Even na achten dinsdagmorgen stapt Wegenwachter Michael Elting (38) bij steunpunt ’t Harde in zijn auto. Hij hoeft niet te wachten op een klus. Op de A28 richting Zwolle staat al een eigenaar van een Audi A6 met pech langs de weg. De thermometer in de Wegenwachtauto schiet omlaag en blijft pas steken bij de -11 graden. „Koud, hè?” grijnst Elting. „Toch is dit lekkerder werken dan met regen. Da’s pas irritant. Hier kunnen we ons op kleden.”De eigenaar van de donkergekleurde Audi staat te koukleumen. „Ik stond pas een paar minuten te wachten”, bibbert de 65-jarige A. B. M. Spiekerman uit Uithoorn. Hij heeft een dikke winterjas aan en een muts op. „Ik was op weg naar Assen voor een afspraak, maar het olielampje begon te branden. Toen heb ik olie bijgevuld. Vervolgens gingen andere lampjes branden en sloeg de motor af.”

Na een korte inspectie vermoedt Elting dat de oliedruk is weggevallen of de distributieriem kapot is. „Ik zal bellen of uw auto kan worden weggesleept. U zult een halfuurtje moeten wachten. Voor uw eigen veiligheid is het beter niet in de auto te gaan zitten.” De gestrande automobilist knikt braaf. „Ik ga wel even wat wandelen.”

De klok wijst negen uur. Buiten is het -11,5 graden. „Dit was een normaal pechgevalletje”, zegt Elting op weg naar de volgende klus in Epe. „Nu krijgen we er eentje met een falende accu. Die klacht horen we op dit moment heel vaak, net als andere winterproblemen als vastgevroren portiersloten of deuren.”

Veel Nederlanders bereiden zich slecht voor op barre weersomstandigheden, stelt de Wegenwachter. „Neem met dit weer een deken en wat extra kleren mee onderweg. Je weet nooit of je auto niet toevallig kuren gaat vertonen. Zorg ook voor een geel veiligheidshesje in de auto.”

In Epe wacht A. Hup op hulp. Haar groene Polo wil niet starten. „Dit hoort u zeker al de hele morgen?” lacht de jonge vrouw. „Ik heb de auto drie keer geprobeerd te starten, maar toen begon het raar te ruiken.” Elting grijnst en pakt een paar startkabels. Binnen een paar seconden doet de auto het.

Hup straalt van oor tot oor. „Ik had juist maandagavond nog goed geluisterd naar iemand van de ANWB op de radio. Die adviseerde om alle rubbers van de deuren met talkpoeder in te smeren. Dat spul had ik niet in huis, maar ik ben toen naar mijn ouders gegaan om poeder te vragen. Ook heb ik zelfs nog een slotontdooier gehaald.”

In totaal denkt de ANWB dinsdag 5000 tot 6000 pechgevallen te behandelen, evenveel als maandag. Normaal ligt het aantal op circa 3500.

De volgende klus van Elting dinsdagmorgen is in Nunspeet. Ook daar heeft de kou roet in het eten van K. van Olst gegooid. De accu weigert dienst. Van Olst komt met een gietertje om haar autoruiten te ontdooien. „Wat doet u nu?” vraagt Elting. „Nooit met water werken, maar met een krabbertje.” Hij krijgt de Peugeot 206 snel aan de praat. „Tot nog toe heb ik een mazzeldagje.”