Opinie

Supersnelrecht zeepbel noch haarlemmerolie

Het positieve aan het supersnelrecht is dat de tijd tussen arrestatie en berechting zo kort mogelijk is, vindt prof. mr. E. F. Stamhuis . Maar een preventieve werking heeft het helaas niet.

9 January 2009 18:17Gewijzigd op 14 November 2020 07:03

De supersnelle berechting van verdachten van oudejaarscriminaliteit is in de vier grote steden daadwerkelijk gelukt. De berichten dat het een succes was, kwamen al snel naar buiten. Een organisatorisch succes voor justitie, alleen verstoord door het geringere enthousiasme in Amsterdam.Er is nogal wat voor nodig om in een paar dagen de noodzakelijke stukken te verzamelen en deze op tijd in het juiste dossier in de juiste zittingszaal te krijgen met de juiste verdachte erbij. Alle partijen moeten meewerken: de politie voor het proces-verbaal, het parket voor de dagvaarding en het dossier (dat ook nog eens digitaal moest zijn), de strafsector van de rechtbank voor de planning en organisatie van de zitting, de advocatuur voor de rechtsbijstand.

Als de supersnel veroordeelden op grote schaal in hoger beroep gaan, is de snelheid er echter uit. Daarbij zie ik nog een riskant puntje. Als hoger beroep ingesteld wordt, kan de verdachte gewoon vast blijven zitten tot de berechting voor het gerechtshof. Wanneer in hoger beroep een vrijspraak volgt, heeft de gewezen verdachte wel recht op schadevergoeding. Misschien dat dit risico voldoende is ondervangen door alleen bewijstechnisch eenvoudige zaken te nemen, maar dat moeten we even afwachten. Ook bij de rechtbanken zijn er al vrijspraken geweest.

Je kunt succesvol ook anders opvatten dan efficiënt. Blijkens de mededelingen van het OM moet de supersnelheid een preventief effect opleveren, met name door de aankondiging vooraf. Hoezeer dit streven naar preventie door snelheid misschien ook aansluit bij ons gezonde verstand, er is jammer genoeg weinig heil van te verwachten.

Het eventuele succes is sowieso niet te meten, omdat een rustiger verloop van de oudejaarsnacht altijd een veelvoud van oorzaken zal hebben. Bovendien is wetenschappelijk onderzocht of snelheid wel tot vergroting van de preventieve werking van het straffen leidt. Het antwoord is: nee.

Alleen van supersnelle berechting (die niet is onderzocht) zou misschien enige afschrikking kunnen uitgaan, maar dan vooral voor de berechte daders en niet voor de potentiële daders, wat in dit geval de bedoeling was. En ach, de berechte daders zijn op oudejaarsdag 2009 hun straf vermoedelijk al weer vergeten, als zij onder invloed van drank, wiet en wat dies meer zij, met een groep kameraden gaan lol trappen in de stad. Behalve misschien zij die huisarrest hebben gekregen voor de volgende jaarwisseling. Hopelijk houden ze zich daar aan.

Taakstraf
Ten slotte, één voordeel van supersnelle berechting verdient nog de aandacht. In Nederland komt het veel voor dat iemand pas maanden na zijn veroordeling een oproep krijgt om zijn vrijheidsstraf uit te zitten. Het effect van oefenen met supersnelrecht kan zijn dat we er eindelijk in gaan geloven dat we van dit kwaad kunnen afkomen. Daar is behalve snelle berechting in de eerste dagen (of weken) na de arrestatie nog veel meer voor nodig, maar het begin is er.

Wel is een waarschuwing op zijn plaats. Het is bekend dat iemand die vastzit op het moment van berechting een grotere kans heeft op een zwaardere straf dan iemand die vrij rondloopt. Dat effect moet bij het supersnelrecht bestreden worden. Als een taakstraf passend is, moet het ook een taakstraf worden, ook als de verdachte vast zit.

Reden te meer om de tijd tussen arrestatie en berechting kort te houden; zo kort als maar kan met behoud van kwaliteit.

De auteur is hoogleraar strafrecht aan de Open Universiteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer