Bied echo aan bij 26 weken zwangerschap
Het aantal late abortussen is vorig jaar fors gestegen, vermoedelijk als gevolg van de zogeheten twintigwekenecho (RD van woensdag). Drs. W. Bloed pleit voor een echo bij 26 weken: abortus is dan niet meer mogelijk en afwijkingen bij de foetus zijn met veel meer zekerheid vast te stellen.
Ziekenhuizen hebben vorig jaar fors meer zwangerschappen beëindigd tussen de 20e en de 24e zwangerschapsweek dan in de jaren ervoor, zo werd vorige week bekend. Van 2005 tot 2007 steeg het aantal late abortussen in ziekenhuizen van 140 naar 227, een toename van maar liefst 62 procent.Op dit moment registreren ziekenhuizen niet of de zwangerschapsafbreking gerelateerd is aan de zogeheten twintigwekenecho, maar volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg is zo’n verband „aannemelijk.” Tevens zijn er signalen dat het onder meer gaat om foetussen met een open ruggetje of hazenlip. Ook is vastgesteld dat gespecialiseerde behandelteams het aantal geboorten van kinderen met deze aandoeningen zien dalen.
Het is daarom een overweging waard de twintigwekenecho in de huidige opzet onder de loep te nemen. Bij dit onderzoek wordt de foetus in detail wordt bekeken en gecontroleerd op eventuele afwijkingen. Deze echo wordt sinds 1 januari 2007 aan iedere zwangere vrouw aangeboden en door alle zorgverzekeraars vergoed.
Als zo’n echo een afwijking bij de foetus aan het licht brengt, is het mogelijk daar bij het vervolg van de zwangerschap op in te spelen, zo wordt gesteld. De prognose voor de foetus kan daardoor aanzienlijk verbeteren. Een andere mogelijkheid is zwangerschapsafbreking, in het geval van ernstige foetale afwijkingen.
Ten diepste is de laatstgenoemde reden het enige gegronde argument waarom het onderzoek wordt verricht bij een termijn van twintig weken. In Nederland is het helaas wettelijk toegestaan een abortus te laten plegen tot een zwangerschapstermijn van 24 weken. Bij een twintigwekenecho is er zodoende voldoende bedenktijd over om te beslissen wel of geen abortus te laten verrichten.
Ik ben van mening dat wie zwangerschapsafbreking afwijst in de huidige opzet beter geen twintigwekenecho kan laten maken. Ik wil dan ook pleiten voor een structureel echoscopisch onderzoek bij bijvoorbeeld 26 weken, waarbij abortus na een afwijkende uitslag geen optie is. In de praktijk blijkt hier behoefte aan te zijn, ook bij zwangeren met een prolifestandpunt op niet-religieuze gronden.
In een later stadium van de zwangerschap kan bovendien met veel grotere zekerheid worden vastgesteld of er sprake is van aangeboren afwijkingen. De foetus is dan verder ontwikkeld en de organen zijn echografisch nauwkeuriger te beoordelen.
Bij de huidige twintigwekenecho komt het regelmatig voor dat er afwijkingen worden gevonden die in een later stadium niet van betekenis blijken te zijn. Het geeft onrust en angst in een periode van over het algemeen blijde verwachting. Onderzoek naar de effecten van stress en angst tijdens de zwangerschap wijzen op een schadelijke invloed in het latere leven van de foetus.
De termijn van 26 weken is niet geheel willekeurig gesteld. Stel dat er sprake is van ernstige afwijkingen, waarbij het leven van de foetus in gevaar is, dan kan worden besloten de foetus geboren te laten worden. Er is dan een aanzienlijke kans dat de foetus in leven kan blijven. Eventuele ingrepen kunnen in een vroeg stadium worden uitgevoerd.
Zo’n 26 wekenecho is mijns inziens een voorbeeld van goed en zorgvuldig verloskundig beleid. Bij een abortus van een foetus vanwege een bij de twintigwekenecho vastgestelde hazenlip of een open ruggetje is daarvan geen sprake.
De auteur is verloskundig actieve huisarts en echografist in Urk.