De boze wolf
Het lijkt net een sprookje. Het sprookje van Roodkapje. Roodkapje wilde voor haar grootmoeder zorgen. Ze plukte mooie bloempjes. Maar de boze wolf had andere plannen. Hij at eerst grootmoeder op en verkleed als grootmoeder at hij roodkapje op.
Roodkapje is in dit geval het team van vrijwilligers van de christelijke bibliotheek van Meerkerk. Zij waren er voor hun lezers. Ze werkten hard, plukten de mooiste bloemen uit het literaire landschap, en genoten ervan. Als een boek een beetje kapot ging, maakten ze het zo netjes dat je het nauwelijks meer zag. Ze waren betrokken en wilden vooral geen geld over de balk gooien.Vaak dachten ze na: „Welke boeken zouden onze lezers graag willen lezen.” Er waren veel christelijke lezers, dus kochten ze veel christelijke boeken. En als een lezer vroeg om een boek dat er niet was, werd het aangeschaft bij de winkel om de hoek. De mensen die in de bibliotheek werkten, hoefden geen geld te hebben. Ze kregen al genoeg. Ze kregen heel veel waardering. Ze kregen blijde gezichten. Tevreden lezers.
Manager
Het was een prachtig voorbeeld van een organisatie die vanuit de gemeenschap voortkomt. Je vindt dat in onderwijs, zorg en welzijn. Geïnspireerd en gedreven. Het leek een sprookje. Maar vergis je niet. Denk niet dat het een ouderwetse bibliotheek was in Meerkerk. Er was een mooi softwarepakket, er was een mooi gebouw en er was een visie. En er was een actief betrokken bestuur.
Dan komt de boze wolf. Hij komt vanuit het westen aangeslopen. Het is de manager. De gemeente Zederik heeft namelijk besloten dat de bibliotheek moet worden opgenomen in een Netwerk Zuid-Holland-Zuid. Bij zo’n schaalvergroting kun je niet zonder management.
Het eerste wat de manager doet, is de lezers opeten. Hij pakt in één zwaai alle lezers beet en propt ze in een doosje. Dat noemt hij lezersprofiel. Het doosje stopt hij in de computer. De computer kent alle nieuwe boeken en beslist vanaf dat moment wat de mensen in Meerkerk willen lezen. Automatisch bestelt de computer die boeken en iedere week schuift er in Meerkerk een doosje met boeken naar binnen. Er zijn weinig christelijke boeken meer bij.
Het systeem beslist dat een boek van vijf jaar oud vervangen moet worden. Dat een boek dat een jaar niet is gelezen, van de plank moet. De nieuwe werkwijze staat niet toe dat boeken gerepareerd worden. Procedures rekenen af met flexibiliteit. Bureaucratie draait het werkplezier de nek om. Dwingende computersystemen vervangen een cultuur van onderling vertrouwen.
Knagen
Hoe gaat het aflopen met de bibliotheek in handen van de grote wolf? Ik vrees slecht. De lezers gaan steeds minder de boeken vinden waarom ze vanuit de wijde omtrek naar de bibliotheek kwamen. De kosten stijgen. Dit jaar met zo’n 300 procent! De boze wolf knaagt aan het enthousiasme van de vrijwilligers en bestuursleden. Ze kunnen minder zelf beslissen. De eerste vrijwilliger is al afgehaakt.
Zo gaat het helaas met veel kleine instellingen, die in handen vallen van managers die alleen geloven de werkelijkheid die ze zelf op Excelwerkbladen creëren, die geloven in de top in plaats van de werkvloer. Die passie missen voor de missie. Die zo nodig een professionaliseringsslag moeten maken.
Je zou denken: Haal zo’n manager binnen. Laat hem kennismaken met de oude cultuur. Geef hem desnoods zelf een boek in handen.
Bij verstokte managers van dit type gaat dit niet meer werken. Ik vrees dat ze ook bij het openslaan van een boek verbijsterd zouden zijn over de volstrekte inefficiënte chaos van zo veel letters kriskras door elkaar. Van zo veel onbenut papieroppervlak in een gedichtenbundel.
Schubert
Ik kwam onlangs nog eens een brief tegen van een manager die een concert had bezocht waarin hij een compositie van Schubert had beluisterd. Graag laat ik u meelezen.
Geachte heer Schubert,
Gisteravond heb ik uw compositie ”Unvollendete” beluisterd. Ik ben van professie manager en zou graag even met u naar het muziekstuk willen kijken. Het gaat om de volgende punten.
1. Vrij langdurig hadden de hobospelers niets te doen. Het aantal kan worden beperkt en hun werk verdeeld over het hele orkest, waardoor de dure piekactiviteiten komen te vervallen.
2. Ik constateer dat alle twaalf violen dezelfde noten speelden. Het aantal medewerkers van deze sectie kan drastisch worden teruggebracht. Als er een groter geluidsvolume noodzakelijk is, kan dat eenvoudig via technische middelen gerealiseerd worden.
3. Onnodig veel inspanning ging verloren met het spelen van achtste en zestiende noten. Het effect daarvan is minimaal, zeker in een zaal met enige akoestiek. Het verdient dan ook aanbeveling om zestiende en achtste noten van eenzelfde toonhoogte samen te voegen tot een langere noot. Dit heeft tevens als voordeel dat voor dit onderdeel stagairs en lager ingeschaalde medewerkers kunnen worden ingezet.
4. Inefficiënt is eveneens wat ik hoorde van de hoorns. Zij herhaalden een passages die zojuist door de strijkers ten gehore was gebracht. Door hier nog eens goed naar te kijken, kan het werk zeker met twintig minuten worden bekort. Dit zou in verband met de vele concerten en de daaraan gekoppelde repetitietijd, een besparing opleveren van meer dan 25 procent.
Vriendelijke groet,
K. R. Uidenier, manager.
PS: Als u deze eenvoudige managementregels in de gaten had gehouden, had u uw compositie probleemloos binnen de daarvoor gestelde tijd kunnen realiseren.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.