Mensenrechtenprijs voor wijlen Benazir Bhutto
De zoon van de voormalige Pakistaanse premier Benazir Bhutto, Bilawal Bhutto Zardari, heeft woensdag in New York de postuum toegekende Mensenrechtenprijs van de Verenigde Naties voor zijn moeder in ontvangst genomen.
Zardari las bij het ontvangen van de onderscheiding een citaat van zijn moeder voor uit de autobiografie die zij voor haar dood schreef. Daarin zegt zij dat zij zich realiseert dat haar leven gevaar loopt als zij naar Pakistan terugkeert. Zij concludeert dat zij het risico van een aanslag moet nemen, omdat ’democratie in Pakistan niet alleen belangrijk is voor de Pakistanen, maar voor de gehele wereld’. Bhutto vond eind december 2007 op 54-jarige leeftijd de dood bij een aanslag in Rawalpindi.Op een persconferentie na afloop van de plechtigheid zag Zardari zich genoodzaakt het mensenrechtenbeleid van Bhutto te verdedigen. Critici wezen er op dat volgens Amnesty International tijdens haar bewind, van 1988-1990 en 1993-1996, honderden mensen werden vermoord en achter de tralies verdwenen. Zardari, wiens vader thans president van Pakistan is, zei dat zijn moeder al het mogelijke had gedaan om de democratie en de mensenrechten te dienen. De excessen weet hij aan lieden die destijds deel uitmaakten van de politieke elite.
Andere winnaars zijn dit jaar onder meer de voormalige Amerikaanse minister van justitie Ramsey Clark, de vermoorde Amerikaanse non en Amazoneactiviste Dorothy Stang, de organisatie Human Rights Watch en de Canadese mensenrechtenadvocate Louise Arbour. Eerdere winnaars zijn Martin Luther King, Jimmy Carter, Amnesty International en Nelson Mandela.