Cultuur & boeken

Moddergevecht in bestuurskamer

Ongeloof. Dat gevoel overheerst na het lezen van ”De prooi”, een reconstructie van de teloorgang van ABN AMRO. Niet zakelijke argumenten of grondige analyses gaven voor de topmannen de doorslag bij strategische keuzes. Net zomin legden het belang van klanten en medewerkers veel gewicht in de schaal. Veel meer zetten trots, haantjesgedrag en persoonlijk gewin een stempel op de grootste bank van Nederland. Die houding brak het concern in 2007 op, letterlijk.

Frank van de Beek
10 December 2008 07:37Gewijzigd op 14 November 2020 06:53
Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink (r.) en financieel bestuurder Tom de Swaan voorafgaand aan de presentatie van de jaarcijfers over 2002. Voor het oog van de camera’s hielden de verschil lende leden van de raad van bestuur de schijn op prima met elkaar
Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink (r.) en financieel bestuurder Tom de Swaan voorafgaand aan de presentatie van de jaarcijfers over 2002. Voor het oog van de camera’s hielden de verschil lende leden van de raad van bestuur de schijn op prima met elkaar

Toegegeven, lezers van ”De prooi” moeten niet terugschrikken voor een flinke dosis economisch jargon. Maar wie geen weerzin voelt bij termen als ”shareholders value”, ”wholesale” en ”investor relations” leest dit boek met rode oortjes uit. Het geheim? Smit vertelt het verhaal achter de taaie cijfers en de gelikte presentaties. Hij laat de lezer aan tafel zitten tijdens een bestuursvergadering of een zakendiner. Hij geeft inzicht in de twijfels van topmannen. Hij laat toekijken bij de talloze moddergevechten in de bestuurskamer. Hij geeft de lezer oren om de onrust op de werkvloer te peilen. Kortom, het boek draait om de emoties. En dat verkoopt, getuige de hoge noteringen in de lijstjes van diverse boekhandels.Schrijver Jeroen Smit heeft een reputatie hoog te houden. Zijn eerste boek ”Het drama Ahold”, over de boekhoudfraude die het supermarktconcern aan de rand van de afgrond bracht, werd goed ontvangen. Met een vlotte pen beschreef hij de gangen van Aholdtopman Cees van der Hoeven en zijn ondergeschikten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat uitgever Prometheus al in mei 2007 aankondigde dat juist Smit een boek zou wijden aan ABN AMRO, op een moment dat de overnamestrijd nog in volle gang was.

De afgelopen anderhalf jaar voerde de schrijver 133 ”off the record”-gesprekken met topbestuurders en adviseurs van het concern. De anonimiteit brengt het gevaar met zich mee dat hoofdrolspelers de schuld bij anderen in de schoenen proberen te schuiven. Bovendien kan de lezer niet beoordelen of alle belangrijke spelers aan tafel hebben gezeten bij Smit.

Tijdens de gesprekken stond telkens de vraag centraal: Waarom is Dé Bank er niet meer? Het antwoord is helder. De beschuldigende vinger gaat naar het falende management en de slecht functionerende commissarissen. Daarmee groeit tijdens het lezen ook het ongeloof. ABN AMRO was immers geen eenmanszaak, maar een wereldconcern met een verantwoordelijkheid voor miljoenen klanten en duizenden werknemers. De top leek zich dat onvoldoende te beseffen en was niet in staat om conflicten professioneel op te lossen en eigen standpunten kritisch tegen het licht te houden.

Jaguar
Smit laat het verhaal beginnen in 1990. Op dat moment fuseren ABN en AMRO Bank. ABN, de statige bank, gaat samen met de als agressief bekendstaande AMRO. Als dat maar goed gaat, is de houding in beide kampen. Door wijs optreden van beide bestuursvoorzitters, Rob Hazelhoff en Roelof Nelissen, lijkt de krachtenbundeling succesvol. Toch blijft het cultuurverschil een rol spelen. Dat zit soms in kleine dingen. Zo hebben ABN-bestuurders bij een belangrijke gelegenheid de neiging om op de koningin te toasten, terwijl bij de AMRO de behoefte overheerst om een moment stilte te vragen. Verder rijden ABN’ers in degelijke auto’s, terwijl de hoogste bazen van AMRO zich rustig laten vervoeren in een Jaguar of een Lincoln Continental.

Rijkman Groenink maakt in die jaren naam bij de afdeling bijzondere kredieten. Hij is niet onduidelijk over zijn ambities: hij wil de grote baas worden. Zijn kracht ligt in zijn analytisch vermogen, waarmee hij menigeen weet te overtroeven. Collega’s ergeren zich echter aan de harde en onpersoonlijke opstelling van de jonge Groenink. Hij wordt in het boek neergezet als een arrogante macho. Groenink is alleen maar geïnteresseerd in collega’s die in hun vak tot de besten van de wereld willen behoren, of anders in ieder geval de top van de bank willen bereiken. Die ambitie moet er zijn, anders heeft hij niet eens zin om naar hen te luisteren.

Vechtmachine
Groenink krijgt in 1988 een plekje in de raad van bestuur. Dat hij de hoogste baas zal worden ligt lange tijd niet in de lijn der verwachtingen. Maar als ’kroonprins’ Dick Meys in 1995 omkomt bij een ongeval, de charismatische Michael Drabbe ernstig ziek wordt en de keurige Jan Maarten de Jong onvoldoende steun krijgt van de commissarissen, komt Groenink ineens in beeld. Bij zijn aanstelling krijgt Groenink een waarschuwing van De Jong. „Zorg voor eenheid.”

En daar blijkt Groenink niet toe in staat. De raad van bestuur lijkt vanaf zijn aantreden op een vechtmachine waarbij ieder lid vooral bezorgd is om zijn eigen hachje. Zo ligt hij voortdurend in de clinch met Wilco Jiskoot, de baas van de zogeheten investment bankiers. Deze snelle jongens van het grote geld begeleiden lucratieve fusies en overnames. Maar de markt zit niet mee en ABN AMRO moet opboksen tegen giganten als Goldman Sachs, Merill Lynch en Morgan Stanley.

Om toch een plekje te veroveren investeert ABN AMRO in diverse bankiers van naam, maar zij strijken onafhankelijk van hun prestatie miljoenen aan bonussen op. Dat leidt weer tot scheve gezichten in de rest van de bank. Groenink wil deze geldverslindende divisie wel afslanken, maar daar gaat Jiskoot vierkant voor liggen. Jiskoot ontslaan is geen optie, omdat hij goed bekendstaat bij de top van het bedrijfsleven. En zo suddert het probleem voort. Ook de commissarissen durven niet in te grijpen.

Alarmbellen
Door al die investeringen en de hoge bonussen lukt het ABN AMRO niet om de kosten omlaag te krijgen. Het lukt om die reden ook niet om bij de top 5 te komen van een door Groenink opgesteld lijstje van banken. Hoewel het concern miljardenwinsten presenteert, beginnen de aandeelhouders te morren. De koers van het aandeel blijft achter bij concurrenten. Daardoor verandert de bank langzamerhand van een jager in een prooi. In het diepste geheim voert Groenink gesprekken met zijn collega van ING, Michel Tilmant. Door een samengaan zou de grootste bank ter wereld ontstaan. Maar de toenaderingen lopen stuk op onbegrip en verwarring.

Hedgefonds TCI gooit begin 2007 een steen in de vijver. Deze aandeelhouder stelt voor om ABN AMRO op te knippen. Op dat moment gaan op het hoofdkantoor de alarmbellen rinkelen. Groenink probeert zijn bank in de armen te drijven van het Britse Barclays, maar daar steken de aandeelhouders een stokje voor. Zij zien veel meer in het overnamebod van een consortium van Royal Bank of Scotland, Santander en Fortis. Zij kopen ABN AMRO uiteindelijk voor ruim 71 miljard euro. De grootste bank van Nederland wordt opgeknipt en in drieën verdeeld.

Eigenlijk wilde Smit op dat punt zijn boek afsluiten. Maar Groenink krijgt op één punt wel gelijk: Fortis kan ABN AMRO niet dragen. De Nederlandse overheid nationaliseert het Nederlandse deel van beide banken. Zo komt ABN AMRO toch weer in Nederlandse handen. Een tweede kans, zogezegd, én een epiloog in het boek van Smit. Oud-minister Zalm staat nu aan het hoofd van de nieuwe combinatie. Het zou verstandig zijn als hij de lessen trekt die hij in dit boek op een presenteerblaadje krijgt aangeboden.

N.a.v. ”De prooi, blinde trots breekt ABN AMRO”, door Jeroen Smit; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2008; ISBN 978 90 446 1312 4; 448 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer