Operatie Fall Braun blijft in mist gehuld
Geallieerde en Duitse soldaten vochten in de winter van 1944-1945 een verbeten strijd uit om het bruggenhoofd bij het Capelse veer. Nu, bijna 65 jaar na dato, blijft een informatiebord dat herinnert aan de gevechten de gemoederen flink bezighouden.
Al in 2007 ontstaat de eerste ophef. Het op initiatief van het lokale 4 en 5 meicomité geplaatste informatiepaneel ten zuiden van de Bergsche Maas zou meer dan veertig fouten bevatten. Een van de personen die bij de gemeente Waalwijk aan de bel trekt, is de plaatselijke militair historicus dr. D. L. Roitero. Hij heeft recht van spreken: in 1991 schreef hij het boek ”Fall Braun. De strijd om Kapelsche veer 1944-1945”. Operatie Fall Braun moest het Duitse Ardennenoffensief ondersteunen, maar strandde bij het bruggenhoofd.De gemeente besluit het bord te vervangen en vraagt drie wijze mannen zich over de tekst te buigen. Voorzitter van de commissie is prof. dr. J. C. H. Blom, onder andere verantwoordelijk voor het omvangrijke rapport over Srebrenica. Samen met hoogleraar militaire geschiedenis prof. dr. H. Amersfoort en drs. P. H. Kamphuis, directeur van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie stelt hij een nieuwe tekst op.
Verliescijfers
Eind mei 2008 plaatst de gemeente het tweede infopaneel op de dijk bij het Capelse veer. „Een hele verbetering, maar de tekst bevat nog steeds meer dan twintig fouten”, stelt Roitero. Hij maakt opnieuw bezwaar en stuurt de gemeente een dikke stapel documenten waarmee hij de fouten probeert aan te tonen.
„Sommige fouten zijn futiliteiten. Maar wat echt niet kan, is dat de juiste militaire verliescijfers -1200 doden, gewonden, vermisten en krijgsgevangen- ontbreken.” Daarnaast was volgens de historicus niet Breda het doel van de Duitse operatie, zoals op het bord vermeld, maar Antwerpen. Ook zegt hij op basis van bronnen te kunnen staven dat de Duitsers zich vrijwillig terugtrokken, terwijl de commissie schrijft dat de bezetters „onder geallieerde druk” de aftocht bliezen. „Uiteindelijk waren de gevechten niets anders dan een prestigestrijd tussen een Duitse en een geallieerde generaal. Ook dat staat niet op het bord.”
Oppervlakkig
Wat Roitero het meeste steekt, is dat de commissie niet inhoudelijk ingaat op de door hem opgevoerde bronnen. „Ze hebben oppervlakkig en ongenuanceerd onderzoek verricht. En de gemeente verschuilt zich achter de rug van de commissie door te stellen dat haar advies bindend is.”
De gemeente zegt de benodigde kennis niet in huis te hebben. „Dan is het logisch dat je een advies van een commissie overneemt”, aldus gemeentewoordvoerder Thijs Zandwijk. „Toch hebben we in september de bevindingen van de heer Roitero aan de commissie voorgelegd.”
Begin deze maand laat de commissie echter formeel weten geen rol meer voor zichzelf te zien „in de discussie die door Roitero in stand wordt gehouden.” Prof. dr. H. Amersfoort zegt desgevraagd „geen enkele behoefte” te hebben om nog op de kwestie in te gaan. „Wij hebben in opdracht van de gemeente gehandeld en onze bevindingen aan de gemeente voorgelegd. Wat ons betreft is de discussie gesloten.”
Amersfoort verwijst naar een brief aan het Waalwijkse college waarin de commissie ingaat op de bezwaren van Roitero. Daarin geeft ze aan die niet „van dusdanige betekenis te achten dat de tekst op het bord zou moeten worden gewijzigd.” Ook spreken de onderzoekers het vermoeden uit „dat Roitero een compromisloze houding aanneemt tegenover de huidige tekst.” De commissie stelt dat de Waalwijkse historicus pas tevreden zal zijn als zijn eigen tekst op het bord staat. „En daarvoor zien we geen enkele redelijke grond.” Roitero verwerpt de kritiek. „Het gaat mij er als historicus alleen maar om dat de feiten goed worden weergegeven.”
Draagvlak
Toch is het maar de vraag of zijn strijd voor een verbeterde tekst tot succes zal leiden. Ondanks de ruim 1200 handtekeningen die hij verzamelde om zijn bezwaren te ondersteunen, lijkt binnen de Waalwijkse gemeenteraad nauwelijks draagvlak om de kwestie opnieuw aan de orde te stellen. Dat zegt althans SGP-fractievoorzitter R. Tiemstra. Hij stelde in augustus schriftelijke vragen aan het college, in de hoop de discussie tot een goed einde te brengen. „Ik sluit niet uit dat Roitero een punt heeft, terwijl we van de commissie niet veel anders horen dan dat de bezwaren niet zwaarwegend genoeg zijn. Het is jammer dat er nog steeds geen bevredigende oplossing is gevonden, vooral voor de oud-strijders en de nabestaanden.”