Het gerechtshof in het Braziliaanse Rio de Janeiro veroordeelde K. in april van dit jaar tot 21 jaar gevangenisstraf.De zaak tegen K. en zijn zwager (die in Brazilië 17 jaar kreeg opgelegd) leidde tot een diplomatieke rel en tot protesten in de Tweede Kamer. De twee Nederlanders kregen van het Nederlandse consulaat een noodpaspoort, waarmee zij naar Nederland konden reizen, voordat de zaak in Brazilië was afgehandeld.

Gisteren bleek dat K., die samen met zijn vrouw terechtstond, het hoger beroep in de Nederlandse strafzaak niet wenst door te zetten. De rechtbank in Alkmaar veroordeelde hem ruim twee jaar geleden tot 240 uur werkstraf; zijn vrouw kreeg 180 uur.

Het OM, dat evenals de verdachten in beroep ging tegen het Alkmaarder vonnis, wil zich beraden over het al dan niet doorzetten van de zaak. Eerder dit jaar liet het OM al weten dat het de Nederlandse strafzaak mogelijk wil uitbreiden met feiten waarvoor K. in Brazilië is veroordeeld. Daarover bestaat nog onduidelijkheid. Ook wil het OM de definitieve totstandkoming afwachten van een verdrag tussen Nederland en Brazilië, waarin de overdracht van gedetineerden tussen beide landen is geregeld.

Volgens K.’s advocaat Teurlings kan dit nog wel een jaar duren. De raadsman had de zaak gisteren willen afronden. Zijn cliënten worden onnodig lang in onzekerheid gehouden, vindt hij. Ook het hof vindt dat daaraan een einde moet komen. Teurlings hekelde de politieke bemoeienis met de zaak. Ook is er een beeld van de verdachten ontstaan dat steeds verder afraakt van de werkelijkheid. „In de media zijn vermeende slachtoffers opgevoerd die helemaal niets met deze zaak te maken hebben.”

Het hof wil uiterlijk 10 maart van het OM weten of het de zaak in hoger beroep wil doorzetten en of het de aanklacht tegen de verdachten wil uitbreiden. De zaak zal een maand daarna opnieuw op zitting komen.