Nieuwe roman over slavernij
Harriet Beecher Stowe werd wereldberoemd met haar roman ”De negerhut van oom Tom”. Dit boek stamt uit 1851. Sindsdien verschenen tal van romans over de geschiedenis van de slavernij. ”Een daad van barmhartigheid” van de Amerikaanse schrijfster Toni Morrison is een indrukwekkende nieuwe loot aan deze oude stam.
Jakob Vaark, Hollander in Amerika, krijgt in 1690 een zwart meisje cadeau. Het is een vereffening voor een onbetaalde rekening van een Portugese plantagehouder. Hoewel Jakob morele weerzin koestert tegen slavenhandel, aanvaardt hij het meisje. Dat is het startschot van het verhaal uit de roman ”Een daad van barmhartigheid” van Toni Morrison (1931), de Nobelprijswinnares van 1993.Traditie
Het is duidelijk dat er al talloze boeken bestaan over slavernij. De genoemde roman van Beecher Stowe is een vroeg voorbeeld, maar beslist niet het vroegste. Een kleine 200 jaar eerder verscheen de roman ”Oroonoko, or the royal slave” (1688), van Aphra Behn (1640-1689), over de verboden liefde tussen de Afrikaanse prins Oroonoko en zijn geliefde Imoindre. Door Albert Helman werd dit verhaal vertaald in het Nederlands onder de titel: ”Oroenoko of de koninklijke slaaf” (1983).
Uit de achttiende eeuw stamt het bekende verlichtingspamflet ”Candide ou l’optimisme” (1759), van de Franse filosoof Voltaire. Hij voerde in zijn geschriften een pleidooi voor vrijheid. De slavernij in Suriname krijgt dan ook een behoorlijke veeg uit de pan in ”Candide”. Meer recente titels uit het Nederlandse taalgebied zijn ”Hoe duur was de suiker?” (1987) van Cynthia McLeod en ”De redder van Afrika” (1989) van Guus Kuijer. Kortom, er is al veel op dit terrein.
Is dat een nadeel voor de nieuwe roman van Morrison? Wie het boek leest, zal ontdekken dat deze vraag zijn relevantie verliest. Of er veel boeken bestaan over het tragische slavernijverleden of niet - deze roman over slavernij is er een van grote klasse. ”Een daad van barmhartigheid” presenteert aspecten uit de slavernijthematiek als nieuw. Dat is niet alleen een kwestie van meeslepend vertellen. Het boek ontleent zijn overtuigingskracht ook aan een uitstekende historische sfeer en een uitdieping van de thematiek. Morrisons personages zijn gewone mensen, maar hun gedachten en opmerkingen vertonen scherpzinnig inzicht.
Kolonistenfamilie
Het verhaal speelt zich af op een boerderij van een kolonistenfamilie. De genoemde Jakob is getrouwd met Rebekka. Zij hebben een drietal bedienden: een indiaanse vrouw en twee Afrikaanse vrouwen. Op de vraag wat er nu precies gebeurt in het boek, valt niet zo’n eenduidig antwoord te geven. De hoofdlijn is ongetwijfeld de komst van het genoemde zwarte meisje in het gezin: Florens. Haar moeder stond haar graag af aan Jakob Vaark -als „daad van barmhartigheid”- omdat zij vermoedde dat Florens het beter zou hebben bij hem dan bij de Portugese plantagehouder. Maar wat levert dat op voor het meisje? Haar leven op de boerderij is niet slecht, maar de uiteindelijke ontgoocheling is bitter.
Toch beheerst de verhaallijn van Florens niet het hele boek. Op vrijwel alle personages valt wel even het zoeklicht. Dat maakt deze roman breed en diep. Breed: een bont tafereel aan personages komt in beeld. Het werk op de boerderij en de activiteiten van de diverse personages komen vanuit een veelheid aan gezichtspunten ter sprake. Dat maakt deze roman meerdimensionaal. Vervolgens is de roman ook diep: er wordt ver teruggekeken in de tijd. De afkomst van Vaark wordt geschetst, van zijn vrouw, maar ook van de bedienden. De opbouw van de roman is wat dit betreft zeer vakkundig. In de verschillende hoofdstukken staan verschillende verhaalfiguren centraal, zowel in de directe als in de indirecte rede. Maar ook binnen de hoofdstukken schakelt Morrison moeiteloos over van de beschrijving van buitenaf naar de innerlijke stem van de personages. Dat vergt soms even wat aandacht van de lezer, maar je krijgt er ook iets voor terug. De vaak suggestieve zinnen resulteren in een krachtige sfeer.
Een van de scharnierpunten van de roman is de dood van Jakob Vaark. Hij sterft aan de pokken. In de wereld van deze roman betekent zijn dood het resultaat van een zekere neergang die zijn leven in de laatste jaren te zien gaf. Hij hoopte op kinderen, maar die sterven allemaal op (zeer) jonge leeftijd. Is het in de hoop op een alternatief dat hij zijn blik richt op geld en goed? Hij investeert in rumhandel, strijkt vette winsten op en koopt tal van luxeartikelen. Uiteindelijk laat hij een fabelachtige villa bouwen. Maar voordat de villa gereed is, sterft hij. Ironisch genoeg wel ín de villa, gedragen door de vier vrouwen uit zijn leven.
Onvrijheid
Jakobs ondergang heeft grote implicaties voor het hele boerenbedrijf. De desintegratie zet in. De bedienden raken van elkaar verwijderd, Jakobs vrouw bijt zich vast in godsdienstige strengheid en somberte. Maar dan is er altijd nog het liefdesverhaal van Florens, dat op afloop wacht. Toch een lichtpuntje? Het eerste hoofdstuk van de roman, waarin zij hallucinerend verslag doet van haar gevoelens, was al niet erg hoopvol. Toch lijkt het erop dat tussen haar en de smid -een zogenoemde ”vrije zwarte”- iets moois opbloeit. De ontgoocheling waarop dit uitloopt, is hard, maar past wel in de sfeer van de roman.
Duidelijk wordt in deze roman hoezeer onvrijheid een aanslag doet op je besef van identiteit. Onvrij zijn betekent in een soort niet-bestaan worden ondergedompeld. Je hebt een wild lichaam, maar een leeg hoofd, wordt tegen een zwarte vrouw gezegd. Maar gold het alleen zwarten? De suggestie die het verhaal wekt, wijst in een andere richting: onvrijheid hangt samen met een breder probleem.
De verhaalfiguren zijn bijna allemaal mensen -blank én zwart- die uit een oorspronkelijk familieverband zijn gerukt. Rebekka bijvoorbeeld stamt uit een sociaal zwakke familie, die haar de oceaan over stuurde naar aanleiding van een krantenadvertentie waarin een stevige huisvrouw werd gevraagd. Zo heeft iedereen zijn verhaal, dat bijna altijd een verhaal is van desintegratie en een gemis aan liefde en barmhartigheid. Het samenleven van al deze mensen op de boerderij is een greep naar verbondenheid en daarmee ook naar hoop op toekomst. Maar krachten die zich niet laten controleren scheuren alles uit elkaar. De onvrijheid van zwarten is een schakel in dat grotere geheel. Dit besef maakt deze roman tegelijk complex én rijk. Typisch een boek dat je gerust tweemaal kunt lezen, om er des te dieper door te worden getroffen.
N.a.v. ”Een daad van barmhartigheid”, door Toni Morrison; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 234 3054 4; 222 blz.; € 18,90.