Walchers landschap bepaald door oorlog
De Tweede Wereldoorlog heeft het aanzien van Walcheren intens gewijzigd. Een recent verschenen landschapsatlas van het gebied legt dat haarfijn bloot.
Walcheren heeft de status van nationaal landschap. Dat is niet zo gek, zegt geograaf Kees Bos, een van de initiatiefnemers én medeauteur van de onlangs verschenen ”Landschapsatlas van Walcheren”, een kolossaal boek dat de ontwikkeling van het Walcherse landschap minutieus in beeld brengt. „Het is een prachtig, open landschap dat tegelijkertijd heel veel afwisseling kent. Neem de Manteling, het meest westelijke stukje Walcheren. Het duinlandschap met bebossing erachter is alleen al een apart boek waard.”Met name de Tweede Wereldoorlog trok onuitwisbare sporen door het Walcherse landschap. De inundatie, het strategisch onder water zetten van Walcheren in 1944, zorgde voor immense schade aan huizen en akkers.
Bij het herstel na de oorlog werd een nieuw landschap geschapen, geënt op het vorige. Toch kwamen er veranderingen: niet langer een kleinschalig verkavelingsvertoon, niet langer de kenmerkende meidoornhagen langs de perceelgrenzen, niet langer tal van bochtige weggetjes. „Dit alles maakt Walcheren een goed voorbeeld van een naoorlogse ruilverkaveling die is uitgevoerd aan de hand van een landschapsplan”, zo verdedigen de ministeries van LNV en VROM hun verkiezing van Walcheren tot nationaal landschap.
Bos is het daarmee eens, maar benadrukt vooral de kleinschaligheid die bewaard is gebleven. „Kreekruggen en poelgronden hebben door de eeuwen heen het karakter van het landschap bepaald. Dat is gelukkig nog steeds zo. De wegen die over de kreekruggen lopen zijn beplant met bomen, de andere wegen niet. Walcheren is nooit een soort Flevopolder geworden.”