Antibiotica
Maandag 17-11 miste ik in het RD het schokkende nieuws over het schrikbarende gebruik van antibiotica in de veehouderij.
In andere kranten was het voorpaginanieuws, maar in het RD (pag. 6 op 18-11) stond alleen een bericht over antibioticagebruik door mensen: de oproep om het zo veel mogelijk te beperken, omdat het een gevaar is voor de volksgezondheid. In de veehouderij wordt jaarlijks meer dan 600 ton werkzame stof (dus geen oplosvloeistof meegerekend) aan antibiotica gebruikt! Dat komt gedeeltelijk in de voedselketen, en nu heeft men de alarmklok geluid. Het loopt de spuigaten uit, vorig jaar 10 procent toename. Het RD, als christelijke krant, had dit ernstige nieuws ook op de voorpagina moeten zetten, want een belangrijk deel van de lezers is veehouder en rentmeester van Gods goede schepping, die nu verziekt wordt. Laat de krant dergelijk nieuws toch doorgeven! Op onze boerderij (100 melkkoeien) gebruiken we al vier jaar totaal geen antibiotica meer, met het verbazingwekkende gevolg dat de koeien veel gezonder zijn. De dierenarts komt sporadisch langs en maakt ons een compliment, al verdient hij bijna niks bij ons. Meer informatie op www.remeker.nl.P. v.d. Voort
Kastanjelaan Oost 17
6741 DT Lunteren
Sinterklaas (VI)
Als kind kregen wij thuis geen kans om sinterklaas te vieren. Toch kocht vader wel chocoladeletters en suikergoed en allerlei snoep. Dus toch wel een beetje sinterklaas. In mijn gezin werden er ook wel surprises gemaakt met gedichten om elkaar op de hak te nemen. Afgelopen vrijdag 14 november kwam ik bij mijn kleindochtertjes, respectievelijk 5 en 8 jaar, thuis. Zij renden naar mij toe met de uitroep: „Wij zijn blanke hulppieten.” Bij een nauwkeurig onderzoek zag ik dat zij een soort muts op hadden en een bloes met pofmouwen aan. „Geloven jullie echt in Sinterklaas?” vroeg ik verwonderd. „Nee, maar we vinden het wel leuk hoor.” Een Bewaar het Panddominee zei altijd: „Ik geloof niet in Sinterklaas, maar zijn boterletters vind ik wel erg lekker.” Maar goed, verkleden was er in mijn tijd niet bij. Het was dus slikken bij de ontmoeting met mijn kleinkinderen. Even later riep een van de twee Pietjes: „Opa, doet u mee met het Bijbelsevragenspel? Daar sta je dan. „Ja, natuurlijk”, zei ik wat verbaasd. Nota bene, een Piet met de Bijbel. En mijn aversie verdween toen ik bemerkte dat die vragen niet gemakkelijk waren, zoals: „Noem de namen van de man en de zonen van Naomi”. Ik denk dat ik op die leeftijd die namen niet zo maar uit m’n hoofd had geweten. Wij hadden ook geen Bijbelsevragenspel. Even later zei mijn zoon: „Zeg Pietje, heb jij je blokfluitles al geoefend?” „Nee pap”, zei ze. De oefenstof bleek Psalm 25 te zijn. Pa geeft de melodie aan op het orgel en dan wordt de melodie zonder haperen gespeeld. Ik was echt een beetje jaloers op mijn kleinkinderen. Zij waren meer bezig met de Bijbel dan ik op die leeftijd. Thuiskomend las ik het artikel ”Doe niet mee aan sinterklaasfeest” in het RD van diezelfde dag. Wat zou ik nou moeten corrigeren, na die middag.
E. Reinders
Schiedamsesingel 277
3012 BC Rotterdam
Islamdebat
Nog nooit kwam het falen van de media voor mij zo dichtbij als in het artikel ”Islam debet aan botsing van culturen” (RD 18-11). De alinea „Het verleidt moslimstudente Monique Samuel tot een felle reactie…” kwetste mij tot diep in het hart. Mijn woorden zijn verkeerd begrepen. Maar het ergste vind ik dat ik zomaar tot moslim ben verklaard. En dat terwijl ik christen ben. Tijdens het desbetreffende debat heb ik aan de heer Farsi, programmaleider van de Nederlandse Moslim Omroep, een aantal kritische vragen gesteld. Farsi gaf, zoals zo veel Nederlandse moslims, blijk van weinig zelfreflectie. Ik ging in op drie door Farsi gemaakte opmerkingen, die ik kenmerk als „struisvogelpolitiek.” En nee, ik sprak niet in de wijvorm. Ik sprak echter wel met kennis over de islam. En om Farsi niet te beledigen heb ik bewust gelet op dat wat ik over Mohammed zei. Maar dat maakt mij geen moslim. Ik ga mijn argumentatie niet herhalen. Alleen, mijn slotopmerking luidde als volgt: „U, meneer Farsi, zegt dat u trots bent op de islam maar niet op de moslims. Nu vraag ik u, als u maar zo weinig trots bent op uw medegeloofsgenoten, waar ligt dit dan aan? Ligt dit aan de menselijkheid van de volgelingen van Allah of ligt dit aan de religie? Ik ben christen en hoewel ik niet trots ben op al mijn medegeloofsgenoten, ben ik uiteindelijk wel blij en trots met al mijn broers en zussen in Christus Jezus. U, meneer Farsi, zult zich af moeten vragen of moslims niet zijn juist zoals ze zijn vanwege hun godsdienst, de islam.” Ik ben christen en dat neemt niemand me af, zelfs niet het RD.
Monique Samuel
(adres bij redactie bekend)