Mist rond Van Middelkoop
De Telegraaf zet minister Van Middelkoop (Defensie) sinds het vragenuurtje van dinsdag consequent neer als leugenaar. Maar klopt dat wel? Een reconstructie.
Vlak voor Kerst bezoekt Van Middelkoop de Nederlandse militairen in Uruzgan, vergezeld door journalisten van De Telegraaf en het Nederlands Dagblad. In het vliegtuig naar Afghanistan praten de drie bij de toiletten over uitlatingen van premier Balkenende. Die zei half december dat er een „nieuw weegmoment” ontstaat als de nieuwe Amerikaanse president Obama Nederland vraagt zich langer in te zetten in Afghanistan.De minister laat zich in de informele setting ontvallen dat „Obama kan bellen wat hij wil, na 2010 komt er geen nieuwe, grote missie in Afghanistan. Daar is de Nederlandse krijgsmacht niet toe in staat.” Wel kan hij zich voorstellen dat er een „nieuwe, kleine missie” komt, „maar niets grootscheeps.” De citaten komen terug in een officieel interview in het Nederlands Dagblad op 27 december. Dat vraaggesprek heeft Van Middelkoop vooraf gelezen en goedgekeurd.
De Telegraaf, die de minister niet heeft verzocht om een interview en is meegegaan naar Uruzgan voor een sfeerverhaal, gebruikt de uitlatingen van Van Middelkoop ook en tekent in de krant van 27 december op: „De nieuwe Amerikaanse president Obama kan me tien keer bellen, maar onze missie in Uruzgan stopt augustus 2010. We gaan ook niet naar een ander gebied. Dat is geen optie.”
„Zo’n missie legt teveel beslag op militairen en materieel. Geef me een grotere krijgsmacht, dan kan het misschien, maar nu kan er geen sprake van zijn. En ook niet van het opnieuw wegen van de belangen die langere uitzending mogelijk zou kunnen maken. Dat heb ik ook in de ministerraad gezegd.”
De tekst van het Telegraafartikel wordt gelezen door de directie voorlichting en communicatie van het ministerie van Defensie en door hen goedgekeurd. De minister krijgt de tekst pas op 27 december onder ogen, als die al is gepubliceerd.
Op zondag 11 januari publiceert De Telegraaf een interview met minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. „Ik ga niet bij voorbaat zeggen dat dit het is”, zegt Verhagen, doelend op de missie in Uruzgan die eind 2010 afloopt. Hij houdt daarmee nadrukkelijk een langer verblijf van Nederlandse militairen in Afghanistan open. Net als Van Middelkoop overigens, die immers een kleinere missie in dat land niet uitsluit.
SP-Kamerlid Van Bommel roept Van Middelkoop op dinsdag 13 januari naar het vragenuurtje in de Kamer om opheldering te vragen „over de uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken over verlenging missie in Uruzgan (De Telegraaf, 11 januari 2009).” Verhagen is op dat moment op reis in Azië.
In de voorbereiding op het vragenuur focust Van Middelkoop zich alleen op het interview met Verhagen in De Telegraaf van 11 januari. Het artikel over hemzelf in De Telegraaf van 27 december zit niet in de map die hij van tevoren van zijn ambtenaren krijgt.
In het vragenuur zegt Van Middelkoop dat zijn citaten in De Telegraaf van 27 december „volkomen uit de lucht gegrepen” zijn. „Ik heb nooit een interview gegeven aan De Telegraaf.” Dat klopt, de citaten die De Telegraaf heeft gebruikt, waren uitgesproken in een informeel samenzijn tijdens de vliegreis naar Uruzgan.Van Middelkoop vervolgt: „Of ik de uitspraken over Obama wel of niet heb gedaan, doet er niet toe. Ik heb ze nooit gedaan in de vorm van een interview, laat staan dat ik ze heb geautoriseerd.” Dat is feitelijk niet helemaal juist. Ze zijn weliswaar niet gedaan in een officieel vraaggesprek, maar naderhand wel verwerkt in een interview dat het Nederlands Dagblad later in Uruzgan had met Van Middelkoop. Dat vraaggesprek is voor publicatie door de minister goedgekeurd. In het vragenuur doelt hij echter louter op De Telegraaf, waaraan hij inderdaad geen interview had gegeven.
De Telegraaf reageert woedend op de antwoorden van Van Middelkoop in het vragenuurtje. Het artikel was correct, meent de krant, die contact opneemt met het ministerie van Defensie. Dat brengt ’s avonds een verklaring uit waarin staat: „Dit artikel (in De Telegraaf van 27 december, KdG) is evenwel vooraf niet door de minister maar wel door medewerkers van de directie Voorlichting en Communicatie gezien en kon dus door De Telegraaf als geautoriseerd worden beschouwd. Met deze kennis laat de minister weten dat hij daarom beter niet had kunnen spreken over „uit de lucht gegrepen citaten.””
De Kamer blijft in verwarring achter en besluit een nieuw debat aan te vragen. Dat vindt volgende week donderdag plaats.
De Telegraaf spuwt intussen vuur: „Als de leugen regeert in de Tweede Kamer, dan is de jokkende minister Van Middelkoop (Defensie) niet alleen zijn gezag, maar ook zijn geloofwaardigheid kwijt”, aldus de commentator in de krant van 15 januari. „De bizarre sprookjes die de bewindsman van de ChristenUnie, een partij die nota bene waarden en normen heilig heeft verklaard, in het parlement heeft opgehangen over een interview met De Telegraaf, zijn een minister onwaardig. (…) De positie van deze minister is onhoudbaar geworden. Of de man trekt zelf zijn conclusies, of zijn partij vervangt de bewindsman door een zwaargewicht.”
De feiten weerspreken deze aantijgingen. Gelogen heeft de minister niet. Immers, hij hééft geen interview gegeven aan De Telegraaf. Wel heeft hij tijdens het vragenuurtje in stevige woorden abusievelijk verklaard dat de citaten in De Telegraaf „uit de lucht gegrepen” waren. Die vergissing laat hij dinsdagavond onmiddellijk met een verklaring corrigeren, als De Telegraaf zijn ministerie op het misverstand heeft gewezen. De uitspraken van de bewindsman zijn bovendien inhoudelijk consistent.De grote vraag is echter of de inhoud volgende week bij het spoeddebat nog telt, of dat dan de beeldvorming wint.