Opinie

Netneutraliteit slecht idee voor internet

De ministers uit de landen van de Europese Unie vergaderen donderdag over een voorstel voor zogeheten netneutrale wetgeving, waarbij alle internetverkeer met dezelfde snelheid moet verlopen. Een slecht idee, aldus Joshua Livestro.

27 November 2008 09:54Gewijzigd op 14 November 2020 06:48
„Het is begrijpelijk dat bedrijven als Skype en Google (eigenaar van YouTube) lobbyen voor netneutrale wetgeving.” Foto EPA
„Het is begrijpelijk dat bedrijven als Skype en Google (eigenaar van YouTube) lobbyen voor netneutrale wetgeving.” Foto EPA

Een van de onderwerpen van gesprek bij de Europese Raad donderdag in Brussel is een voorstel voor zogeheten ”netneutrale” wetgeving. Op verzoek van Europees commissaris voor de Informatiesamenleving, Viviane Reding, is dit punt op de agenda gezet. Onder dit voorstel zouden alle websites en online-applicaties verplicht zijn hun content tegen dezelfde snelheid aan te bieden.Het klinkt mooi, maar het netto-effect van netneutraliteit zou verre van positief zijn. Het houdt om te beginnen geen rekening met het feit dat internetcapaciteit een schaars goed geworden is. Door de explosieve groei van het aantal gebruikers en de datastromen dreigen de bestaande netwerken -telefoon, kabel en glasvezel- op de grenzen van hun capaciteit te stuiten.

De technisch meest geavanceerde breedbandoptie, glasvezel, is in praktijk bovendien nog altijd de minst gebruikte. Het aantal glasvezelaansluitingen groeit weliswaar met 50 procent per jaar, maar dat is volstrekt ontoereikend om de exponentiële groei van het internetverkeer bij te houden.

In 2007 gebruikte alleen de website YouTube al meer bandbreedte dan het hele internet bij elkaar in 2000. De Amerikaanse onderzoeker Bret Swanson spreekt in dit verband van een ”exaflood”, een eindeloos groeiende stroom data die de netwerken die het internet ondersteunen dreigt te verzwelgen.

De vraag is nu hoe we met deze schaarste moeten omgaan. Netneutraliteit is in feite een herverdelingsmodel waarbij capaciteit en kosten gelijkelijk over alle gebruikers worden uitgesmeerd. In praktijk betekent ”iedereen een even snelle verbinding” echter dankzij de schaarse internetcapaciteit ”iedereen een even langzame verbinding tegen hogere kosten”. Een recente studie van het Deense economische onderzoeksbureau Copenhagen Economics waarschuwt dat gewone internetgebruikers tot een derde meer zullen gaan betalen om zo de onbeperkte toegang van grootgebruikers te subsidiëren.

Netneutraliteit kan daarnaast ook leiden tot het blokkeren van innovatief gebruik van internetfaciliteiten. Om een voorbeeld te geven: in de gezondheidszorg wordt al enige tijd gewerkt aan nieuwe technologieën die supervisie van chirurgische behandelingen via internet mogelijk moeten maken. Dergelijke operaties kunnen uiteraard alleen worden uitgevoerd met gegarandeerde ongehinderde toegang tot internet.

Onder een netneutraal verdelingssysteem zouden de chirurgen hun internetcapaciteit moeten delen met tieners die de nieuwste popmuziek willen downloaden. Een flexibel systeem van netwerkmanagement en toewijzing van bandbreedte kunnen er in ieder geval voor zorgen dat de schaarse capaciteit daar terechtkomt waar zij het meeste nodig is.

Google
Flexibiliteit zou er daarnaast ook voor kunnen zorgen dat internetproviders de prijs voor bandbreedte en downloadsnelheid zo stellen dat zij geen klanten verliezen aan concurrenten. Als blijkt dat bij de bestaande netwerkcapaciteit de marktprijs voor grootgebruik te hoog is, zal vanuit de kringen van grootverbruikers de druk op nationale overheden toenemen om snel over te schakelen naar het geavanceerdere glasvezelsysteem. Zeker in Europa, waar momenteel slechts 1,5 procent van alle internetgebruikers op glasvezel is aangesloten, zou dergelijke druk buitengewoon welkom zijn.

Het is begrijpelijk dat bedrijven als Skype en Google (eigenaar van YouTube) bij de Europese Commissie lobbyen voor netneutrale wetgeving. Nu bandbreedte daadwerkelijk schaars begint te worden, proberen deze bedrijven via de Commissie een zo groot mogelijk deel van de bandbreedtecake voor zichzelf veilig te stellen.

Europese wetgevers moeten zich echter afvragen of netneutraliteit voor Europese consumenten en producenten net zo’n goed idee zou zijn. Bedrijven als Google en Skype hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de recente wereldwijde economische groei. EU-beleidsmakers moeten ervoor zorgen dat de volgende Google of Skype niet door netneutrale wetgeving de pas wordt afgesneden.

Netneutraliteit is een slecht idee. Het verstoort competitie, belemmert innovatie en legt de rekening bij degenen die het web het minst gebruiken. De telecomministers doen er dan ook goed aan het commissievoorstel te verwerpen.

De auteur is buitenlandcolumnist bij De Telegraaf.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer