Daarom wil het tien deurwaarderskantoren overnemen. „We willen meer invloed op de luxe postbode die de deurwaarder voor ons is”, aldus directeur M. van Es van Intrum Justitia woensdag.

Intrum Justitia is onderdeel van het gelijknamige Zweedse beursgenoteerde concern. Het schakelt ongeveer 25.000 maal per jaar een deurwaarder in voor hardnekkige wanbetalers.

Ook al zit het bedrijf met onder meer het Centraal Justitieel Incassobureau (snelheidsovertreders) en de IB-Groep (studiefinanciering) in de topvijf van bedrijven die gebruikmaken van deurwaarders, Intrum kan geen invloed uitoefenen op de prijs. „De markt is net als bij de notarissen wel geliberaliseerd, maar de tarieven blijven hoog”, stelt Van Es.

Zelf heeft het bedrijf geen wettelijke dwangmiddelen. Een beëdigd gerechtsdeurwaarder wel. „We zijn dus verplicht een tweede partij in te schakelen als we naar de rechter willen. Dat is duur en geeft veel rompslomp”, stelt Van Es.

Door de nieuwe gerechtsdeurwaarderswet is de markt vorig jaar vrijgegeven. Voorheen waren deurwaarders gebonden aan een regio. Dat voorbehoud is sinds halverwege vorig jaar vervallen. Daarmee wil de overheid meer marktwerking krijgen, vergelijkbaar met de liberalisering van de notarismarkt.

De beroepsorganisatie voor deurwaarders KBVG reageert met scepsis op de plannen van Intrum Justitia. „Onafhankelijkheid is de dobber waar de gerechtsdeurwaarder op drijft”, aldus KBVG-voorzitter M. van der Meer. „Te veel invloed van opdrachtgevers zoals incassobureaus ondermijnt het systeem.”

Volgens hem is het niet mogelijk voor een commerciële partij een meerderheidsbelang te verwerven. In oktober hebben alle deurwaarders een nieuwe richtlijn aangenomen die de onafhankelijkheid van de kantoren moet garanderen. „In de praktijk adviseren we de deurwaarder altijd minimaal 51 procent van de aandelen in zijn kantoor in eigen hand te houden”, aldus Van der Meer. Wel kan een groot incassobureau volgens hem een aantal deurwaarders selecteren om zaken mee te doen.

Overigens meent Intrum Justitia niet altijd een meerderheidsbelang nodig te hebben. „Als we bijvoorbeeld 40 procent van de aandelen hebben en 60 procent van de omzet verzorgen, luisteren ze ook wel”, stelt directeur Van Es.