LTO: Inkomen boer moet omhoog
Van de winkelprijs voor voedsel, bloemen en groenten moet een groter deel naar boeren en tuinders. Dat vindt Albert Jan Maat, voorzitter van ’s lands grootste land- en tuinbouworganisatie LTO.
Maat wil dat boeren en tuinders een evenredig deel van de opbrengstprijzen krijgen.De LTO-voorman reageerde op de gisteren bekend geworden inkomensramingen 2008 voor tuinders en boeren. Uit de cijfers van LEI Wageningen UR, een van de onderzoeksinstituten van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, bleek dat sterk stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en elektriciteit ervoor zorgen dat veel agrarische ondernemers weinig tot niets overhouden.
Na aftrek van kosten voor loon en pacht daalt het inkomen van de boer in 2008 daardoor gemiddeld met meer dan 40 procent.
De totale productiewaarde van de sector ligt in dit magere jaar nog op 23,5 miljard euro. In 2007 was dat 23 miljard. De glastuinders hebben het slechtste jaar van deze eeuw.
De varkenshouders doen het na een aantal magere jaren beter, maar komen maar net positief uit.
Het gaat beter met fruittelers, bosbouwbedrijven -gemeenten investeren in meer groen-, kottervissers en melkveehouders. De laatste groep kan, in tegenstelling tot menige collega, volgens de onderzoekers nog wat geld opzijleggen door een opgebouwd buffertje van de historisch hoge zuivelprijzen de eerste helft van dit jaar.
„De melkveebedrijven maken een wel heel opmerkelijk jaar door. Eind 2007 en begin 2008 was er voedselcrisis en was de melkprijs historisch hoog. Daar zit voor deze groep het voordeel nu de melkprijs is gedaald en de kosten zijn gestegen”, aldus het LEI Wageningen UR.
De sterk uitgedunde vloot van garnalen-, tong- en scholvissers boekte een wat lager resultaat (7 miljard euro in de plus) dan in 2007 (9 miljard).
Negatieve uitschieters zijn de pluimveehouders, bollentelers en de glastuinbouw. Vooral de intensieve pluimveehouderij teert door het dure veevoer in op het vermogen. Voor de LTO-voorzitter is het duidelijk dat de aanhoudende discussie over dierenwelzijn in deze sector „even moet dimmen.” „Duurzaam ondernemen is prachtig, maar het is alleen vol te houden als het rendement oplevert. En zo slecht doen we het hier niet, want internationaal gezien horen onze veehouders tot de top drie.”
Na vijf jaar zijn de inkomens in de land- en tuinbouw weer onder die van het midden- en kleinbedrijf (mkb) beland. En de toegenomen vraag naar voedsel die wereldwijd wordt voorspeld, biedt volgens LTO geen enkele garantie dat het wel goed komt met deze inkomens.
Maat wijst erop dat de banken een cruciale rol vervullen bij het „aan de gang houden” van agrarisch Nederland, toch een belangrijke economische factor.
LEI Wageningen UR vindt het nog te vroeg om te stellen dat de agrarische sector en de visserij de kredietcrisis voelen. „Omdat deze sector levensmiddelen produceert, is hij minder kwetsbaar voor uitval van vraag dan bedrijfstakken met luxeproducten. Wel zijn prijzen van landbouwproducten zeer gevoelig voor verandering in vraag en aanbod. Al bij een geringe daling van de vraag kan de prijs sterk dalen. Dit kan grote consequenties hebben voor de inkomens van agrarische producenten en voor de marges van andere schakels in de ketens.”
De onderzoekers signaleren een op dit moment een neergang. „Hoe het in 2009 zal gaan, is moeilijk te voorspellen. Gegeten moet er worden, dus er is zeker vraag en het aanbod zal ook wel gelijk blijven. De prijzen voor kunstmest en veevoer dalen weer, maar die voor zuivel ook. Net als andere sectoren gaat de landbouw merken dat er weinig zekerheden zijn nu de financiële steun uit Brussel wegvalt”, aldus een van de onderzoekers.