Brommerjeugd met stropdas
De jaren zestig waren roerige jaren op alle levensterreinen. ”Thuis in de jaren ’60” en ”Het jaren 60 boek” gaan over die jaren. Maar met het aangeven van dit tijdsbestek is alle overeenkomst wel aangegeven. Want inhoudelijk verschillen de twee boeken van elkaar als dag en nacht.
Bij het Reformatorisch Dagblad en het familieblad Terdege leverde een oproep aan lezers om materiaal over de jaren zestig een vloed aan „brieven, foto’s, folders, schoolrapporten, werkjes, diploma’s, rekeningen van bruiloften en woninginrichting, spaarzegels, aanstellingsbrieven, salarisstroken enz.” op. Dat gaat drie boeken opleveren. Hoewel de hoofdredacteur van het RD, Wim Kranendonk, in dit eerste deel van ”Thuis in de jaren ’60” een aantal typerende houtskoollijnen door die „roerige tijd” trekt onder de titel ”Aardverschuiving onder de oppervlakte” en de woorden ”roerige tijd” ook in de ondertitel worden gebezigd, geeft de hoofdtitel meer adequaat aan wat de inhoud is. Het gaat om het dagelijkse leven thuis, in de kring van gezin en familie.Het boek gaat dus niet -zegt de redactie- over „de Koude Oorlog, politiek, sport, cultuur, provo’s, studentenopstanden of de landing op de maan.” Het gaat over kindertjes die nog in de teil op het aanrecht zitten voor de wekelijkse wasbeurt, over bruidjes die zelf hun trouwjurk maken (nota fl. 86,25), over „verlovingscadeaux”, over de opkomst van de scooter en de brommer, waarop jonge heren in keurig kostuum met stropdas zitten, over „één boterham met en één zonder beleg”, over de kruidenier die nog langs de deur kwam met het „bestelboekje” en -zeg dat er dan wel bij- een potloodje achter het oor. Zo bezien een boekje om de nostalgie te voeden, tijdens het pellen van „olienoten” op de opengevouwen krant.
Godsdienstig
Het godsdienstig leven passeert uiteraard de revue, in kerk, op school en op de verenigingen. Wel helemaal gekleurd door de kerkelijke achterban van het RD. Een huisvader verdiept zich in ”De Saambinder” en moeder de vrouw leest over zijn schouder mee. Schoolklassen komen voor het voetlicht. Soms vraagt men zich af waar een foto of een tekst gelokaliseerd moet worden. Onder het kopje ”twee wegen naar de kerk” wordt bijvoorbeeld gewag gemaakt van „ons kleine dorp”, waar twee wegen liepen met een water ertussen: langs de ene weg gingen de gereformeerden naar de kerk, langs de andere weg de hervormden. Naar mijn oordeel is dat Ottoland. De informatie had uitvoeriger gekund, want de gereformeerde kerk lag, zei men daar, aan „de brede weg”, de hervormde kerk aan „de smalle weg.”
Dominees zijn aardig verdeeld over de kerken waaruit het RD zijn klandizie heeft. Ds. H. Wiltink legt de eerste steen voor de kerk van de Oud Gereformeerde Gemeente in Doetinchem, ds. L. Rijksen en ds. K. de Gier flankeren ds. D. Hakkenberg bij diens bevestiging in een gemeente, de hervormde ds. J. T. Doornenbal zit te midden van zijn belijdeniscatechisanten in zijn studeerkamer in Oene en de christelijke gereformeerde ds. M. C. Tanis zit (nog aandoenlijk jong) te midden van de verenigingen in Barendrecht, waarmee hij een dagje uit is. Maar ook „juffrouw” Hendriks, „veertig jaar evangeliste in Kampen”, kreeg een plekje.
Vele bruidsparen stuurden hun trouwfoto op. Dr. C. A. Tukker was echter ds. Tj. de Jong niet. Onder een foto van wijlen dr. Tukker, die, getooid in toga en met baret, naast een bruidspaar staat, staat namelijk de naam van ds. Tj. de Jong, de huidige pastor loci van Staphorst. Wist het bruidspaar de naam van zijn dominee niet meer? Maar wist men dan op de burelen van het RD dr. Tukker niet van ds. De Jong te onderscheiden? Dan had men de verwisseling toch alsnog bij De Banier, de huisuitgever immers van dr. Tukker, kunnen rechtzetten?
De wereld
Over „de roerige jaren zestig” gaat het in de tweede uitgave, ”Het jaren 60 boek”. Daarin komt alles voor het voetlicht wat in het eerste boek ontbreekt en ontbreekt alles wat in het eerste boek aan de orde is. Hier gaat het om niet om het huiselijke leven maar om het buitenleven, het wereldlijke leven; per pagina een foto met een korte verklaring. De herinnering van de generatie van, pakweg, 65-plussers wordt weer opgefrist. Spraakmakende gebeurtenissen passeren de revue, over ”politiek en vorstenhuis”, ”Nederland in de wereld”, ”de jeugd in opstand”, ”kerken op drift”, ”popmuziek in opkomst”, ”kunst voor het volk”, ”mode en vermaak” en ”sterren in de sport”.
In dit boek gaat het om „de oppositie tegen het bestel”, met enerzijds „vanzelfsprekend ongeloof” en anderzijds bereidheid van personen en actiegroepen om de straat op te gaan. Het is de tijd van de nozems, de provo’s, de processies tegen de atoombom, de studentenopstand. Bij sport en vermaak zal niet iedereen momenten van herkenning ervaren.
Dertig pagina’s zijn echter ook aan de kerk gewijd, beginnend met de eerste scheurtjes in het verzuilde bestel en de „geloofsafval.” Dan volgen fragmenten over het aantreden van bisschop Bekkers, een school in Staphorst (kinderen nog in klederdracht) die levensmiddelen heeft ingezameld voor Congo, maar ook een volksgericht in Staphorst. En verder het Vaticaans Concilie, de begrafenis van koningin Wilhelmina, inenting tegen polio op Tholen, het huwelijk van prinses Irene en haar herdoop door kardinaal Alfrink, met de zegen van de paus, majoor Bosshardt met prinses Beatrix op de wallen, Lou de Palingboer, het toetreden van mr. Pieter van Vollenhoven tot de hervormde gemeente van Leiden en het toetreden van de omstreden schrijver Gerard Reve tot de Rooms-Katholieke Kerk.
In het hoofdstuk ”Nieuw en modern” komen voor het voetlicht de Deltawerken, de opening van de Brienenoordbrug, de vermaarde Cornelis Verolme, de opening van de Coentunnel, de eerste paal voor de Bijlmermeer en de vondst van de aardgasbel in Groningen. In het slothoofdstuk ”Wat er verder gebeurde in Nederland” wordt onder andere aandacht besteed aan de treinramp in Harmelen, maar ook aan de vijfdaagse schoolweek, dus de afschaffing van de zaterdag als schooldag.
Tijdsbeeld
Als zeventigplusser liet ik geen bladzijde van beide boeken ongelezen c.q. ongezien, al heugde en zinde me het ene fragment meer dan het andere. Plaatjes en gebeurtenissen geven een tijdsbeeld. Jeugd met een stropdas, waar vindt men die nog? Nochtans waren het roerige jaren. Alles kwam in de smeltkroes van de maatschappelijke verandering. De geloofsafval zette in en door. De secularisatie ging breed en diep om zich heen grijpen. Ook het gezin, dat in de eerste uitgave nog knus wordt beschreven, ontkwam niet aan de tand van de nieuwe tijd die zich aandiende. Ik ben benieuwd wat de volgende twee delen zullen brengen.
N.a.v. ”Thuis in de jaren ’60. Dagelijks leven in een roerige tijd” (deel 1), door Peter Boer (red.); uitg. De Banier, Bunnik, 2008 i.s.m. Erdee Media Groep, Apeldoorn; met cd ”schoolliederen”; ISBN 978 90 336 0769 1; 192 blz.; € 16,95.
”Het jaren 60 boek”, door Paul Brood e.a. (red.); uitg. Waanders, Zwolle; ISBN 90 400 8203 0; 448 pag.; € 12,95.