Euthanasie in België
Jammer genoeg is het zover. Op 23 september werd de euthanasiewet in het Belgische staatsblad gepubliceerd. De wet geeft ruimte voor zelfdoding. België heeft nu euthanasiewetgeving.
Ten huize van Marion Verstraete was het feest, deze man had zich sterk beijverd om deze wet door de Senaat te krijgen. Over enkele dagen zou Marion Verstraete sterven. Hij had zijn vrienden uitgenodigd, zelfs de burgemeester van onze stad was gekomen naar het zogenoemde ”afscheidsfeestje”. De pers was er ook. Marion Verstraete was een man die al jaren de ziekte van multiple sclerose had. Het leven had voor hem geen zin meer. Het was nu de hoogste tijd om afscheid te nemen. Daar zat hij, tussen zijn gasten, en hij hield triomfantelijk de doos in handen waarin spierverslappende middelen zaten, die gebruikt moesten worden bij het sterven. De burgemeester hield een toespraak. Hij prees Marion voor de moed om het leven in eigen hand te nemen. Daar in die sterfkamer was een mens die dacht zelf over leven en dood te beslissen.
Maar, zegt iemand misschien, wanneer je ondraaglijk moet lijden en het lichaam wordt gesloopt, mogen we dan niet ingrijpen? Moeten we het lijden niet beëindigen? Het is gemakkelijk om, wanneer wij gezond zijn, te zeggen: Je moet het maar aanvaarden. Het klinkt soms goedkoop: De Heere Jezus heeft zo veel geleden.
En toch, voor wie geborgen mag zijn in Christus, geldt wat de apostel Paulus zegt: „Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.” Als we in Hem geborgen zijn, zijn we het eigendom des Heeren.
Hij is ook de rechtmatige eigenaar van het lichaam. Hij doet wat Hem behaagt. In eigen kracht kunnen we het lijden niet dragen. In Hem leren we zien wat wij onszelf hebben aangedaan. Het is onze eigen schuld dat we ’mensonwaardig’ moeten lijden, omdat wij ons verlaagd hebben door de zondeval tot een onwaardig bestaan. In de jaren dat ik dit werk doe, ben ik in veel sterfkamers geweest: mensen die uitzagen naar het leven en toch gingen sterven.
Op een middag kwam ik bij een oude broeder in het ziekenhuis op bezoek. Hij moest ondraaglijk lijden. Nooit uitte hij een klacht. Volgens de artsen was het einde er nog niet. Ik stapte de kamer binnen; op een stoel aan de andere kant van de zaal zat een dame. Ze wachtte op haar man. Ik groette haar en vroeg waar haar man was. „Naar een onderzoek”, zei ze.
Toen wees ze naar het bed waar onze oude broeder op lag en zei: „Mijnheer, hij is heel erg in de war. U kunt hem niet meer bereiken.” Ik vroeg haar of ze in God geloofde. „Ik niet”, zei ze kortaf, „de kerk heeft mij lang genoeg bedrogen.” Ik antwoordde daarop: „Toch heeft onze broeder iets wat u mist, en ik zal het u eens laten zien. Hij is een echte christen.”
We gingen samen dicht bij het bed staan. Onze oude broeder murmelde zacht wat verwarde woorden. Hij keek ons nietszeggend aan. Ik riep met een luide stem: „Broeder, hoort u mij, ik zal u voorlezen uit Gods Woord.” Ik nam mijn Bijbel en begon langzaam de teksten uit de Bergrede te lezen: „Zalig zijn de armen van Geest.” Heel luid en duidelijk zei hij de teksten op en zijn ogen lichtten op. Hij ging zelf verder met het citeren van de volgende teksten. Daarna sprak ik een kort gebed uit. Na het amen bad onze broeder met een luide stem. Toen hij het amen uitsprak, keek hij mij recht in de ogen, stak zijn hand omhoog en zei luid: „Vaarwel broeder, tot straks.” Even later blies hij zijn laatste adem uit. Hij was thuis.
Zijn sterfbed was een gezegend sterven, een zachte dood. Van Lazarus lezen we dat hij door de engelen gedragen werd in de schoot van Abraham. Dat mocht ook van deze man worden gezegd worden.
De dame die naast mij stond, werd zo wit als een doek, ze keek mij aan en zei: „Maar mijnheer, hij sprak zo duidelijk en was zo helder van verstand.” Ik vertelde haar dat dat het werk van God was. Van een God Die leeft, Die zaligmaakt. Diegene die in dit leven die God mag kennen, kan de doodsjordaan over zonder de hulp van zelfdoding. Dan is de dood de echte euthanasie, een zachte dood.
Veilig in Jezus’ armen,
Veilig aan Jezus hart,
Daar in Zijn teer erbarmen,
Daar rust mijn ziel van smart.