Duurzaam bouwen vraagt om nieuwe aanpak
Milieuvriendelijk oftewel duurzaam bouwen verkoopt niet. Slechts een paar procent van de zoekers op de huizen- en bedrijfspandenmarkt is geïnteresseerd en het lukt niet om er meer mensen enthousiast voor te krijgen.
Dat geluid was donderdag op een aantal plaatsen te horen tijdens de Nationale Dubo Dag in Rotterdam, waar zo’n 1200 mensen nadachten over verbetering van de milieukwaliteit in en rond de bouw.
Opdrachtgevers en bouwondernemingen menen dat duurzaam bouwen (dubo) stukken duurder is. Veel architecten houden er niet van, omdat het hun creativiteit zou inperken, en bewoners en gebruikers denken veel problemen met een milieuvriendelijk gebouw te krijgen. Alles bij elkaar een stevig probleem in een tijd die juist vraagt om meer aandacht voor het milieu, zo vatte de voorzitter van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA), ir. K. van de Hoeven, de situatie samen.
Een groep architecten binnen de bond wil het milieuvriendelijke bouwen nu een nieuwe impuls geven. Van der Hoeven lanceerde daarom donderdag op de Dubo Dag een campagne voor wat de gedreven ontwerpers ”vitale architectuur” noemen.
De BNA plakt daarmee geen nieuw naamkaartje op het begrip ”duurzaam bouwen”, maar wil meer. Architecten en ook de opdrachtgevers moeten nog veel verder vooruit denken dan zij nu al doen. Bij de bouw moet al duidelijk zijn hoe lang een gebouw gebruikt zal gaan worden, maar ook wat er daarna mee moet gebeuren, want slopen is zeer kostbaar, levert veel onbruikbare materialen op en is milieuonvriendelijk. Een pand moet daarom hergebruikt kunnen worden.
Verder roepen de architecten de overheid op het milieuvriendelijke bouwen te stimuleren. Dat gebeurt volgens de BNA nu te weinig. „Geef premies voor goede ontwerpen en schrijf prijsvragen uit hoe gebouwen zoals de Zwarte Madonna hergebruikt zouden kunnen worden”, aldus Van der Hoeven donderdag bij de overhandiging van de BNA-visie aan staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.
De staatssecretaris onderschrijft het idee om meer aandacht te besteden aan de lange termijn bij het ontwerpen van gebouwen. „Dat is de kern van duurzaamheid”, zo reageerde hij.
Duurzaam bouwen heeft de wind tegen, constateerde ook staatssecretaris Van Geel donderdag. „Milieu heeft sowieso de wind tegen. Thema’s die alle aandacht krijgen, zijn onderwijs, veiligheid en zorg. En daar komt nu het integratievraagstuk bij. Milieuproblemen zijn ook veel minder zichtbaar. Dat maakt het moeilijk er veel aandacht voor te vragen.”
Toch moet dat dringend. Van Geel: „Ik maak me vooral zorgen over de relatie gezondheid, milieu en bouwen. We weten nog heel weinig van de gezondheidseffecten van radongas dat in sommige huizen voorkomt; en van de gevolgen voor de gezondheid van bepaalde straling. Langzamerhand wordt echter duidelijk dat het dingen zijn waar we wel degelijk rekening mee moeten houden.”
De rijksweg A13 bij Overschie in Rotterdam, haalde de staatssecretaris aan als voorbeeld. „Uit onderzoek is recent gebleken dat de kinderen die vlak bij die snelweg wonen dagelijks een hoeveelheid slechte stoffen inademen die overeenkomt met zeventien sigaretten. Dat kan dus niet. Straks lopen we allemaal rond met een rollator met een zuurstoffles erop. En dus moeten we ons veel meer bezinnen op de relatie tussen bouwen en de gezondheid.”
Wie ook stevige kritiek uitte op de huidige manier van duurzaam bouwen, was de Vlaamse bouwmeester Bob van Reeth. „Duurzaam bouwen betekent niet het ontwerpen van gebouwen die toonzalen zijn van technisch vernuft. Duurzaam bouwen betekent ook niet dat zo’n gebouw na enkele tientallen jaren helemaal gedemonteerd en hergebruikt moet kunnen worden. Slopen is niet duurzaam. Nee, ontwerp juist gebouwen die 400 jaar meekunnen en steeds kunnen worden aangepast aan de nieuwe situatie.”
De huidige milieuvriendelijke ontwerpen zijn volgens Van Reeth te veel geënt op technische beheersing van het klimaat door ingewikkelde installaties, „maar duurzaam bouwen is meer dan een gebouw constant op 22 graden houden.” Juist heel simpele maatregelen, zoals een schaduwrijke boom voor een gevel, kunnen veel meer en bovendien goedkoper bijdragen aan een „schoner” gebouw. Dat voorkomt volgens Van Reeth ook dat de kantoren door al die hightech voor de gebruiker „de beleving van een tunnel krijgen.”