Kerk & religie

De stad als gewetensvraag aan christenen

Moet je als christen de stad nu wel of niet mijden? De nieuwe CSFR-bundel ”Geef mij maar Amsterdam” trekt de lezer naar beide richtingen. Dr. Stefan Paas adviseert nuchter: Kijk of je er geschikt voor bent, maar probeer het in ieder geval en dan zie je dat het je (geloofs)leven verrijkt.

Klaas van der Zwaag
15 December 2008 10:01Gewijzigd op 14 November 2020 06:54
AMSTERDAM – Is het belangrijker dat christenen in de stad wonen dan op het platteland? In Amsterdam klonken zaterdagmiddag verschillende antwoorden. „Het gaat erom dat wij naar Gods wil handelen.” Een ander: „Je moet als christen in de stad gaan wonen als
AMSTERDAM – Is het belangrijker dat christenen in de stad wonen dan op het platteland? In Amsterdam klonken zaterdagmiddag verschillende antwoorden. „Het gaat erom dat wij naar Gods wil handelen.” Een ander: „Je moet als christen in de stad gaan wonen als

Het Amsterdamse CSFR-dispuut Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. vierde zaterdag zijn vijftigjarig bestaan, in de Oranjekerk - waar ooit prof. dr. H. Jonker en prof. dr. C. Graafland als predikant dienden. De oprichtingsvergadering had plaats op 9 december 1958, in het befaamde hotel Krasnapolsky aan de Dam. Op diezelfde plek werd het jubileum zaterdagavond met een gala stijlvol afgesloten.Helemaal zonder rumoer verliep de geschiedenis van het Amsterdamse dispuut niet. Zo werd er in de jaren zeventig een fikse discussie over de grondslag gevoerd. Naast de Institutiekring ontstond er de Moderne Theologiekring, die pleitte voor meer openheid. Het leidde tot zo veel ophef en polarisatie dat het landelijk bestuur de kring uiteindelijk verbood. Nadien ging het er rustiger aan toe. Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. ontwikkelde zich tot een gemeenschap waar de amicitia centraal stond en waar men op een constructieve wijze studie en geloof wilde overbruggen, aldus de doelstelling van de vereniging.

Publiek debat
Burgemeester Cohen van Amsterdam stelt in zijn voorwoord dat de bundel een stevige aanzet biedt tot de discussie over de stad in het publieke debat. Je zou eraan kunnen toevoegen: over de geestelijke dimensie van de stad. De redactieleden Pieter van Ojen, Alexander Pleizier en Paul van Trigt merken op dat de bundel relatief veel aandacht besteedt aan de kerken.

De concrete aanleiding voor de bundel is een recente ontwikkeling binnen het orthodoxe protestantisme. De redactie citeert een ingezonden brief in NRC Handelsblad waarmee godsdienstfilosoof dr. Herman Paul reageert op een artikel over de bouw van megakerken in Barneveld. Paul ziet behalve kerkleden die een rustig dorp verkiezen boven de Randstad ook een omgekeerde beweging: „Om mij heen zie ik tientallen hoogopgeleide twintigers en dertigers, afkomstig uit dorpen als Barneveld en Putten, die kiezen voor werk en kerk in de stad. Mensen die zich aansluiten bij een orthodoxe protestantse gemeente in hartje Amsterdam of Rotterdam.”

Regelmatig spreekt de bundel van de prototypen ”Babel” en ”Jeruzalem” tegen. Babel als het voorbeeld van godsverlatenheid, bandeloosheid en zonde; Jeruzalem als de plaats van tegenwoordigheid van God, teken van Zijn Koninkrijk. Prof. Piet de Rooy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, merkt op dat Amsterdam zich in de jaren zestig van de vorige eeuw een reputatie verwierf als het nieuwe Babylon, een stad waar alles kon, de ”sin city”, met de wallen als bekendste trekpleister.

Scribent dr. Ger Groot, prominent filosoof en criticus, noemt zichzelf een atheïst, maar levert toch flinke kritiek op het zelfgenoegzame intellectualisme van de zogeheten ”grachtengordel”. Kenmerkend voor deze groep is de idee van de menselijke autonomie, die zich op rationele wijze een wereld schept waarin religie alleen maar als ouderwets en bekrompen geldt. De reacties op godsdienst zijn zelfs giftig te noemen. „Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw keert daarom opnieuw de godsdienstkritiek terug, met een felheid die slechts kan voortkomen uit wanhoop. Het zelfverzekerd vooruitgangsperspectief is geschokt en verbrijzeld; in één keer lijkt het alsof alle denunciatie van de religie sinds de achttiende eeuw voor niets is geweest.”

Een contrast met de overige bijdragen vormt die van Elsbeth Etty, NRC-journalist en bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit. De titel ervan, ”Het verlangen naar bandeloosheid”, is Etty ten voeten uit: Amsterdam staat voor haar voor „bevrijding, avontuur, een nieuw begin, het echte leven”; de provincie en het dorp vertegenwoordigen „heimwee naar vermeende veiligheid en geïdealiseerde kneuterigheid (lees: ouderlijke terreur) in traditioneel gezinsverband.”

Herovering
Dr. C. S. L. Janse, socioloog en oud-hoofdredacteur van het RD, laat zien dat orthodoxe gereformeerden vanouds niet veel ophadden met de stad. Zeker voor mensen uit de rechtervleugel van de gereformeerde gezindte had de grotere vrijheid in de stad voornamelijk een negatieve waarde. De vele maatschappelijke problemen maakten de stad voor mensen van orthodox-christelijke signatuur een ongeschikte omgeving om hun kinderen te laten opgroeien.

Er is momenteel sprake van een ”herovering” van de stad, die niet aan zijn lot mag worden overgelaten. Maar kan men het de orthodoxen kwalijk nemen dat zij elders een betere leefruimte zoeken? „Er zijn dan ook weinig aanwijzingen dat de exodus van mensen van de gereformeerde gezindte uit de stad ten einde loopt.”

Het gezin van Stefan en Dorret Paas met drie kinderen verhuisde drie jaar geleden van Veenendaal naar Amsterdam, vanwege een nieuw missionair project. Intussen is het contract afgelopen. Paas staat er nog ambivalent tegenover wat nu te doen. In ieder geval heeft Amsterdam hem veranderd en verrijkt. De trek naar de stad is echter niet af te dwingen. Het is niet alleen een kwestie van ”moeten”, maar ook van ”kunnen”. „Tegen afzonderlijke christenen die zich afvragen of zij zélf in de stad moeten gaan wonen, zou ik zeggen: „Misschien is dat inderdaad iets voor jou. De beste manier om daarachter te komen, is wellicht het te gaan doen.””

De Leidse oud-lector theologie dr. E. P. Meijering laat de andere kant zien: ook het platteland heeft steun nodig als factor in de continuïteit tegenover de hectische maalstroom van de stad. Wel wijst hij erop dat nieuwe ideeën vooral in de stad opgesnoven worden. Dat verklaart ook het feit dat het christendom aanvankelijk een stedelijke zaak was.

Gewetensvraag
Oud-dispuutleden geven aan het slot van de bundel hun terugblik geven. Conny van Nieuw Amerongen zegt dat zij uit Amsterdam in Breukelen is neergestreken omdat voor haar gevoel het platteland voor meer zegen en rust staat. Johan Snel is daarentegen in de stad gebleven, zij het in Utrecht. „De vlucht naar het platteland op zoek naar de veiligheid van de bible belt heb ik nooit meegemaakt, omdat ik juist de lucht van de stad als vrij ervaar.”

De bundel stelt een gewetensvraag aan de kerk van deze tijd als het gaat om de uitdaging van de stad. Volgens Stefan Paas is Amsterdam „een spannende plek om christen te zijn.” „Het zal niet voor iedereen weggelegd zijn om hier te wonen en het vol te houden, maar het is zeker de moeite waard om het te proberen.”

Het dispuut Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. kan hierin een nuttige bijdrage leveren als plaats van bezinning, een plaats waar de vragen rond geloof en stad onvermijdelijk bij elkaar komen. Dit soort wachtposten in Mokum is hard nodig.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer