Kerk & religie

Niet genoeg

„Zijt mij genadig, Heere, want ik ben verzwakt.”

21 January 2009 08:57Gewijzigd op 14 November 2020 07:08

Psalm 6:3In het begin van deze psalm heeft David in alle nederigheid de toorn van God afgebeden. In de volgende woorden geeft hij te verstaan dat dat nog niet genoeg is. Hij verlangt integendeel ook wederom bij Hem in genade te zijn. Daarom zegt hij: „Zijt mij genadig, Heere, want ik ben verzwakt.” Het is alsof hij zegt: De zwakheid van mijn vlees heeft mij doen zondigen, die heeft mij ellendig doen worden. Mijn ellende drijft mij nu om om genade te smeken en te zeggen: Zijt mij genadig, Heere. Indien mijn ellende zonder zonde was, ik zou twisten met Uw gerechtigheid. Nu mijn zonden zo groot en zo veel zijn, pleit ik op Uw barmhartigheden.

De zonde brengt de mens in ongenade bij God, zoals we hier zien bij David. Zo zegt ook Mozes, als hij over de toorn van God klaagt: „Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns.” Wanneer de hemel soms in plaats van zijn dauw enkel donderstralen neerschiet, komt deze stem niet van de hemel, maar van de aarde. Zo ook wanneer de Heere zijn ongenade over ons uitstort. Dat komt door onze zonden, maar het komt niet van Hem.

Johan Lodewijk Langhans,
(”Davids boetvaardigheid”, 1725)

hofprediker van de Palts

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer