Voor een jaar
Het is dan toch gelukt een sociaal akkoord af te sluiten voor 2003. Werkgevers en werknemers zijn overeengekomen dat de CAO-lonen komend jaar met niet meer dan 2,5 procent zullen stijgen. In ruil voor die toezegging heeft het demissionaire kabinet een aantal concessies gedaan.
Eerder deze maand hadden premier Balkenende en FNV-voorzitter De Waal een stevige woordenwisseling met elkaar. De Waal noemde de WAO-voorstellen van het kabinet asociaal. Voor de premier was de opstelling van de FNV onbegrijpelijk. Balkenende beschuldigde De Waal ervan dat hij een spelletje speelde.
Dat het conflict is bijgelegd, is te veel gezegd. Meerjarige afspraken met de sociale partners zaten er ditmaal niet in. Het nu gesloten akkoord heeft slechts betrekking op 2003. De demissionaire status van het kabinet maakt het ook moeilijk om toezeggingen te doen over een langere periode.
De WAO blijft een heet hangijzer. De vakbeweging is tegen de ingrepen die het kabinet-Balkenende van plan was. Die wijken te veel af van het begin dit jaar bereikte SER-compromis, waarvoor de huidige minister van Justitie, Donner, de basis had gelegd. Maar er moet nu toch eerst afgewacht worden welke ideeën de nieuwe regeringscoalitie hierover op tafel zal leggen.
Met een plafond van 2,5 procent voor de stijging van de CAO-lonen accepteert de vakbeweging dat voor veel werknemers de koopkracht niet op peil zal blijven. Over de afgelopen twaalf maanden lag de inflatie in Nederland op 3,6 procent. Weliswaar beweegt het inflatiepercentage zich in dalende lijn, maar we zijn nog lang niet bij de 2 procent die de Europese Centrale Bank als een aanvaardbaar maximum beschouwt.
Tegenover deze belofte van loonmatiging van de kant van de vakbeweging staat de toezegging van het kabinet een groter deel van het spaarloon in stand te houden. Verder wordt er wat gedaan voor een aantal groepen die langdurig op het minimumniveau zitten.
Alles bij elkaar een resultaat dat niet tegenvalt. De vakbeweging heeft zich gerealiseerd dat hoge looneisen nadelig uitpakken voor de werkgelegenheid. Bovendien vergroot een forse stijging van de CAO-lonen de huidige problemen van de pensioenfondsen als gevolg van de daling van de beurzen. Hun dekkingspercentage, dat nu al tekortschiet, loopt daardoor alleen maar verder achteruit.
Het Nederlandse poldermodel moest de afgelopen tijd nogal wat kritiek verwerken. Door die aanpak zouden de tegenstellingen verdoezeld worden en de problemen vooruitgeschoven. Maar er is toch ook veel goeds van te zeggen.
Zoals de bewoners van een polder allemaal groot belang hebben bij het in stand houden van de dijk, zo geldt ook dat overheid, werkgevers, werknemers en gepensioneerden belang hebben bij een bevredigende economische groei, het op peil blijven van de werkgelegenheid en het afremmen van de inflatie. Dat kan niet gepaard gaan met hoge looneisen.
Maar de WAO blijft een zaak waar het nieuwe kabinet niet omheen kan. Daar zijn ingrepen nodig, het liefst met instemming van werkgevers en werknemers, maar desnoods zonder.