De vormgeving van de derde generatie Avensis heeft wat Lexustrekjes, maar verder mag zowel de sedan als de wagon niet bepaald spannend genoemd worden. Toyota is een merk met een gedegen imago en daarbij passen geen designtechnische uitschieters. Correct, keurig en zelfs saai zijn veel gehoorde beoordelingen.Vooral schuin van achteren ogen beide carrosserieversies geslaagd. Bij de sedan door de knik in de C-stijl en bij de wagon vanwege zijn brede schouders. Het front blijkt wennen door de optisch smalle en hoge koplampen en de brede grille.

Op detailniveau is de Avensis helemaal af met perfect aansluitende plaatwerk- en kunststofdelen. Er zit hier en daar nog wat chroom om de uitstraling verder op te krikken. Toyota streeft met de nieuwe Avensis namelijk een zogenaamd premiumgevoel na. Op het gebied van materialen en afwerking lukt dat beslist, maar voor premium is meer nodig.

Bamboe
De Avensis nam in lengte en hoogte precies 5 centimeter toe en dat levert uiteraard meer binnenruimte op, met name de grotere hoogte is goed merkbaar.

De afwerking en materiaalkwaliteit in het interieur leveren bij Toyota nooit een punt van discussie op. Jammer dat de structuur van het zwarte dashboard een beetje aan een harde kunststof doet denken, terwijl het materiaal beslist prettig aanvoelt. Voor de middenconsole kozen de ontwerpers kolenkleurige bamboe. Op detailniveau voldoet de Avensis aan de hoogste normen. Alle knoppen zitten op logische plaatsen. Ook zonder instructieboekje is het instappen en wegrijden.

De bodemgroep van de nieuwe Avensis werd niet eerder toegepast. De stijfheid van de carrosserie, maar ook van de wielophanging nam enorm toe. Ondanks gebruik van doorgaans volumineuze dubbele wishbones (de verbinding tussen de wielen en het chassis) blijft de achterwielophanging behoorlijk compact. Dat maakt een fors bagagevolume mogelijk van 509 liter voor de sedan en zelfs 543 tot 1609 liter voor de wagon.

Het weggedrag is vergaand neutraal. De auto maakt een gedegen, maar weinig dynamische indruk. Een soort van grootste gemene deler. Uitstekend voor mensen die geen extra warme gevoelens bij hun vervoermiddel krijgen. Dat klinkt wellicht negatief, maar staat eerder voor een hoge perfectie van vering en demping, waardoor het geheel wat afstandelijk wordt.

Instappen, gas geven en uren later aankomen zonder vermoeidheid, zonder dat er van enige uitdaging sprake is geweest. Alles wat geluid maakt of kan doorgeven is perfect geïsoleerd. Ook het comfort is dik in orde.

Zeven versnellingen
Alle motoren zijn zuiniger geworden. Bij de drie benzinekrachtbronnen komt dat door toepassing van Valvematic. Deze gewijzigde klepbediening zorgt tegelijk voor meer vermogen. Verder kunnen de twee zwaarste benzinemotoren worden gekoppeld aan Multidrive S, een CVT met zeven vaste versnellingen. De 1,8-liter met 147 pk vormt er een mooie combinatie mee. De auto sprint als sedan in 10,4 seconden naar de 100 en topt op 200 km/u. De invloed op het brandstofverbruik blijkt nihil, terwijl de meerprijs 2000 euro bedraagt!

De ’instap’ 2,0-liter D4-D diesel levert 126 pk en 310 Nm aan koppel. De motor is allesbehalve rumoerig en beschikt over een heerlijke souplesse: 200 km/u als top en van 0 naar 100 in 9,7 seconden. De 2,2 liter met 150 en 177 pk lijken daardoor enigszins overbodig. De combinatie van een diesel met automaat is voortaan ook mogelijk. De 150 pk-motor krijgt overigens een traditionele zesbak in plaats van de CVT die het hoge koppel niet kan verwerken.

Een van de belangrijke troefkaarten van Toyota is de vanafprijs van 23.940 euro. Voor dat geld biedt de 1.6 Comfort al een royale standaarduitrusting. De 1,8-liter kost 1000 euro meer, dezelfde meerprijs geldt voor de wagon. De Avensis met dieselmotor begint bij 28.570 euro. Met uitzondering van de krachtigste diesel geldt er een A- of B-label voor iedere Avensis.