Dat constateert het kabinet in een rapport aan de Tweede Kamer waarin wordt aangegeven wat er terechtkomt van de aanpak van polarisatie en radicalisering. Het is een proces van lange adem. De vele maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen, beginnen volgens de verantwoordelijke ministers hun vruchten af te werpen. Cijfers over de afname van het aantal haatzaaiende preken staan niet in de stukken die donderdag naar de Kamer zijn gestuurd.De overheid heeft op basis van bestaande onderzoeken en rapporten van inlichtingendiensten alle ontwikkelingen op een rijtje gezet. Inwoners van Nederland leven nog altijd vaak gescheiden met vaak ongegronde negatieve beelden van elkaar, schrijft minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken. Dat uit zich in vermijdingsgedrag, spanningen, conflicten en soms ook processen van radicalisering.

Maar volgens de Trendanalyse 2008 gaat het op sommige punten ook de goede kant op. „Na een periode van verharding en verwijdering lijkt het afgelopen jaar een matiging in te treden.”

Vooral in de moslimgemeenschap neemt de weerbaarheid tegen radicalisering toe en spreken steeds meer mensen zich uit tegen extremisme. Met name binnen de Nederlands-Marokkaanse gemeenschap is sprake van een „nieuwe zelfverzekerdheid” om tegenwicht te bieden aan radicale invloeden. Ook is het contact tussen autochtonen en allochtonen toegenomen en zijn Nederlanders iets positiever gaan denken over allochtonen en moslims.

Slechts een „zeer klein deel” van de moslimgemeenschap radicaliseert daadwerkelijk, staat in de analyse. Naar schatting 25.000 à 30.000 van de in totaal ongeveer 850.000 moslims in Nederland zijn vatbaar voor radicale ideeën. Circa 2500 tot 3000 zijn „potentiële radicalen.”