Economie

Te hoog, te laag: elke loonwens lijkt riskant

De reformatorische vakorganisatie RMU legde gisteren een loonwens neer van maximaal 2,5 procent. De vakbonden FNV en CNV –die beiden een loonstijging van 3,5 procent voorstellen– vinden dat te laag.

Redactie economie
22 December 2008 17:08Gewijzigd op 14 November 2020 06:57
Peter Schalk (rechts) van de RMU overhandigde gisteren de Nota Arbeidsvoorwaardenbeleid aan Loek Hermans van MKB Nederland. Foto Jan Bouwhuis.
Peter Schalk (rechts) van de RMU overhandigde gisteren de Nota Arbeidsvoorwaardenbeleid aan Loek Hermans van MKB Nederland. Foto Jan Bouwhuis.

Dat bleek gisteren tijdens een debat over verdere loonmatiging wegens de verslechterende economie. Voorafgaand aan het debat presenteerde de RMU haar jaarlijkse Nota Arbeidsvoorwaardenbeleid.„Zo’n loonwens kunnen werkgevers in hun zak steken; die is gemakkelijk verdiend. Ze hoeven er niks voor te doen”, aldus een laconieke voorzitter Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten. Net als cao‑coördinator Rienk van Splunder van CNV vindt hij het riskant om „te laag” in ze zetten. Beide organisaties stelden hun looneis vast op maximaal 3,5 procent.

„We moeten onze ogen niet sluiten voor de realiteit”, motiveerde Chris Baggerman, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU, de loonwens van zijn organisatie. „Op dit moment zijn er 295.000 werklozen in Nederland; de verwachting is dat het er in 2010 zo’n 500.000 zijn. Een te hoge looneis vormt een bedreiging voor bedrijven en hun concurrentiepositie.” Hij moet er niet aan denken dat bijvoorbeeld de transportsector een loonstijging van 3,5 procent krijgt voorgeschoteld.

Van der Kolk: „Volgend jaar wordt een jaar met verschillende snelheden. Er zullen bedrijfstakken zijn waar het slecht gaat, zoals in de metaal‑ en transportsector, maar sommige gaan nog met volle kracht vooruit, zoals de scheepsbouw. Die medewerkers hebben ook hard gewerkt; dat mogen ze best merken.” De RMU vindt dat ook, alleen zou de organisatie extra beloningen in zo’n geval zoeken in een winstgerelateerde uitkering.

Op de stelling ”Solidariteit met een met ontslag bedreigde collega is belangrijker dan een procentje meer of minder loonstijging” reageren de FNV‑ en CNV‑man sceptisch. Van der Kolk: „Veelal werkt dit niet zo. Als het heel slecht gaat, red je het niet met een procentje. En: wees ook solidair met jezelf.”

Van Splunder: „Die procent heb je verdiend. Wij zitten op een loonvraag van 1,5 tot 3,5 procent. Die minimale 1,5 procent is de fatsoensnorm; het is het inflatieniveau.”

Zijn de grotere vakbonden onverantwoord bezig, als ze nu een loonstijging van maximaal 3,5 procent vragen? Baggerman: „Het schip van FNV en CNV is wat moeilijker bij te sturen dan dat van de RMU.” Al te gemakkelijk bijsturen is in de ogen van Van der Kolk echter geen goed teken: „Je moet niet iedere twee weken je beleid aanpassen, zorg voor een beetje crisisbestendigheid. Niemand weet wat er precies gaat gebeuren, behalve dat het zwaar weer is en gaat worden.”

Over één speerpunt zijn de drie vakorganisatie het roerend eens. Maatwerk blijkt het toverwoord dat de drie partijen verbindt. In de bouw en in de autobranche „gaan ze 3,5 procent niet redden”, en dan moet dit ook niet worden geëist. Per sector moet worden gekeken hoe de loonvraag eruit gaat zien. Bij het CNV en de RMU mag de stijging dalen tot 1,5 procent; van FNV mag het zelfs 0 worden als de werkgever niets extra kan missen.

Loek Hermans, voorzitter van MKB Nederland, die gisteren –voorafgaand aan het debat– de Nota Arbeidsvoorwaardenbeleid in ontvangst nam, deed een uitsprak waar alle vakvoormannen blij mee waren. Hij reageerde daarmee op de stelling van de RMU ”Topmanagers hebben bij loonmatiging een voorbeeldfunctie”. Hermans: „Mkb‑ondernemers gaan er liever zelf op achteruit qua inkomen dan dat ze werknemers moeten ontslaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer