Dertig jaar evangelist in Gent
Titel: ”Ga uit in de wegen en heggen”
Auteur: H. Bor
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2008
ISBN 978 90 331 2153 1
Pagina’s: 182
Prijs: € 17,50.
„Het is een wonder dat ze niet mijn stem horen, maar Zijn stem.” Zo geeft evangelist H. Bor de kern van zijn werk weer. Hij is vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken sinds dertig jaar werkzaam in het Vlaamse Gent. Over zijn werk is een tweede boek verschenen: ”Ga uit in de wegen en heggen”. Het eerste, reeds enige jaren uitverkocht, verscheen bij zijn 25-jarig jubileum als evangelist. Evangelist Bor is een boeiend verteller. Zijn boek leest vlot, al moest ik het zo nu en dan even wegleggen omdat er anders te veel personen en gebeurtenissen in te kort bestek voorbijkwamen.
Allereerst vertelt de schrijver over zijn jeugdjaren in Tienhoven bij Ameide. Op een wonderlijke manier opent de Heere voor hem Zijn weg tot het werk van evangelist. Als hij op een dag geen uitweg meer ziet, komt ineens een hem bekende koopman op zijn brommertje langs, die zegt: „God heeft de weg gesloten voor jou, maar Hij zal een andere weg voor je openen.” Als de koopman vervolgens verder rijdt, staart Henk Bor hem vragend na.
Zo wordt hem duidelijk dat hij moet wachten tot de Heere Zelf de weg baant. Dat gebeurt. Vanuit de gemeente Zaamslag worden er pogingen ondernomen in Vlaanderen evangelisatiewerk op te zetten. Verschillende pogingen om voet aan de grond te krijgen stranden, totdat uiteindelijk de Heere ruimte geeft in Gent. Rehobôth heet de evangelisatiepost, die in de schaduw ligt van de grote rooms-katholieke parochiekerk Sint-Jozef in Gent.
Spankracht
Na deze inleiding is er een bezinnend hoofdstuk over evangeliseren. Het thema wordt eerst vanuit de Schrift beschouwd, vervolgens is er aandacht voor de manier waarop in de eerste eeuwen de christelijke kerk haar taak verstond: evangelisatie als een voorrecht en een plicht van elk kerklid. „De spontane inzet van de hele christelijke gemeenschap gaf aan de kerk geweldige spankracht. Daar komt bij dat dit aanstekelijk enthousiasme van mensen (…) geloofwaardigheid kreeg door de manier waarop ze leefden.”
In dit verband worden waardevolle opmerkingen gemaakt voor de christelijke gemeente van nu. „Belangrijk is in alle verbanden het christelijk geloof uit te dragen. Denk aan Levi de tollenaar, die tot geloof en bekering kwam. Hij nodigde vrienden uit en hield een maaltijd, natuurlijk om te vertellen wat hij had meegemaakt. Wie nodigen wij uit voor onze verjaardag? De ene dag de vrienden van de kerk en de andere dag de collega’s van het werk?”
Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een antwoord op de vraag: hoe evangeliseren? Hier horen we wat de ervaring van dertig jaar evangelist-zijn heeft geleerd. Evangeliseren is het brengen van het Woord van God, vanuit een verlangen naar bekering. Maar we moeten niet meer op ons nemen dan God ons te doen heeft gegeven. Er kan ook wel eens géén vrucht gezien worden. Evangeliseren zodat er wel bekeerlingen móéten komen, klopt niet. Het hangt niet af van mensen.
Ervaringen in het evangeliseren onder verschillende doelgroepen worden in de volgende hoofdstukken levendig verteld. Evangeliseren op straat, in de havens, in de gevangenis, in ziekenhuizen, onder moslims en onder rooms-katholieken. Eerlijk, maar vooral ook boeiend worden de vreugdevolle, maar ook de teleurstellende ontmoetingen in het mooie werk in Gods Koninkrijk beschreven.
Gevangenis
Enkele dagdelen per week is evangelist Bor werkzaam als aalmoezenier in de gevangenis van Gent, waarover hij uitvoerig schrijft in hoofdstuk 6. Onder de gevangenen is veel gelegenheid Gods Woord door te geven. Dit zorgt voor allerlei ontmoetingen en gesprekken. Zoals het gesprek met een man die meent voor honderd procent zeker te weten dat er geen God bestaat. Waarop Bor antwoordt: „Gods Woord, de Bijbel, heeft voor honderd procent gelijk dat er wel een God bestaat. Maar stel je voor dat jullie mening honderd procent de waarheid is, dan heb ik geen probleem, want dan bestaat er niets na dit leven en ben ik niet meer. Dan heb ik in dit leven tevergeefs gepreekt, maar ik zal jullie vertellen, dan heb ik geen saai leven gehad, want wat ik nu doe, doe ik met vreugde en met de liefde van mijn hart. Maar wanneer de Bijbel gelijk heeft, dan hebben jullie een probleem, want je kunt het leven niet meer overdoen. Het is dan eeuwig te laat. Zoek die God en bid of Hij je ogen opent.” De auteur sluit af met: „Mijn vriend (…) keek naar beneden en liep gebogen de gang in.”
Het boek eindigt met een evangelisatiepreek over Markus 10:21a: „En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u.”
Wie een goede indruk wil krijgen van het werk van een evangelist en het reilen en zeilen op een evangelisatiepost, moet zeker dit boek lezen.