Laat zondag rustdag blijven
De plannen om misbruik van de toeristische bepaling van de Winkeltijdenwet tegen te gaan zijn toe te juichen, vindt Peter Schalk. Het wetsvoorstel daartoe van SGP en SP is beter dan dat van minister Van der Hoeven.
Zet een paar klompen neer en een gemeente is toeristisch gebied. En ja, dan mogen de winkels elke zondag open. Dat was de conclusie van de RMU een aantal jaren geleden toen de Winkeltijdenwet werd aanvaard.Deze week werd opnieuw duidelijk hoe scherp de verhoudingen liggen als de zondag in het geding is. Voor de libertijnen van D66 was het dreigement van het Platform Detailhandel Nederland dat er 15.000 tot 20.000 banen verdwijnen als de zondagsopenstelling wordt aangepast, zelfs reden om in de Tweede Kamer een spoeddebat aan te vragen.
Dat de redenering volslagen onzin is, mag duidelijk zijn. De aanpassing in de Winkeltijdenwet heeft alleen tot doel om misbruik van de wet tegen te gaan. Dus als daardoor banen zouden verdwijnen, dan gaat dat ten eerste om onwettige banen. En ten tweede gaat de redenering nog niet op, want de euro’s worden toch wel uitgeven. Door verandering in de winkeltijden verandert het uitgavenpatroon niet, maar alleen het uitgavenmoment.
Volgens de Winkeltijdenwet mogen winkels zes dagen per week open zijn van ’s morgens zes uur tot ’s avonds tien uur. Daarnaast kan een gemeente twaalf koopzondagen aanwijzen. En dan is er de toeristische bepaling, die inhoudt dat in een toeristisch gebied de winkels alle zondagen open mogen.
Het was te verwachten dat deze wet misbruikt zou worden. Vooral grote steden rommelen constant met de regeling. Natuurlijk, als je een eeuwenoude historische binnenstad hebt met veel toeristen is het heel aantrekkelijk om de stad tot nog grotere hoogten op te stuwen. Maar ook een plaats als Almere noemt zich toeristisch, terwijl de mensen daar nu toch niet echt in groten getale naartoe trekken voor een dagje uit.
Almere is overigens niet de enige. Van de 443 gemeenten maken er 157 (af en toe) misbruik van de regeling, 35 procent dus. Dat is niet mis. Stel dat 35 procent van de horeca het rookverbod zou negeren, of dat 35 procent van de ouders de leerplichtwet aan zijn laars lapte. Ondenkbaar!
Structureel
Het is dan ook goed dat de Winkeltijdenwet nog eens goed bekeken wordt. Er bestaan inmiddels twee voorstellen voor aanpassing van de wet. Het eerste komt van minister Van der Hoeven van Economische Zaken, het tweede is van de SGP samen met de SP.
Beide wetsvoorstellen beogen de wetgeving te verbeteren, maar er is een belangrijk onderscheid. De minister wil de wet zo aanpassen dat alleen bij toeristische activiteiten van substantiële omvang het toeristische regime mag worden toegepast, waarbij gekeken wordt naar de verschillende belangen.
Het initiatiefwetsvoorstel van SGP/SP gaat een stap verder door te stellen dat de toeristische bepaling alleen mag worden toegepast bij toeristische activiteiten van structurele en uitzonderlijke aard en omvang. Daarbij wordt vooral waarde gehecht aan de motivering.
Er is nadrukkelijk verschil tussen deze beide opties. ”Structureel” biedt duidelijkheid en is volgens objectief meetbaar. Bij ”substantieel” ligt dat veel moeilijker. Dat is een arbitrair begrip en het kan ook nog eens incidenteel van aard zijn. En eerlijk gezegd is dat al geregeld door de mogelijkheid van twaalf koopzondagen per jaar.
Het wetsvoorstel van SGP/SP doet recht aan de geest van de huidige Winkeltijdenwet. Het gaat uit van toeristische activiteiten met een structureel karakter, dus waarbij sprake is van een bepaalde continuïteit.
Het is overigens duidelijk dat hiermee niet is gezegd dat beide politieke partijen het eens zijn met dergelijke toeristische activiteiten op zondag. Maar beide partijen, SGP én SP, nemen wel de verantwoordelijkheid om zo helder mogelijk de wetgeving neer te zetten, zodat misbruik wordt tegengegaan.
Centraal niveau
Daarbij zou het wijs zijn om eventuele aanvragen om als toeristisch gebied te worden aangewezen op centraal niveau, dus departementaal, te beoordelen. Dat voorkomt ongelijkheid, willekeur en subjectiviteit per gemeente. Bovendien worden gemeenten dan adequaat ondersteund. Dat lijkt ook nodig nu uit de cijfers blijkt dat 35 procent van de gemeenten oneigenlijk gebruikmaakt van de huidige regeling.
Daarenboven is het belangrijk dat door de aanpassing van de wet de zondagsrust wordt bevorderd. De zondag is bedoeld als rustdag, een heilzame dag. Dat principiële standpunt blijft leidend, terwijl daarnaast de sociale, economische en maatschappelijke argumenten van belang zijn.
De auteur is raad van bestuur van de RMU.