Opinie

Europees steunplan

De Europese Commissie lanceerde woensdag haar langverwachte steunplan. Voorzitter Barroso wil de Europese economie een slinger geven nu de kredietcrisis steeds meer vat lijkt te krijgen op de echte economie van banen, bedrijven en producten.

27 November 2008 12:00Gewijzigd op 14 November 2020 06:48

Wat de Commissie betreft, trekken de 27 EU-landen ieder afzonderlijk zo’n 1,2 procent van hun bruto binnenlands product (bbp, de geldwaarde van de jaarlijkse productie in een land) uit voor economische noodhulp. Voor alle lidstaten samen komt dat neer op een bedrag van 170 miljard euro. Met de 30 miljard euro die de Commissie zelf neertelt, bedraagt de totale impuls daarmee 200 miljard euro. Dat lijkt niet alleen veel geld, het is het ook. Maar onorthodoxe tijden vergen onorthodoxe maatregelen. Het besef dat de huidige mondiale recessie de befaamde dip uit de jaren dertig van de vorige eeuw wel eens in kracht en omvang zou kunnen gaan benaderen, lijkt nog altijd met de dag te groeien.Premier Balkenende was er gisteren als de kippen bij om te betogen dat Nederland al ruimschoots aan de wens uit Brussel heeft voldaan. Hij doelde daarmee op het liquiditeitspakket dat het kabinet afgelopen vrijdag presenteerde om de economie aan te jagen. Met dit plan, dat onder meer werktijdverkorting en vervroegde bedrijfsafschrijvingen mogelijk maakt, zou 6 miljard euro zijn gemoeid.

Hierop valt echter wel wat af te dingen. En niet alleen dat 1,2 procent van het Nederlandse bbp toch zo’n 1 miljard meer is dan 6 miljard euro. Het kabinet lijkt ook plannen tot noodsteun te rekenen die al bekend waren voordat de crisis onlangs haar nieuwe, meest verwoestende fase inging. Dat riekt naar creatief boekhouderschap.

Overigens is het goed dat overheden -mits terughoudend en weloverwogen- hun verantwoordelijkheid nemen en met stimuleringsmaatregelen komen. Maar er speelt nog een ander, groter probleem. Banken, die elkaar al maandenlang verwijten te terughoudend te zijn in de onderlinge kredietverstrekking, blijken zelf ook de kredietkraan dicht te draaien voor burgers en bedrijven.

Ondernemingen, zowel grote als kleine, zeggen in toenemende mate in de knel te komen door de aangescherpte kredietvoorwaarden en verhoogde tarieven die banken in rekening brengen.

Nu zijn banken, als je bedrijven moet geloven, per definitie onvoldoende scheutig bij de kredietverlening. Toch lijkt een gezonde portie terughoudendheid bij financiële instellingen nu te zijn doorgeslagen in een tomeloze risicoaversie.

Dat is een slechte zaak. Wanneer de kredietverlening niet op gang komt, zullen steunmaatregelen van overheden nauwelijks effect sorteren. Ook 200 miljard euro is dan slechts een druppel op een gloeiende plaat.

Opvallend genoeg zijn het bankiers geweest die in de afgelopen jaren na financiële alchemie zulke ingewikkelde producten introduceerden dat risico’s vaak nauwelijks waren te overzien. Hiermee werd de kiem gelegd voor de huidige crisis en recessie. Banken moesten vervolgens zelf met miljarden aan steun op de been worden gehouden. Als banken nu hun kerntaak, het incasseren van spaargeld om kredieten te verstrekken, verslonzen, wordt de neergang alleen maar verdiept.

Het mag ook niet zo zijn dat bankiers de gaten die ze zelf door wanbeleid in hun eigen balansen hebben geslagen, dichten over de ruggen van burgers en bedrijven. Dat lijkt nu wel te gebeuren. Zo zien huizenbezitters hun (variabele) rentetarief toenemen, ondanks dat de Europese Centrale Bank de rente in de achterliggende weken drastisch heeft verlaagd.

Minister Bos van Financiën doet er daarom verstandig aan de Nederlandse banken op kredietterrein wat dwingender toe te spreken. Te beginnen bij zijn onlangs verworven staatsbank: Fortis/ABN AMRO.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer