Bekentenis
Eindelijk heeft Volkert van der G. vorige week bij de rechter-commissaris een verklaring afgelegd. Daarin geeft hij toe dat hij Pim Fortuyn heeft doodgeschoten. Nu waren de bewijzen daarvoor al overduidelijk. Hij is zowat op heterdaad betrapt.Om meer inzicht te krijgen in zijn motieven was het echter nodig dat de verdachte zelf een toelichting gaf. Dat is nu gebeurd. Via NRC Handelsblad kwam de zaak naar buiten. Op zich een blamage voor justitie dat men deze vertrouwelijke informatie niet onder zich kon houden.
De verklaring bevestigt dat Volkert een uitgewerkt plan had om Fortuyn dood te schieten. Hij zag hem als een groot gevaar voor kwetsbare groepen in de samenleving en voelde zich daarom verplicht een daad te stellen. Hij blijft daarbij volhouden dat het een eenmansactie was.
Waarschijnlijk zal volgend voorjaar het eigenlijke proces tegen Van der G. beginnen. Dan zal ook duidelijk worden welke waarde de rechtbank toekent aan het roepingsbesef van de dader. In eigen oog heeft Volkert immers een nobele daad verricht. Hij voelde zich in zijn geweten gedrongen om Fortuyn dood te schieten.
Nu is er, en dat niet zonder reden, altijd meer consideratie met mensen die in gewetensnood verkeren doordat ze iets moeten doen dat tegen hun geweten ingaat, dan met mensen die zich vanuit hun geweten gedrongen voelen om iets te doen dat in strijd is met de wet. Gewetensdwang willen we als samenleving zoveel mogelijk vermijden. Door ook een beroep op gewetensdrang te erkennen, begeven we ons echter op een hellend vlak, waarvan het einde zoek is.
De spectaculaire opmars van Fortuyn in de vorige verkiezingscampagne was inderdaad onrustbarend. Dat zo veel mensen achter deze ijdeltuit aanliepen! Gefinancierd door vastgoedhandelaren, had Fortuyn een schare politieke amateurs verzameld die noodgedwongen hoog op zijn kandidatenlijst kwamen. Van een democratische partijstructuur was geen sprake. Fortuyn was de partij. Zijn wil was wet.
Maar het is één ding om zich zorgen te maken over de politieke ontwikkeling, het is een andere zaak om politici die men gevaarlijk acht, te liquideren. Terecht was er op de avond van de 6e mei sprake van een algemene verontwaardiging en ontzetting. Zoiets deden we in Nederland toch niet!
Nadien werd wel de vraag gesteld of politici en journalisten niet hadden bijgedragen aan een klimaat waarin labiele figuren werden aangemoedigd een aanslag te plegen. Was er sprake van demonisering van Fortuyn?
Nu wordt in een verkiezingscampagne altijd hardere taal gebezigd dan normaal. En wie zich fel afzet tegen andere partijen, kan er op rekenen dat hij met gelijke munt betaald wordt. Maar het uitschakelen van de LPF door een politieke moord was in de publieke discussie niet aan de orde. Nederland is geen Zuid-Amerika.
Het feit dat Volkert van der G. bij zijn moordaanslag gedreven werd door ideële motieven maakt dat hij op wat meer begrip kan rekenen dan een huurmoordenaar die het alleen maar om het geld doet. Maar veel consideratie hoeven we niet te hebben. De hoogste straf in ons rechtsbestel, levenslang, is hier zeker op zijn plaats.