Consument

Vrouw speelt mooi weer

Waar een schapendarm al niet goed voor is. Bij mooi weer komt een vrouw uit de deur van het weerhuisje. Valt er regen, dan laat een man zijn gezicht zien. Clemens van Rijthoven (53) uit Wijk en Aalburg redde ruim dertig van deze weervoorspellers van de ondergang.

9 January 2009 13:47Gewijzigd op 14 November 2020 07:03

„Al toen ik een klein kind was, hadden weerhuisjes aantrekkingskracht op mij”, herinnert Van Rijthoven zich. „Hoe wisten man en vrouw wanneer ze tevoorschijn moesten komen?” Inmiddels is de verzamelaar, kunst- en cultuurdocent aan het Prinsentuin College in Andel, achter het geheim: „Weerhuisjes zijn vochtigheidsmeters. Het draaiplateau in het huisje waarop een mannetje en een vrouwtje staan, hangt aan een opgerolde schapendarm. Deze zwelt op bij een stijgende luchtvochtigheid en duwt vervolgens de manspersoon naar buiten. Bij drogere lucht krimpt de darm en treedt de dame op de voorgrond.”De schapendarm is meestal aan de schoorsteen van het weerhuisje bevestigd. Het miniatuurhuisje geeft niet meer dan een grove voorspelling. Het meetinstrument komt het beste tot zijn recht in berggebieden, omdat de luchtvochtigheid daar het sterkst wijzigt. Het huisje moet dan wel buiten onder een afdakje en niet in een woning staan. Het betrouwbaarste element van het product is de thermometer, die tussen beide openingen in de gevel zit.

De eerste weerhuizen dateren van circa 1750. Ze werden niet in grote aantallen en vooral in het Zwarte Woud en Ertsgebergte in Duitsland gebouwd. „In de jaren 60 van de vorige eeuw kwam daar een massaproductie op gang”, weet Van Rijthoven. „De miniatuurhuisjes met mannetje en vrouwtje in klederdracht gingen voornamelijk als souvenir over de toonbank.”

Daarna raakten ze uit de gratie. „Veel jongeren weten niet meer wat een weerhuisje is.” De verzamelaar tikte de afgelopen vijf jaar ruim dertig exemplaren op de kop. Bijzondere huisjes, maar ook doorsneeproducten.

Er lijkt uiterlijk bijvoorbeeld nauwelijks verschillend tussen twee met gekleurd zand bestrooide weerhuisjes uit respectievelijk 1920 en 2008. Onderhuids is dat wel het geval. „Het houten ambachtswerk van weleer maakte plaats voor triplex en plastic. Huisjes uit Taiwan zijn meestal niet meer dan een klodder plastic. Voor mij niet interessant.”

Negenentwintig weerhuisjes uit de verzameling van Van Rijthoven zijn tot het eind van de maand te zien in de bibliotheek Aalburg in Wijk en Aalburg.

www.bibliotheekaltena.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer