Stop retoriek tegen Israël
De retoriek tegen het militaire ingrijpen van Israël in de Gazastrook moet ophouden, vindt dr. Marcel de Haas. In plaats daarvan moet de internationale gemeenschap investeren in duurzame Palestijns-Israëlische betrekkingen door humanitaire hulp in de Gazastrook en versterking van de Palestijnse overheid op de Westelijke Jordaanoever.
Het is weer zover. Net als in de zomer van 2006 kan Israël het niet langer aanzien dat zijn bevolking onder vuur ligt van raketten afgeschoten door de terreurbeweging Hamas vanuit de Gazastrook en zet het daarom zijn leger in.En net als toen valt de gehele wereld niet over Hamas maar over Israël heen, omdat het zich schuldig zou maken aan aanvallen op burgers en civiele doelen. Vertegenwoordigers van het Nederlandse journaille weten zelfs te melden dat het de Israëlische politici erom te doen is met deze militaire actie verkiezingswinst te boeken. Wat is er nu werkelijk aan de hand en wat moet de internationale gemeenschap doen?
De afgelopen weken heeft Hamas, dat de Gazastrook beheerst, Israël in toenemende mate bestookt met raketten. Die raketten zijn niet op militaire doelen gericht maar vallen lukraak neer in Israël, vaak op huizen van burgers. Van Israël wordt lijdzaam toezien verwacht, maar welk ander land accepteert het dat zijn bevolking wordt beschoten door een buurland?
Het afgelopen halfjaar was er een bestand tussen Hamas en Israël, wat niet voorkwam dat de aanvallen gewoon doorgingen, zij het in een wat lager tempo. Hamas heeft het bestand niet verlengd en daarmee is de Israëlische bevolking weer vogelvrij verklaard.
Sinds zaterdag zet Israël zijn luchtmacht in om strategische doelen van Hamas, zoals regeringscentra, leger- en politiehoofdkwartieren en mediazenders, uit te schakelen. Volgens het oorlogsrecht zijn dit legitieme doelen voor een land om zich te verdedigen tegen agressie. De NAVO-oorlog rond Kosovo (1999) en de Amerikaanse inval in Irak (2003) kenden overigens dezelfde soort militaire doelen.
Bij moderne oorlogsvoering dient dit om de politieke leiding van de tegenstander dusdanig te verlammen dat hij zijn leger niet meer inzet. Wanneer Israël terugslaat na Palestijnse terreur bevinden die militaire doelen zich vaak te midden van (civiele) bevolkingscentra. Dat is ook de reden dat er slachtoffers te betreuren zijn onder de Palestijnse burgers.
Het gebruik van burgers als menselijk schild door Hamas geeft aan hoe weinig het opheeft met het eigen volk. En wat zou Israël willen bereiken met het aanvallen van de burgerbevolking in de Gazastrook? Daarmee zwijgen de raketten niet en krijgt het alleen nog maar meer internationale kritiek.
President Abbas
Opvallend in deze crisis is de rol van president Abbas, de leider van het Palestijnse gebied op de Westelijke Jordaanoever. Hij had recentelijk nog Hamas gemaand het bestand met Israël wel te verlengen en de raketaanvallen op dat land te stoppen. Hier ligt dan ook de crux voor een verbetering in het Palestijns-Israëlische relaties.
In de Gazastrook zien we een radicaal Palestijns bewind dat alleen met tijdelijk oogmerk een bestand sluit: ook al zwijgen de wapens, de strijd tegen Israël gaat met andere middelen door. Het doel van Hamas is en blijft een einde te maken aan de Joodse staat.
Van de Westbank horen we een ander geluid. Abbas is net als (delen van) de huidige Israëlische regering voorstander van een tweestatenconcept: een Palestijnse staat naast de Joodse. Hoewel zijn voorganger Arafat ook terreur als instrument hanteerde, lijkt Abbas te kiezen voor overleg en samenwerking met Israël.
Natuurlijk niet alleen uit goodwill, hij is in een machtsstrijd gewikkeld met Hamas om het leiderschap van de Palestijnen. Maar het streven van Abbas naar een stabiele Palestijnse staat, die geen bedreiging vormt voor Israël, verdient zonder meer steun.
De internationale gemeenschap is er vlot bij om het Israëlische militaire ingrijpen te veroordelen. Dat is de gemakkelijke weg. Het zou beter zijn als men zich inzette voor duurzame vooruitgang in de Palestijns-Israëlische betrekkingen. En wel door radicalisme en agressie te bestrijden en gematigde Palestijnse krachten te ondersteunen. De terreurbeweging Hamas moet met diplomatieke middelen worden geïsoleerd.
Radicalisering
Tegelijkertijd moet de bevolking in de Gazastrook humanitaire hulp ontvangen, want verzwaring van haar omstandigheden leidt tot radicalisering. Internationale hulp is ook belangrijk om hen te laten inzien dat niet Israël maar Hamas de veroorzaker is van hun ellende.
Voorts moet de internationale gemeenschap de gematigde regering van Abbas ondersteunen. De Europese Unie (EU), die in de Palestijnse gebieden al grenscontrole- en politiemissies heeft, kan dat bijvoorbeeld doen met een missie om overheidsinstanties zoals politie, rechterlijke macht en lokaal gezag te versterken. In Bosnië en Kosovo boekt de EU daar goede successen mee.
Met humanitaire hulp in de Gazastrook en versterking van het Palestijnse overheidsapparaat op de Westoever is Israël ook gebaat, omdat dat ook de veiligheid van de Joodse staat bevordert.
Het is hoog tijd dat de internationale gemeenschap stopt met retoriek tegen Israël en aan de slag gaat met verbetering van de omstandigheden van de Palestijnen. Daar wordt de veiligheid in die regio meer mee gediend.
De auteur is luitenant-kolonel en als krijgskundig onderzoeker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.