.”
Moddercampagne
„Meneer Grootjans heeft geen respect voor de vrijheid van meningsuiting. Hij is een klein vogeltje, dat meedoet aan de moddercampagne tegen de AEL. We hebben al een klacht ingediend tegen de burgemeester en als het moet, krijgt ook hij een proces aan zijn broek”, zegt Ahmed Azzuz -na Abou Jahjah de tweede man van de AEL- in zijn appartement in Borgerhout. Veel tijd voor een interview heeft hij niet vanwege het suikerfeest, het officiële einde van de vastenmaand ramadan.
De AEL is een organisatie die opkomt voor de belangen van de Arabische gemeenschap en die zich volkomen houdt aan de Belgische wetten, vertelt Azzuz. Beweringen als zou Abou Jahjah op grond van een schijnhuwelijk de Belgische nationaliteit hebben verworven en als zou de AEL worden gefinancierd door verboden terroristische organisaties, doet Azzuz als laster van de hand. „Eerst werden we gemarginaliseerd, nu worden we gecriminaliseerd. Veel politici zijn gefrustreerd over ons succes. Ze zijn er nog niet aan gewend dat Arabisch-islamitische mensen opkomen voor hun recht op een eigen identiteit, cultuur en godsdienst.”
Voor de recente rellen en die van april acht hij zijn organisatie niet verantwoordelijk. „De rechter heeft ons in het gelijk gesteld en gezegd dat wij niet verantwoordelijk zijn voor wat er in april is gebeurd. Tijdens de demonstratie wisten wij de 5000 betogers rustig te houden. De rellen begonnen pas na afloop van de bijeenkomst.”
De politie is volgens Azzuz zelf verantwoordelijk voor de ongeregeldheden. „Vooraf hebben wij de agenten ervoor gewaarschuwd dat ze de betogers niet moesten laten vertrekken in de richting van het centraal station, waar veel leden van de Joodse gemeenschap wonen. Tegen ons uitdrukkelijk advies in deden ze dat toch, met de bekende gevolgen.”
Pintje drinken
De bewering dat de AEL tegen integratie zou zijn, vindt Azzuz onjuist. „We zijn voor integratie. Maar dat wordt vaak gedefinieerd als assimilatie, en daarop zijn wij tegen. Assimilatie wil zeggen dat we geen moslim meer mogen zijn, dat we samen met de Belgen in het café een pintje moeten gaan drinken. Het is al zo ver dat een politicus heeft voorgesteld om onze Arabische namen te vervangen door autochtone. Men is geschift geworden.”
Van het verwijt dat de AEL het conflict in het Midden-Oosten naar Europa importeert, wil Azzuz ook niets weten. „Het is mijn recht als staatsburger van België om welke demonstratie dan ook te organiseren. Ik ben burger van dit land en heb daarom evenveel recht als ieder ander om mijn mening naar buiten te brengen. Ik hoef mij niet aan te passen aan hoe anderen denken.”
Dat het omgekeerde in de Arabische wereld niet mogelijk is, vindt Azzuz niet relevant. „Iemand die dat zegt, erkent mij niet als Belgisch staatsburger. En België is een democratie. Overigens staan in Marokko veel synagoges en kerken, en niet verstopt in hangars zoals de moskeeën in België. Joden en christenen in Marokko hebben evenveel rechten als de Marokkanen zelf.”
Joodse gemeenschap
Er bestaat een aantoonbaar verband tussen het begin van de tweede intifada, het verschijnsel AEL en de groeiende agressie jegens de Joodse gemeenschap, denkt advocaat Marc Gross, lid van de raad van bestuur van de Israëlitische Gemeente van Antwerpen, ”Shomre Hadas” (Bewaarders van het Geloof). Na de onlusten van vorige week werd afgelopen weekend een molotovcocktail gegooid naar een synagoge. Dat was niet de eerste keer dit jaar. Bovendien zijn Joodse burgers volgens Gross de laatste twee jaar in toenemende mate het slachtoffer geworden van geweld op straat vanwege hun Joodzijn.
„Het zijn verschijnselen die we in Antwerpen nooit hebben gekend”, zegt de advocaat. „In Borgerhout woonden na de Tweede Wereldoorlog veel Joden. Een deel van hen is weggetrokken, maar de minstbedeelden en voornamelijk de orthodoxe Joden zijn gebleven. De wijk was lange tijd een voorbeeld voor de manier waarop de Joodse en de Arabische gemeenschap in vrede naast elkaar konden leven.”
Tekenend voor het huidige klimaat is de recente plaatsing in Antwerpen van betonblokken voor de gevels van Joodse gebouwen als scholen en synagogen. „Tot voor kort gold er een parkeerverbod voor Joodse instellingen. Als dat werd overtreden, sleepte de politie de voertuigen weg. Daar ging uiteraard enige tijd overheen. De politie vond een parkeerverbod echter niet langer voldoende en plaatste daarom de betonblokken.”
Gross maakt zich ook zorgen over wat hij noemt de groeiende banalisering. „Als een Jood op straat wordt aangevallen door iemand van de moslimgemeenschap, maakt de politie daarvan slechts een notitie. Het vormt geen aanleiding meer tot onderzoek. Het is een incident geworden.” Ook voelt de advocaat zich in de steek gelaten door de politiek. „Van geen enkele politiek leider in België hebben we een duidelijke veroordeling gehoord van het gooien van molotovcocktails naar synagoges.”
De toenemende uitingen van antisemitisme beperken zich niet tot Antwerpen, maar staan in een Europese context, vreest Gross. Over de huidige ontwikkelingen in Europa is hij allesbehalve gerust. „Neem mevrouw Duisenberg met haar 6 miljoen handtekeningen. Het is niet voor te stellen dat iemand dat in de jaren tachtig durfde te zeggen. Het is een gevaarlijke ontwikkeling. Mensen veroorloven zich vandaag uitspraken die tien, vijftien jaar geleden nog onmogelijk waren.”
„De Joden beginnen zich langzaam af te vragen of de rust die ze na de Tweede Wereldoorlog hebben gekend, niet een periode van sublimeren van antisemitische gevoelens is geweest”, zegt Gross. „Gevoelens die in de maatschappij leefden, maar die niet konden worden geuit omdat het maatschappelijk niet aanvaardbaar was.”