Cultuur & boeken

Fundamentele strijd der geesten

Over het Réveil en zijn voormannen als Bilderdijk en Da Costa is veel geschreven. Standaardwerk blijft het magnum opus van Elisabeth M. Kluit ”Het protestantse Réveil in Nederland en daarbuiten 1815-1865” (1970) en van de meer recente literatuur moge genoemd worden het met veel affiniteit geschreven werk van W. van der Zwaag, ”Twaalf Réveilgetuigen. Willem Bilderdijk en zijn geestverwanten” (2003).

Dr. O. W. Dubois
21 January 2009 09:50Gewijzigd op 14 November 2020 07:08

In alle Réveilliteratuur wordt natuurlijk aandacht besteed aan de geschriften waarmee de Réveilmannen ten strijde trokken tegen de vroegnegentiende-eeuwse tijdgeest met zijn geloof in de rede en de autonomie van de mens. Een strijd die met grote ernst en inzet werd gestreden. Geen wonder: het orthodox-protestantse en tegelijkertijd romantisch getinte Réveil, dat het leven en de geschiedenis zag als een strijd tussen Gods Rijk en dat van de wereld, voelde zich geroepen tot verzet tegen een verlicht-christelijk wereldbeeld waarin het geloof in vooruitgang en zedelijke volmaking centraal stond.In het algemeen heeft de Réveilliteratuur zich beperkt tot de inhoud van bekende geschriften, zoals Schotsmans ”Eere-zuil” (1816) en Da Costa’s ”Bezwaren” (1823), terwijl andere geschriften minder of niet aan de orde komen. Evenmin is er veel aandacht besteed aan de receptie -de wijze waarop een tekst wordt verstaan of beoordeeld- van de strijdschriften van de Réveilkring in verlichte kring.

In deze leemte is nu voorzien door een omvangrijke dissertatie van A. Kagchelland en M. Kagchelland (vader en zoon) over de confrontatie van het vroege Réveil met de verlichte tijdgeest. Deze confrontatie laten ze beginnen met een geschrift van de orthodoxe predikant Nicolaas Schotsman, ”De Kunstgrepen, waarvan het hedendaagsch Ongeloof zich bedient om den Godsdienst door den Bijbel en den Bijbel door den Godsdienst te bestrijden” (1816), een reactie op ”Christendom en Hervorming, vergeleken met den Protestantschen Kerkstaat, bijzonder in de Nederlanden” (1815) van de Groninger jurist Hendrik Willem Hoving.

Dit geschrift heeft destijds grote opschudding in de Hervormde Kerk veroorzaakt, en het is daarom merkwaardig dat het in kerkhistorische handboeken en veel Réveilliteratuur niet wordt genoemd; zowel in bijvoorbeeld het nieuwe ”Handboek Nederlandse Kerkgeschiedenis” (2006) als bij Kluit zoekt men tevergeefs een vermelding.

Getrouwe schildwacht
Na weergave van de inhoud van Hovings boek, dat een bijdrage wilde zijn „aan de verwezenlijking van een universeel-humanitair Christendom, dat de aangeboren redelijk-zedelijke beginselen in de mens tot grondslag heeft”, en de kritiek hierop van zowel Schotsman als van onder anderen de Groninger godgeleerde Herman Muntinghe, wordt een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan Schotsmans verdere strijd als „een oude getrouwe schildwacht” van de orthodoxie.

Vanzelfsprekend komt hierbij zijn bekende ”Eere-zuil ter gedachtenis van de voor twee honderd Jaren te Dordrecht gehouden Nationale Synode” (1819) ter sprake, terwijl natuurlijk, passend binnen de opzet van dit boek, tevens wordt ingegaan op de receptie van deze en andere geschriften van Schotsman en zijn tijdgenoten.

In het voetspoor van Schotsman traden Willem Bilderdijk, voor zijn verlichte tijdgenoten de verpersoonlijking van de zwartste reactie, en zijn leerlingen, met name Da Costa, wiens tweedelige bundel ”Poëzy” (1821-1822) een prelude vormde op zijn ”Bezwaren tegen den geest der eeuw” (1823), dat alles aanviel wat verlicht Nederland lief was. Buitengemeen groot was de vaak sterk persoonlijk getinte verontwaardiging en in een stroom van recensies, artikelen, pamfletten en hekeldichten werd Da Costa, voor wie het evenals voor zijn geestelijke vader Bilderdijk in principe ging „om de proclamatie van Gods majesteit en genade tegenover de autonomie en zelfgenoegzaamheid van de verlichte mens, die zich in staat achtte met zijn rede alles te kunnen bereiken en beheersen”, beschimpt en belasterd.

Vaccinatie
Eenzelfde lot trof Bilderdijk, die het in zijn ”Toelichting op de Bezwaren” (1823) voor zijn leerling had opgenomen. Na de ”Bezwaren” zette Da Costa tot 1826 in een reeks van geschriften zijn aanval op de tijdgeest voort en ook deze riepen weer sterke reacties op. Deze ongemeen boeiende beschrijving van de controverse tussen Da Costa en zijn verlichte tijdgenoten beslaat ruim een derde deel van de tekst en mag misschien gezien worden als het hart van het boek.

De ”Bezwarenstrijd” blijft een boeiend verschijnsel in de Nederlandse geestesgeschiedenis. Zelden zijn de tolerantiegrenzen van verlichters zo beperkt gebleken.

Tot de Réveilstrijdschriften behoorden ook ”Bestrijding der Vaccine of de Vaccine aan de Beginselen der Godsdienst, der Rede en der ware Geneeskunde getoetst” (1823) van de bekeerde joodse arts Abraham Capadose, en ”Keert u tot Hem die slaat. Eene Christelijke Opwekking aan de Nederlanders; bij Gelegenheid van de tegenwoordige Overstroomingen” (1825) van Algernon Sydney Thelwall, predikant van de English Episcopal Church te Amsterdam, geschreven naar aanleiding van de watersnood van 1825 waarbij 800 mensen waren omgekomen. Beide geschriften riepen hevige reacties op, waarbij de felheid van de tegengeschriften tegen Capadoses ”Bestrijding”, zo schrijven de auteurs van deze dissertatie, vooral te wijten was aan het optreden van Capadose, die zijn vaccinerende collega’s publiekelijk wel erg zwart voorstelde, terwijl men Thelwall maar een lastige rustverstoorder vond.

Felheid
De schrijvers, wier mooie en trefzekere stijl afzonderlijke vermelding verdient, hebben met dit boek een indrukwekkende prestatie geleverd. Voor het eerst kunnen we nu beschikken over een zo volledig mogelijk overzicht van inhoud en vooral receptie van de strijdschriften van het Réveil in het eerste kwart van de negentiende eeuw. We zijn getuige van een strijd die aan beide zijden met grote felheid en niet altijd even verheffend is gestreden. Maar positief moge deze felheid gezien worden als weerspiegeling van een fundamentele strijd der geesten. Een strijd tussen een humanitair-verlicht christendom en een klassiek-orthodox christendom.

Het is een grote verdienste van de auteurs dat zij deze strijd op uiterst consciëntieuze wijze hebben weergegeven en zich nergens tussen de lezer en de tekst plaatsen; steeds weer treft hun rustige en evenwichtige toon. Dit bijzonder mooi uitgegeven boek is een waardevolle aanwinst voor de geschiedschrijving over de vroege negentiende eeuw in het algemeen en het Réveil in het bijzonder.

N.a.v. ”Van dompers en verlichten. Een onderzoek naar de confrontatie tussen het vroege protestantse Réveil en de Verlichting in Nederland (1815-1826)”, door A. Kagchelland en M. Kagchelland; uitg. Eburon, Delft, 2009; ISBN 978 90 5972 276 7; 797 blz.; € 49,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer