Na acht uur vast te hebben gezeten, mochten Jamie Cowen en zijn vrouw Stacy Israël binnen, zo meldt de Jerusalem Post. Eerst moesten ze echter een verklaring ondertekenen dat ze zich zouden onthouden van „missionaire activiteiten” in het land.Jamie is oud-directeur van de Amerikaanse Union of Messianic Jewish Congregations. Dit verband omvat negentig gemeenten met elk tussen de 50 en de 400 leden. De Cowens zijn deze week in Israël om hun twee dochters te bezoeken. Een van de dochters is Israëlisch staatsburger, de andere won onlangs met een groep andere messiasbelijdende Joden een proces tegen de staat om het burgerschap te verkrijgen.

„Dit type van religieuze discriminatie verwacht je in Iran, niet in Israël”, zei Jamie Cowen, zelf immigratieadvocaat, kort na zijn vrijlating. „In Amerika zetten we mensen vast op verdenking van terrorisme. Hier kan iemand kennelijk opgepakt worden vanwege zijn godsdienstige overtuiging. Een geval van schaamteloze discriminatie en schending van basale rechten.”

Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken verklaarde tegenover de Jerusalem Post dat het ministerie over „betrouwbare informatie” beschikt dat de Cowens betrokken zijn bij „illegale zendingsactiviteiten.” „Dat is de reden waarom ze door de politie in hechtenis zijn genomen. Zodra ze instemden zich van dergelijke activiteiten te onthouden, mochten ze het land binnen.”

De Jeruzalemse advocaat Calev Myers, die zich inzet voor de godsdienstvrijheid in Israël, zegt dat op het ministerie van Binnenlandse Zaken veel ambtenaren werken die een orthodox-Joodse definitie van Jood-zijn hanteren. „Tijdens de jaren dat de religieuze partij Shas het ministerie domineerde, zijn deze ambtenaren benoemd. Resultaat is dat Israël het enige westerse land is, waarin de vrijheid van godsdienst wordt ontkend.”